88 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1879. bestaande noodig zal zijn, het oude woonhuis ingesloten, zoo dat de voorgevel van het nieuwe, met minstens eene verdie ping in te rigten gebouw, aan de straat worde opgetrokken, op de plaats, waar thans het woonhuis staat en dus op eenen hoek, waar licht en lucht ruimschoots aan te brengen zijn. Bij die beschouwing kwam het ons echter voor, dat de daartoe aan te wenden kosten, zoo hoogst aanzienlijk zouden zijn, in tegenoverstelling met den nog zeer goeden toestand van n\uurwerk als anderszins der bestaande en voor eene inrigting van anderen aard zeer bruikbare localen, dat wij vermeenen u daartoe niet te mogen adviseren, en u dus in overweging gegeven aan het opgevatte denkbeeld: vermeerdering der loca len door bijbouwing'''' geen gevolg te geven. Curatoren van het Gymnasium te Leeuwarden, Namens het Collegie (get.) TERPSTRA, Voorzitterli. t. MINNEMA BUMA, Secretarisli. t. Aan Heer en Burgemeester en Wethouders der gemeente Leeuwarden. Leeuwarden, 12 Mei 1877. No. 83/383. In de Staatscourant van den 10 Mei 11. no. 109, waarvan een exemplaar hiernevens gaat, is opgenomen het in art. 7 der wet van 28 April 1876, (Staatsblad no. 102) tot regeling van het hooger onderwijsbedoelde leerplan voor de gymnasia. Bij koninklijk besluit van den 6 Mei 1877, Staatsblad no. 101) is bepaald, dat de wet van 28 April 1876 in werking treedt op den len October e.k. Onder mededeeling van het vorenstaande hebben wij de eer u beleefd te verzoeken, ons zoo mogelijk met eenigen spoed uwe zienswijze te willen mededeelen over de inrigting van het gymnasium, zoowel ten opzigte van de lokaliteit als van het personeel en in verband daarmede, ons die voorstellen te wil len doen, welke kunnen strekken, om met den vereischten spoed een volledig plan den raad ter vaststelling te kunnen aanbieden. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. Aan heeren Curatoren van het gymnasium te Leeuwarden. No. 644. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leeuwarden Ter beantwoording uwer missive d.d. 12 Mei 1877, no. 83/383inhoudende het verzoek dat ons college zijn zienswijze moge mededeelen over de inrigting van het gymnasium, zoo wel ten opzigte van de localiteit als van het personeel, en, in verband daarmeê u die voorstellen moge doen, welke kunnen strekken om met den vereischten spoed een volledig plan den raad ter vaststelling te kunnen aanbieden, hebben wij de eer u het volgende te berigten: Uit uw verzoek enzoovoort. Overgaande tot de beantwoording van uwe vraag naar de localiteit, die benoodigd zal zijn, herhalen wij't geen vroeger reeds werd meegedeeld, dat ons wenschelijk voorkomt een gebouw voor 't gymnasium, welks ligging, uiterlijk voorkomen en geheele inrigting in overeenstemming is met den rang eener instelling van hooger onderwijs, die welligt de eenige in de provincie Friesland zal zijn. In ieder geval achten wij het ongeraden het toekomstig gymnasium te plaatsen in eene omgeving, welke gelijk met liet tegenwoordige 't geval is, een nadeeligen invloed op de leerlingen uitoefent. Met het oog op de handhaving der orde, mag het ook bedenkelijk gerekend worden daarvoor te kiezen een plek, al te zeer in de nabijheid van andere scholen. Daar aan elk der zeven klassen afzonderlijk en gelijktijdig onderrigt moet gegeven kunnen worden, zullen in dat ge bouw zeven lokalen moeten zijnwaaronder één dat de twee klassen Vla en VI6die vijf lesuren met elkaar gemeen heb ben, gezamenlijk zal kunnen bevatten. Verder zal voor 't onderwijs in de natuurkunde en scheikunde gevorderd worden een phijsisch kabinet en een laboratorium met daaraan ver bonden leervertrek. Op de vraagvoor hoeveel leerlingen de lokalen moeten ingerigt worden is het antwoord niet gemakkelijk te geven omdat wij daarbij alleen op onzekere vermoedens kunnen af gaan. Veel hangt er af van de kwestie of ook in andere gemeenten dezer provincie eene instelling van hooger onder wijs, hetzij dan gymnasium of pro-gymnasium, zal tot stand komen. Met het oog op de hooge eischen, die door de wet en het leerplan worden gesteld, is het aan gegronden twijfel onderhevig of gemeenten, die er niet toe verpligt zijntot de stichting van een gymnasium zullen besluiten. De financiële last, die men daardoor op zich neemt is zoo grootdat hijzelfs wanneer een belangrijke rijks-subsidie wordt verleendop min-aanzienlijke gemeenten zeer zwaar zal drukken. Wij willenom ten minste eenigen maatstaf te vinden een blik slaan op de drie inrigtingen ter voorbereiding tot akademisch onderwijsdie tegenwoordig in Friesland gevon den worden. Uit het provinciaal verslag blijkt, dat het ge zamenlijk getal leerlingen op het gymnasium te Leeuwarden en de Latijnsche scholen te Sneek en Dokkum is geweest: in 1871 1872 1873 1874 1875 te Leeuwarden 19 15 12 12 15 (Ingesloten 5 toehoorders) Sneek 17 21 24 25 27 Dokkum 21 15 18 16 22 57 51 54 53 64 Het verslag van 1876 is nog niet bekent maarwat Leeu- warden betreft, heeft in dat jaar, evenals in het loopende, weder toeneming van leerlingen, plaats gehad. Daar de cursus van vier tot zes jaar verlengd en de zoo genaamde propaedeutische studiën voor de letterkundige vak ken geheel, voor de natuurkundige ten deele naar de gym nasia verlegd wordenzalook wanneer het bezoek overigens hetzelfde bleef, het totaalcijfer der leerlingen met een derde vermeerderd moeten worden en, naar de genoemde vijf jaar berekend, voor deze provincie van een gemiddeld van onge veer 56 tot 75 stijgen. Nu dient echter in aanmerking te worden genomen, dat in het laatste tiental jaren en reeds langer, onder den invloed van verschillende omstandigheden, de opleiding aan de uni versiteit minder gezocht werd dan als duurzame regel mag gelden. Aan doctoren in de klassieke letteren en in de wis- en natuurkundeaan predikantenmisschien ook aan genees kundigen, is eerder gebrek dan dat er van overvloed sprake Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1879. 89 zou kunnen zijn. Even als de tijd van afwachting, waarin men ten aanzien van 't hooger onderwijs verkeerde, en de gebrekkige toestand van veel gymnasien en Latijnsche scho len die daaruit voortvloeidevan deze studie terug hield, zal vermoedelijk de regeling, die nu tot stand is gekomengelijk aanvankelijk reeds de sporen daarvan zich vertoonendie studie een nieuwe vlucht doen nemen. Met het oog op dezen staat van zaken en op de kans dat te Leeuwarden het eenig gymnasium in de provincie gevestigd zal wordenmeenen wij dat de leerlokalen op niet minder dan twintig discipelen mogen aangelegd worden. Voor de laagste klasse of de twee laagstedie gewoonlijk de sterkst bezette zijn, zou dit cijfer misschien nog iets hooger kunnen geraamd worden. Overigens zal er in 't gebouw nog dienen te zijn een kamer voor den rector en een verblijfkamer voor de overige leeraren, tevens schoolbibliotheek, terwijl ook een vergader-en archief kamer voor curatoren zeer gewenscht moet geacht worden. Voorts een woning voor den concierge en een speelplaats voor de leerlingen. Wij ontveinzen ons nietdat eene inrigting van het gym nasium naar de voorschriften der wet, gelijk wij die in hoofd trekken schetsten, vele en groote eischen stelt. Naar billijkheid mag verwacht worden dat het rijk daaraan, door subsidie te geven voor een belangrijk deel zal tegemoet komen. Immers geldt het hier niet enkel een stedelijk-maar in den vollen zin des woords een algemeen belang. In een behoefte wordt voorziendie tot in verren omtrek buiten deze gemeente zich gevoelen doet; een opleiding gegeven aan mannendie later geheel de bevolking tot nut en zegen zul len strekken. Toch zal deze zaakook waar de hooge regering hare hand ruim opent, der gemeente op aanzienlijke offers komen te staan. Wij meenen dat zij daarvoor niet mag terugdeinzen. Waar voor alle andere scholen in deze stad uitstekend zorg wordt gedragen, behoort ook zoo goed mogelijk behartigd te worden eene inrigtingdie in de eerste plaats strekt ten be hoeve dergenendie het meest bijdragen tot instandhouding van het geheel. Deze ouders zullen werkelijk door een gym nasium dat aan de vereischten beantwoordtveel gebaat wordenomdat niet alleen door een korter verblijf van hun zonen aan de universiteit de kosten der opleiding aanmer kelijk verminderenmaar zij ook die zonen twee jaar langer dan vroeger in hun huiselijken kring en onder hun toezigt behouden. Maar evenzeer zal een deugdelijk ingerigt gymna sium der gemeente in haar geheel ten goede komen. Het zal een groot aantal jonge lieden van elders herwaarts brengen. Het zal ouders, die hun kinderen een wetenschap pelijke opleiding wenschen te geven, bewegen om zich in deze stad te vestigen. Het zal Leeuwarden nog meer dan nu reeds het geval is en in een nieuw opzigt, tot het middelpunt der provincie maken en daardoor den bloei der stad bestendigen en verhoogen. Leeuwarden, 23 Mei 1877. Curatoren van het gymnasium (get.) TERPSTRA, h. t. Praeses. J. B. WEERMAN, fang. Secretaris. No. 670. Leeuwarden, 29 November 1878. Naar aanleiding van eene door den voorzitter van ons col legie met den heer burgemeester gehouden bespreking, kwam in onze gisteren-avond bijeengekomen vergadering met den nieuw benoemden rector de vraag ter sprake„of het niet noodzakelijk zoude zijndat met den aanvang van den nieu wen toestand in Januarij e. k. het gymnasium al dadelijk naar eene grootere localiteit werd overgebragt Hoe noode ook overgaande tot het voorstellen eener weder tijdelijke regelingnoopt toch de drang der omstandigheden ons tot zoodanigen maatregelook op zeer stellig advies van den nieuw benoemden rector, die geene mogelijkheid ziet in het thans voor de inrigting bestemd locaal een ordelijk begin te maken en tevens verspreiding der leerlingen in verschil lende localiteiten ten eenenmale afraadt. Wij stellen u derhalve voor met Januarij e. k. als voor het gymnasium bestemde localiteit tijdelijk aan te wijzen en zooveel noodigte doen inrigtenhet laatstelijk door de ge meenteschool no. 2 verlaten gebouw in de Doelestraatthans buiten dadelijk gebruik welk gebouw hoe geheel ongeschikt ook ten minste meerdere ruimte aanbiedt, dan de tegenwoor dige localiteit bij het gymnasium in gebruik, en des vereischt, den raad de daartoe noodige voorstellen te doen. Dat aan een geheel nieuwmet de waardigheid en het prestige der inrigting van hooger ouderwijs strookend gebouw reeds in de eerste toekomst dringende behoefte bestaatbe hoeven wij u niet te herinneren. Curatoren van het gymnasium te Leeuwarden (Get.) C. P. BURGERh. t. Voorzitter. MINNEMA BUMAli. t. Secretaris. Aan heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leeuwarden. Leeuwarden, 17 April 1879. No. 12. Curatoren van het gymnasium voelen zichmet het oog op 't belang dier inrigtinggedrongen onder uwe aandacht te brengendat de thans voor het gymnasiaal onderwijs in gebruik zijnde lokalen in meer dan één opzigt ondoelmatig blijkenen dat ook het aantal der lokalen op den duur ze ker door de mogelijkheid dat er een paralelklasse moet op- gerigt worden, misschien reeds spoedig, ontoereikend zal zijn. Ons collegiegelijk het nu zamengesteld isvereenigt zich ten volle met hetgeenook op grond van 't advies van den inspecteur der gymnasiain de missive der vroegere curato ren d.d. 29 November 1878 no. 670gezegd werd dat het tegenwoordig gebouw alleen tijdelijk kan dienen en dat er behoefte bestaat aan een nieuw gebouwbeantwoordende aan de vereischtenopgenoemd in het schrijven dier curato ren d.d. 23 Mei 1877 no. 644. Curatoren vertrouwen dat deze zaakwaaraan voor den goeden naam en den bloei van het gymnasium niet weinig gelegen iseen punt van ernstige en vruchtdragende over weging bij uw collegie zal uitmaken. Curatoren van het gymnasium te Leeuwarden (Get.) MINNEMA BUMAVoorzitter. J. B. WEERMAN, Secretaris. Aan heeren Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. No. 27. Leeuwarden, 2 October 1879. Naar aanleiding van de ter kennis van het algemeen ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1879 | | pagina 46