ff
ff
ff
ff
82
Bijlage tot het verslag der
BEGROOTING 1880.
Sommen
aa
over 1879
O
a
'o
_g
co
=2
.2
o>
*03
AA
a
Voorgedragen
toegestaan.
O
O
«H
sommen.
a
UITGAVEN.
156
VI
IV
5
50.-
50—
157
6
3,442—
3,390—
158
9
Tl
7
500—
500—
159
9
Tl
8
350—
350—
160
Tl
Tl
9
250—
400—
161
VII
I
1
25,651.90
25,875.30
162
Tl
Tl
3
2,600—
2,600—
163
Tl
Tl
4
4,286—
4,300—
164
Tl
Tl
5
200—
200—
165
6
12,006.80
13,701.80
166
Tl
7
100—
100—
167
Tl
Tl
8
110—
220—
168
Tl
Tl
9
495—
2,597—
169
Tl
10
160—
200—
170
Tl
II
1
22,500—
22,250—
171
9
2
18,110—
18,410—
172
Tl
3
7,820—
7,915—
173
Tl
4
70,960—
70,730—
Op de verschillende onderdeelen van dit artikel zijn dezelfde bedragen uit
getrokken als voor 1879 zijn toegestaan, met uitzondering van de sub lett. b
voorgedragen belooning van den wachter bij de Harlingervaartsbrug. Men acht
het billijk dat voor de bediening van deze brug, die wegens de drukke pas
sage belangrijk meer dan de andere bruggen in deze gemeente moet worden
gedraaid eene hoogere belooning worde toegekend.
In verband met de uitgaaf in 1878 wordt het op dit artikel uitgetrokken
bedrag voldoende geacht.
De op dit artikel geraamde som stemt overeen met het bedrag uitgetrokken op de
bij raadsbesl. van 10 Julij 1879, no. 4goedgekeurde begrooting derarmenkamer.
De som op dit artikel geraamdis berekend naar het getal lijders dat thans
voor rekening der gemeente wordt verpleegden zulks met in achtneming van
de bijdragen die van het rijk en van de provincie ter zake worden ontvangen.
In overeenstemming met de voordragt, door de commissie van bestuur over
het stads ziekenhuis bij de begrooting voor die instelling dienst 1880 gedaan
wordt voor kosten van het stadsziekenhuis op dit artikel uitgetrokken de som
die genoemde commissie als subsidie uit de gemeentekas noodig acht ter be
strijding der uitgaven van deze instelling.
Mot het oog op de gemiddelde uitgaaf in de laatste jaren wordt de uitge
trokken som voldoende geacht.
Het gewoon onderhoud van de hierbedoelde gebouwen en gereedschappen
zal in 1880 met de uitgetrokken som kunnen worden bestreden. Het sub
lett. a voorgesteld bedrag isnoodig voor herstellingen aan het niet herbouwd
wordend gedeelte van het armhuis, bestemd tot verpleging van verlaten kinderen.
Aangezien de hierbedoelde vergoeding in de laatste jaren eene som van 160
niet is te bovengegaan wordt over 1880 ook dat bedrag voldoende geacht.
Bij gewijzigde begrooting voor 1879 werd daarop ten gevolge der oprigting
van een nieuw gymnasium overeenkomstig de voorschriften der wet op het
hooger onderwijs eene uitgaaf aangebragt van ƒ22,250.
In verband met eenige meerderde uitgaaf voor leermiddelen en brandstof
dan voor 1879 werd toegestaan, zal de uitgetrokken som voor 1880 benoodigd zijn.
Met inachtneming van de aan eene der leeraressen toegekende verhoogde
jaarwedde, tengevolge waarvan de vroeger verleende, op de begrooting van
1879 uitgetrokken toelage, ad ƒ250, is vervallen, zijn de onderdeelen van
dit artikel tot dezelfde bedragen als ten vorigen jare uitgetrokken, met uit
zondering van litt. b, waarvoor ƒ50 minder is geraamd, zoodat voor het
geheele artikel ƒ300 minder is aangebragt dan bij gewijzigde begrooting
voor 1879 werd toegestaan.
De onderdeelen van dit artikel zijn gelijk geraamd als het vorige jaar,
met uitzondering van de som voor brandstof en licht, waarvoor, in verband
met de uitgaaf in 1878, ƒ100 minder is gesteld, terwijl voor leermiddelen
5 meer is geraamd.
Deze som stemt overeen met het gezamenlijk bedrag der op den bij de
begrooting overgelegden staat gespecificeerde jaarwedden van het onderwijzers
personeel, thans aan de verschillende scholen werkzaam.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1879.
83
BEGROOTING
1880.
Sommen
>vj
bc
over 1879
O
c
.2 1
V
Voorgedragen
-2°
CO
«2
'a>
a>
AA
g
toegestaan.
O
2
w
sommen.
a
UITGAVEN.
174
VII
II
5
3,875—
3,600—
175
9
9
6
9
2,800—
9
2,930—
176
9
9
7
9
1,060—
1,420—
177
9
9
8
9
460—
9
425—
178
9
9
9
9
650—
9
750—
179
10
9
4,838—
9
7,041—
180
9
9
11
9
150—
9
150—
181
9
12
450—
9
450—
182
9
9
13
9
3,550—
9
3,600—
183
9
14
9
150—
9
150—
184
9
9
15
9
1,000—
9
1,000—
185
9
16
9
80—
9
80—
186
9
III
1
lOO-
9
100—
187
9
2
9
lOO—
9
100—
188
9
9
3
250—
9
425—
189
9
IV
1
9
4,071—
4,051—
190
9
2
9
50—
9
50—
191
3
9
20—
20—
192
9
9
4
150—
9
700—
193
V
1
9
200—
200—
194
2
500—
475—
195
9
3
9
500—
9
1,000—
196
9
4
9
3,718—
9
1,112—
De plaatselijke schoolcommissie acht eene verhoogde uitgaaf voor leermid
delen noodzakelijk, in verband met de aanvulling van schoolbehoeften en
leermiddelen in de nieuw opgerigte gemeentescholen no. 1 en 11.
Naar aanleiding daarvan wordt de op dit artikel uitgetrokken som voor
gedragen.
In verband met het toenemend gebruik van cokes in plaats van turf, ter
verwarming van schoollocalenwordt de op dit artikel aangebragte som vol
doende geacht ter bestrijding van de in 1880 te doene uitgaven.
In aanmerking nemende dat in 1878 voor verlichting van schoollocalen is
uitgegeven ƒ1016, wordt de op dit artikel uitgetrokken som, hoewel het
getal scholen met één is vermeerderd, voldoende geacht, om daarmede in de
hier bedoelde uitgaven te voorzien.
Overeenkomstig de voordragt van de plaatselijke schoolcommissie wordt
voor eereprijzen eene hoogere uitgaaf voorgesteld dan ten vorigen jare werd
toegestaan, en zulks in verband met het vermeerderd getal scholen.
Geraamd naar de werkelijke uitgaaf in 1878.
Wegens buitengewone herstellingen en vernieuwingen aan schoolgebouwen
en splitsing van verschillende schoollocalen, werd voor 1879 eene som van
ƒ7041 voor onderhoud en schoonhouden van schoollocalen noodig geacht.
In 1880 zal in de gewone uitgaven met een niet onbelangrijk minder
bedrag kunnen worden voorzienwaarvoor de uitgetrokken som voldoende
wordt geacht.
Voor kosten van de gymnastiek-scholen is ƒ50 minder geraamdaangezien
de som voor onderhoud van het vroeger bij de burgerschool voor meisjes
die thans tot gymnastiek-locaal is ingerigtbehoorend huis in de Kruisstraat
ten vorigen jare onder dit artikel begrepen, thans is uitgetrokken onder art.
1 van hoofdstuk V.
Voor dit artikel is een lager cijfer uitgetrokken, met het oog op de uit
gaaf in 1878.
Op dezen post wordt als toelage voor de kosten der schutterij in uitgaaf
aangebragt de som, die op de schutterij-begrooting onder de inkomsten is
opgenomen en bij de voorloopige goedkeuring dier begrooting door den raad
werd toegestaan.
Bij gewijzigde begrooting over 1879 werd de primitief toegestane som voor
onderhoud van de schietbaan verhoogd tot 700, wegens daar aan te brengen
noodzakelijke vernieuwingen.
Voor 1880 wordt de voorgedragen som voor bedoeld onderhoud voldoende
geacht.
Deze sommen zijn geraamd naar de uitgaven in 1878.
In verband met de te innen bijdragen voor pensioen van de leeraren van