12
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1879.
Hoofdstuk VII.
A f d e e 1 i n g II.
Art. 1. Kosten van het gymnasiumbegroot op ƒ8850te
vorhoogen met ƒ13,400 en te brengen op ƒ22,250.
Art. 2. Idem der school van middelbaar onderwijs voor
m Onderdeel a te verhoogen met 100 en te brengen op ƒ16,850,
waardoor het totaal van dit artikel wordt verhoogd tot 18 410.
Art. 4. Jaarwedden van de onderwijzers (lagere scholen)
Onderdoet c te verhoogen met 600 en te brengen op 8650.
Onder toevoeging aan de omschrijving van onderdeel e ,en
no. 11" de daarop uitgetrokken som te verhoogen met ƒ1900
en te brengen op 18,000.
Daardoor wordt het totaal van dit art. gebragt op ƒ70,730.
Art. 5. Leermiddelen en schoolbehoeften
Onderdeel d. Met wijziging der omschrijving in dezer voege:
voor de gemeentescholen no. 8 tot 11het uitgetrokken bedrag
te verhoogen met ƒ250 en te brengen op 1000; waardoor het
totaal van dit artikel wordt verhoogd tot ƒ3600.
Art. 6 Brandstoffen.
Onderdeel d. Met wijziging als bij het voorgaande art.het
uitgetrokken bedrag te verhoogen met ƒ130 en te brengen op
f630; waardoor het totaal van dit art. wordt verhoogd tot
ƒ2930.
Art. 7. Licht.
Onderdeel d. Met gelijke wijziging als bij art. 5, het geraamd
bedrag te verhoogen met 120 en te brengen op 520. waar
door het totaal van dit artikel wordt verhoogd tot ƒ1420.
Art. 10. Onderhoud en schoonmaken van schoollokalen enz.
Onderdeel g. Met gelijke wijziging als bij art. 5, het geraamd
bedrag te verhoogen met ƒ650 en te brengen op ƒ1660, waar
door het totaal van dit art. wordt verhoogd tot ƒ7041.
Na deze wijzigingen wordt het totaal der lie afdeeling ƒ140,901.
Afdeeling IV.
Art. 4. Onderhoud van de schietbaan, zoover de gemeente
daartoe verpligt is begroot op 300te verhoogen met 400
en te brengen op 700waardoor het totaal dezer afdeeling
wordt gebragt op ƒ4821.
Tengevolge van vorenomschreven wijzigingen wordt het totaal
van hoofdstuk VII verhoogd tot ƒ207,328.10.
Hoofdstuk VIII.
Afdeeling I.
Art. 1. Verschuldigde renten wegens geldleeningen en tijde-
ljjlc opgenomen kapitalen, begroot op ƒ57.485 te verhoogen
met 1522 50 en te brengen op 59 007.50.
Afdeeling III.
Art. 1. Pensioenen, begroot op ƒ2200, te verhoogen met
ƒ1200 en te brengen op ƒ3400
Tengevolge hiervan nader vast te stellen het totaal der Ie
afd. op 131,557.50, dat van afd. 3 III op ƒ4781 en dat van
hoofdstuk VIII op f 136,338.50.
Hoofdstuk XI.
Art. 1Onvoorziene uitgaven uitgetrokken op 6900te
verminderen met ƒ2240 en te brengen op ƒ4660.
In verband met bovenstaande wjjzigingen wordt nader vast
gesteld het totaal der uitgaven op ƒ801,408.45 en de balans der
bcgrooting als volgt
Inkomsten ƒ801,418 93'
Uitgaven 801,408.45
Waarschijnlijk batig saldo 10.48'
CONCEPT.
MEMORIE van TOELICHTING bij het besluit
van den raad der gemeente Leeuwarden,
dd. 1879tot wijziging der
gemeentebegrooting dienst 1879.
Ter verevening der uitgaven voortvloeijende uit den aankoop
van vastigheden voor de gemeenteis het noodzakelijk te dien
einde de vereischte fondsen aan te wijzen en in verband daar
mede de gemeentebegrooting voor 1879 te wijzigen.
Uit dien hoofde is nevensgevoegd besluit vastgesteldwaarin
tevens is opgenomen de wijziging van artikelenwaarvan de
uitgetrokken sommen nu reeds gebleken zijn wijziging te be
hoeven. ,.ii i
Daaronder bekleedt ecno voorname plaats de post voor kosten
van het g>mnasium die met de wijziging van andere artikelen,
wegens uitgaven na de vaststelling der begrooting bekend ge
worden noodig maakt dat enkele posten van gewone ontvang
sten eene niet onbelangrijke verhooging ondergaan.
Bij de gebleken moeijelijkheid om kort na den aanvang van
een dienstjaar tegenover noodzakelijk geworden gewone uitgaven
een evenredig bedrag gewone inkomsten op de begrooting uit
te trekken zonder wijziging te brengen in de bestaande heffin
gen heeft men gemeend de beide eerste posten van hoofdstuk
IV betreffende de exploitatie der gasfabriek en van de stads
reiniging voor eene eenigzins belangrijke verhooging in aan
merking te moeten brengen.
Ofschoon niet dan noode tot die verhooging is beslotenwijl
nog zeer onzeker is in hoever de uitkomsten in den loop des
jaars zullen blijken tot de verhoogde raming in eene gewenschte
verhouding te staanmag toch worden opgemerktdat de be
doelde posten van dien aard zijndat ze bij de tot dusver
gevolgde wijze van berekening der vermoedelijke opbrengst
in de laatste jaren doorgaande blijken aanvankelijk niet te hoog
geraamd en daarom later voor verhooging vatbaar te zijn.
Ten opzigte van de verschillende wijzigingen wordt overigens
met betrekking tot eiken post vermeld hetgeen volgt
INKOMSTEN.
Hoofdstuk II.
Afdeeling II.
Art. 1. Met het oog op de bekende opbrengst dezer opcen
ten over 1878, bedragende ƒ26,232.60, kan de raming voor
1879 met ƒ500 worden verhoogd, dewijl mag worden aangeno-
men dat de ontvangst ten deze eer klimmende dan afnemende is
Hoofdstuk III.
Art. 1. In de raming voor sommige onderdeelen van dit
artikel is eenigc wijziging aangebragt, in verband met na de
vaststelling der begrooting bekend geworden uitkomsten van
verhuringen.
Die wijzigingen betreffen
litt. c. de zathe en landen in gebruik bij J. K. Wartena
thans verhuurd voor 3572
litt. d. do zathe en landen, in gebruik bij A. van der
Weidewaarvan bij dc nieuwe verhuring de huurprijs 142,50
lager is gesteld dan' de tegenwoordige;
litt. h. een perceel weiland onder Lekkum thans voor f£oU
per jaar voor zeven jaren verhuurd aan den gebruiker eener
zathe en landen van de gemeente;
litt. o en p. twee pereeelen gardenierslanddie bij publieke
verhuring respectievelijk 95 en 36,25 beneden de raming
hebben opgebragt.
Voorts kan aan dozen post worden toegevoegd eene som voor
huur van de onlangs aangekochte linnenbleekerij c. a. en bgge-
lcgen bouwgrond buiten de Hoeksterpoort,
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1879.
13
Hoofdstuk IV.
Alt. 1. Tot de verhooging der voor dit art. geraamde som
met 4000 is overgegaan uit overwegingdat bij den aanvang
van 1879 eene belangrijke hoeveelheid cokes in voorraad was
die later is verkocht en waarvan alzoo de opbrengst aan do
exploitatie over 1879 ten goede zal komen. Daardoor vleit men
zich dat de ontvangst over genoemd jaar niet althans niet
beduidend beneden de verhoogde raming zal bljjven.
Art. la. Met het oog op de uitkomsten der exploitatie van
het aschiand over 1878, die eene opbrengst van ongeveer
55,000 aanwijzenkan er geen bezwaar tegen bestaan de pri
mitieve raming voor 1879 met 2000 te verhoogenwaarna de
uitgetrokken som nog ruim 3000 beneden de opbrengst over
1878 blijft.
Het is echter voorshands niet geraden geacht deze raming
hooger op te voerenaangezien in den laatsten tijd de prijs der
af te leveren meststoffen eenigzins dalende is.
Art. 8. Het aan de gemeente uit te keeren */5 der opbrengst
van de rijks personele belasting is voor 1879 geraamd op
82,346.92. Over 1878 had de gemeente deswege eene ontvangst
van 83,961,79.
Ook in verband met de vermeerdering die het getal woon
huizen in de gemeente nog voortdurend ondergaatmag voor
1879 eene opbrengst worden verwachtminstens gelijk staande
met die over 1878.
Uit dien hoofde wordt de voor dit artikel geraamde som met
1600 verhoogd.
Art. 15. Op dozen post, aanvankelijk voor memorie aange
bragt, wordt thansals vermoedelijk bedrag der rijks-subsidie,
10,000 uitgetrokken.
Die raming is gebaseerd op da volgende berekening.
De kosten van het gymnasium buiten die van het gebouw
en ameublementzijn voor 1879 begroot op 22,250,
Hier at voor te ontvangen schoolgelden 2,400.
Blijft 19,850.—
Toezegging is ontvangen voor eene rijkssubsidie van hoogstens
50 pet der kosten.
Ofschoon het juiste bedrag voor als nog niet bekend is, meent
men toch dat dit ongeveor 10,000 zal bedragen.
Hoofdstuk V.
Afdeeling I.
Art. 2. Het op dit artikel uitgetrokken bedrag eener aan te
gane geldleening wordt verhoogd met 36,000 tot bestrijding
der buitengewone uitgaven, hierna omschreven bij de artikelen
11, 14 en 15 der VII afdeeling van hoofdstuk IIÏ.
ISone kleine wijziging der redactie strekt tot betere omschrij-
viDg van de bestemming der leeningdie door den aankoop van
vastigheden eenige verandering ondergaat.
UITGAVEN.
Hoofdstuk I.
Afdeeling I.
Art. 8. De jaarwedden van enkele beambten op het hoofd
bureau der secretarie zijn verhoogdterwijl voor een te benoe
men beambteter vermeerdering van het personeelde bezol
diging is vastgesteld op 400. Tengevolge daarvan is het nood
zakelijk het op dit artikel uitgetrokken bedrag te verhoogen
met 850.
Hoofdstuk II.
Afdeeling V.
Art. 3. Ook de jaarwedde van den beambte bij dit artikel
bedoeld is met 100 verhoogd.
Afdeeling VII.
Art. 2. Aan een der bij dezen poBt aangeduide beambten
die tot dusverre 300 jaarwedde genootis met ingang van 1
Januari) 11. eene bezoldiging van 400 toegekend.
Hoofdstuk III.
Afdeeling VI.
Art. 1. In verband met de verhooging der geraamde opbrengst
wegens de exploitatie van de stadsreinigingwordt ook het voor
dit art. uitgetrokken bedrag verhoogdter verevening van de
eventueel uit te keerea procentsgewijze belooning van den
directeur en van de opzigters.
Afdeeling VII.
Art. 11. De stichting eener stelphuizingc op Wijlaarderburen
is aanbesteed voor 14,265, zoodat alleen de aannemingsom het
op dezen post uitgetrokken bedrag overtreft met 1,265. Daarbij
dient nog te worden gevoegd eene som voor kosten der beste
ding en voor andere met de stichting in verband staande, ter
wijl een bedrag van 600 noodig wordt geacht voor te verrig-
ten verfwerk en 200 voor ophooging van het terrein noodig
tengevolge verhooging van het voor de stichting aangewezen
peil.
In verband met een en ander wordt de primitieve raming
ad 13,000verhoogd met 2800.
Art. 14. Do bij dit artikel bedoelde aankoop had plaats voor
een bedrag van10,125.
De koopsom moet in twee termijnen1 Mei en
1 November 1879 worden betaald.
Hierbij gevoegd hetgeen is te verevenen voor
kosten op den aankoop gevallenvoor over te ne
men goederen en voor rentenna aftrek van der
gemeente aankomend verhooggeld zamen bedra
gende pl. m375.
Maakt 10,500.—
Art. 15. De linnenbleekerij c.a. is aangekocht voor de som
van19,767.70.
Deze moet worden betaald in twee termijnen
op 12 Mei en 12 November 1879.
Hierbij gevoegd hetgeen is te verevenen voor
kosten op den aankoop gevallen, voor over te
nemen goederen en voor rentenna aftrek van
der gemeente aankomend verhooggeld zamen be
dragende pl. m2,930.
Maakt 22,697,70
Hoofdstuk VII.
Afdeeling II.
Art. 1. Tengevolge der opheffing van het bestaande en op-
rigting van een nieuw gimnasium overeenkomstig de voor
schriften der wet op het hooger onderwijsis de op dit artikel
aangebragte som op verre na niet toereikend tot bestrijding der
kosten voor de nieuwe inrigting vereischt.
Uit dien hoofde wordt de primitieve raming verhoogd met
13,400 als vermoedelijk ten bestemden einde voldoende.
Deze verhooging is gebaseerd op de volgende berekening
Er is te betalen
voor jaarwedden van den rector en de verdere leeraren 20,400
voor bezoldiging van den concierge500
toelage voor het onderwijB in de gimnastiek 300
Verdere kostenals
kaarten en andere hulpmiddelen bij het onderwijs
voor de bibliotheek enz500.
voor brandstof300.
toelage aan curatoren150.
diverse uitgaven100.
1050
Zamen 22,250