Bijlage no. 4, 8 Bijlage tot het verslug der handelingea va staud koiüeii eii dat; *0 dan bovendien nog van de veronder stelling uitgaandat wij gratis over eeae localiteit voor de school beschikken kunnen. In deze beide opzigten hopen wijdat de gemeenteraad ons zal willen helpen. Wij vragen daartoe dat de gemeente Leeu warden een jaarlijksch subsidie vau 2000 aan de op te rigten ambachtsschool verleene en eene localiteit voor het practisch ambachtsonderwijs en het onderwijs in het teekenen beschikbaar stelle. Wij veroorloven ons, ons drieledig verzoek: oprigting van eene avond herhalingsschool met 3-jarigen cursus Jaarlijksch subsidie van f 2000 en eene localiteit voor het onderwijs nog kortelijk nader toe te lichten. 1. Het oprigten van eene herhalingsschool met 3 jarigen avond cursus. Dit verzoek kan dunkt onsbij den gemeenteraad geen bezwaar ontmoeten wijl de nieuwe wet op het lager onder wijs aan de gemeenten de verpligting oplegtzooveel doenlijk voor herhaliags-ouderwijs te zorgen. Zoodra derhalve eene am bachtsschool verrijst en er dus leerlingen zijn, die herhalings- onderwijs willen genietenis de gemeente verpligt dit te ver schaffen; overigens zullen de kosten voor bezoldiging van het onderwijzend personeel aan zulk eene school zeker niet groot zijn en krijgt de gemeente bovendien daarvan nog bij de invoe ring der nieuwe wet 30% terug. 2. Het jaarlijksch subsidie van f 2000. Het komt ons voor dat door dit subsidiegevoegd bij de financiële opoffering die de gemeente zich zou getroosten door het inrigton van een cursus van lierhalingsonderwijs en het in gebruik geven van de noodige localiteitgeen te groote eisch aan de gemeente wordt gedaan. Gaat men nawat in andere plaatsen geschiedtdan vindt men ook in gemeenten, waar naast de ambachtsschool de gemeente- I lijke burgerdag- en avondschool bestaat, jaarlijks verscheidene duizenden gulden meer door de gemeente ten behoeve van de ambachtsschool geschonken, clan de bescheiden aanvraag be- I draagtdie wij ons veroorloven aan den gemeenteraad van Leeu- I warden te doen. Dit subsidie wordt overigens gewettigd door het algemeen belangdat bij do zaak is betrokken. Dat algemeen belang is ar.n den eenen kant de stoffelijke, zedelijke en verstandelijke toestanden der arbeidende klasseaan de an dere zijde het belangdat alle gemeentenaren hebben bij eene degelijke uitoefening der ambachten. 3. Wat de localiteit aanbelangtbeperkt zich ons verzoek tot het van gemeentewege beschikbaar stellen van een gebouw mot de noodige ruimte. Wij nemen voor onze rekening alles, wat tot inrigting van die ruimte als werkplaats en teekenschool moet worden aangebragt. Door het geschetste plan worden drie hoofdbezwaren verme den die de oorzaak warendat ons vorig voorstel door don raad niet werd aangenomen. 1. Aan de burgerdag- en avondschool wordt in ons plan niet geraakt. De tegenstanders van eene hervorming dier school kunnen dus gerust zijn, en aan de voorstanders dier hervorming wordt door ons plan geen enkele belemmering in den weg gelegd. n den gemeenteraad te Leeuwarden, 1879. I 2. Volgens ons denkbeeld zal de ambachtsschool door parti- culier initiatief worden opgerigt en in stand gehoudenaan de gemeente wordt slechts subsidie gevraagd. Do principieële te genstanders vau de organisatie eener ambachtsschool van ge meentewege vinden dus hiermede hun bezwaar opgeheven. 3. De financiële bijdragedie van de gemeente wordt ge vraagd is van bescheiden omvangvergeleken met de duizen den die ons vorige plan aan de gemeente zou hebben gekost. Zijdie zich dus met hot oog op de financiëie belangen der ge meente bezwaard achten om in ons vroegere voorstel te treden, zijn bij dit nieuwe plan van dat bezwaar ontheven. Nu de hoofdbezwaren van de meerderheid van den gemeente raad door ons nieuwe voorstel zijn vermeden, vertrouwen wij, dat de raad genegen zal worden bevonden aan ons verzoek tot ondersteuning te voldoen. Opmerkelijk toch is hetdat bij den ganschen in den raad over de ambachtsschool gevoerden strijd geene stem is opgegaan tegen de ambachtsschool op zich zelve, maar dat de raadsleden integendeel zich om strijd gehaast heb ben te verklaren, dat zulk eene inrigting aller volle sympathie had. Wij vertrouwen daarom dat de raad zijne woorden door daden zai bekrachtigen. Wij doen dit met te vaster overtuiging, wijl zelfs die twee van de drie leden der commissie van rappor teurs, die togen de oprigting van een ambachtsschool van ge meentewege waren, aan den raad hebben voorgesteld te ver klaren, dat deze bereid was een verzoek om geldelijke onder steuning voor eene door particulier initiatief iu hot leven te roepen ambachtsschool in overweging te nemen. Uit dit voor stel datdoor den loop dien de behandeling der zaak nam niet aan stemming werd onderworpen, blijkt duidelijk dat men niet ongenegen was zelf die groote eubsidiën in overweging te nemenwelke ons vorige plan zou hebben noodzakelijk gemaakt. Maar daarop grondt zich dan ook mede onze verwachtingdat de bescheiden ondersteuningdie thans door ons wordt gevraagd, door den raad niet zal worden geweigerd. Leeuwarden, 5 February 1879. HERMAN ALBARDA, Commissaris van 't departement van 'tNut van 't algemeen. J. ZAAIJER Az A. J. ROOSEBOÜM A. BLOEMBERGEN Ez.Commissaris van do Spaarbank. D. v. d. VEEN T. GRATAMA, WESTENBERG, het St. Antho ny Gasthuis. J. J. KUIPERSCommissaris der Yereeniging //Nijverheid." D. O. ENGELENvoor F. B. A. D. BEERENDS, voor de Afd. Leeuwarden Prov. Friesche Werkl. Yereeniging. Bijlage tot het verslag der handelingen vj VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes. MIJNE HEEREN! De bepaling van art. 3 der verordening op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes alhier (Gemeenteblad no. 7 van 1875), heeft herhaaldelijk aanleiding gegeven tot moeije- lijkheden. Dat artikel toch bepaalt dat elke leerling in de drie laagste klassen verpligt is al de lessen te volgen met uitzondering van gymnastiek en zang. Op dien regel is geene uitzondering toegelaten zoodat wij niet bevoegd zijn vrijstelling te verleenen van een of meer vak ken van onderwijs wanneer daartoeop goede gronden het verzoek wordt gedaan. Ofschoon wjj erkennen dat volledige vrijheid in de keuzo der lessendie de kinderen wenschen te volgengroote bezwaren medebrengtzijn wij tevenB van meening dat eene zoo onvoor waardelijke beperking dier vrjjheidvooral aan eene school als de middelbare voor meisjes alhierniet wenschelijk is en achten wjj het althans eene groote hardheid voor ouderswier kinderen werkelijk niet in staat zijn om alle lessen geregeld te volgen dat zij door de vigerende bepaling ten eenenmalo verstoken zjjn van het genot eener zoo uitnemende en kostbare gemeente lijke inrigting en daarom elders het onderwijs moeten zoeken dat hunne kinderen hier wordt onthouden. Ten einde aan de bovenbedoelde bezwaren tegemoet te ko men achten wjj het van belangart. 3 der verordening te wijzigen. Wij hebbon alzoo het gevoelen van de commissie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs gevraagd over eene wjjziging van art. 3in dien zin dat door burgemeester en wet houders vrijstelling kan worden verleend van een of meer vak ken van onderwijsna ingewonnen advies van de directrice en de bepaling diekrachtens do vigerende verordeningalleen toepasselijk is voor de leerlingen van de twee hoogste klassen uit te strekken over alle leerlingen der school. Do commissie van toezigt gaf in antwoord op onze missive bij schrjjven van den 23 October 1878 no. 297 te kennen, dat het ook haar voorkomt, dat de bestaande regeling tot noodelooze hardheid aanleiding geeftwaar het geval bestaatdat eene leerlinge in eene der drie laagste klassenwegens redenen van gezondheid niet in staat is de lessen te volgen. Voor die gevallen zoude de commissie do mogelijkheid bjj de verordening geopend willen zien, om dispensatie van enkele lessen of vakken te geven. Zij geeft daarbij in overweging om het verleenen van vrijstel ling aan haar over te laten. Naar aanleiding van ons verzoek om te willen mededeelen of volgens het oordeel der commissie er ook nog andere bepalingen van het reglement wij ziging of ampliatie behoevengeeft zij in overwegingart. 11 der verordening in dien zin te wijzigen, dat de tegenwoordigheid van één lid der commissie Dij het admissie-examen voldoende worde verklaarden om art. 2 en 11 alinea 5 in dier voege te wijzigen, dat het programma der lessen aan de commissie van toezigt moet worden ingezonden en door deze vastgesteld, behoudens goedkeuring van burge meester en wethouders. De door de commissie van toezigt tegen ons voorstel geop perde bezwaron hebben wij met de door haar gedane voorstel len tot wijziging van de art, 2 en 11 der verordening, aan 't oordeel van den heer inspecteur van 't middelbaar onderwijs onderworpen. Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. n den gemeenteraad te Leeuwarden1879, 9 Hot daarop bij missive van 20 Januarjj 11. no. 351 uitgobragt advies, wordt ais bijlage hierbij overgelégd. In overeenstemming mot dat advies hebben wij art. 2 der verordening gewijzigd. Wat de wijziging van art. 3 betreft hebben wij ons met de zienswijze van de commissie van toezigt waarmede de heer inspecteur instemt, niet kunnen vereenigen. Het schijnt ons wenschelijk dat zoo men al niet aan de oudera volledige vrjjheid kan toestaan in het kiezen der leorvakkon, die zij voor hunne kinderen noodig achtenburgemeester en wet houders de bevoegdheid bezitten om vrijstelling van sommige vakken te verleenenindien het belang der leerlingen of der inrigting dit vereischt. Die bevoegdheid te beperken alleen tot het geval, dat rede nen van gezondheid het verleenen van vrijstelling noodzakelijk maaktachten wij niet geraden vooral niet, omdat binnen deze gemeente, behalve de school voor middelbaar onderwijs voor meisjesgeene andere soortgelijke inrigting van onderwijs voor moiBjes bestaatzoodat, bjj streage toepassing van do bepalingen sommige ouders genoodzaakt zouden zjjn, hunne kindoren naar elders te zenden om onderwjjs te genieten. Onder overlegging van de boven aangehaalde correspondentie hebben wij de eer u voor te stellen te besluiten a. art. 2 en 14 der verordening te doen vervangen door na volgend artikel 2. Jaarljjks wordt een programma der lessen voor een volgend schooljaar vastgesteldvermeldende het getal der lesurenwe kelijks in ieder vak en iedere klasse te gevende namen der leeraressen en leeraren met het onderwijs in elk leervak belaBt, benevens do daarbij te gebruiken boeken en zoo veel doenlijk de in iedere klasse voor ieder vak te behandelen leerstof. Dit programma wordt door de directricein overleg met het overige onderwijzond personeel opgemaakt en in do eerBte helft der maand Junij aan de commissie van toezigt ingezonden welke het, onder bijvoeging van het daarop ingewonnen advies van den inspecteur van liet middelbaar onderwijsmet haar advies aan burgemeester en wethouders ter vaststelling aanbiedt. Een door de directrice opgemaakten rooBter der lesuren wordt door haar aan de goedkeuring der commissie van toezigt onder worpen. Deze is zoodanig ingerigt, dat bet te geven onderwijs valt tusschen des voormiddags 8 en des namiddags 4 uur op de zes werkdagen der week en dat op geen dag meer dan 6 lesuren voor iederen leerling vallen." b. art. 3 te vervangen door de volgende bepalingen „Elke leerling is verpligt al de lessen to volgen met uitzon dering van de zang. In dit vak zijn de lessen alleen verplig- tend voor de leerlingen die bij het begin van den cursus hebben opgegeven deze te zullen volgen. Van een of meer andere vakken kan slechts vrijstelling wor den verleend door burgemeester en wethoudersna ingewonnen advies van de directricetenzij om redenen van gezondheidin welk geval de vrijstelling kan worden verleend door de commis sie van toezigt na ingewonnen advies van de directrice. De commissie van toezigt doet van de verleende vrijstelling mededeeling aan burgemeester en wethouders. c. art. 11 te wijzigen, door in plaats van „minstens twee leden," in de 3e alinea te lezen „een lid" en in plaats van waarvan een" de woorden die tevens lid der commissie van examens is en als voorzitter daarvan fungeert en vervolgens om de woorden „bur gemeester en wethouders" in de 5e alinea te vervangen door „de cvmmissie van toezigt." Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 27 Februarij 1879 door burgemeester en wethouders van Leeuwarden. 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1879 | | pagina 6