MEMORIE VAM TOELICHTING Bijlage no. 6. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1881. 69 BEGROOTING 1882. Voorgedragen W INKOMSTEN. Sommen over 1881 toegestaan. biJ de begrooting der Inkomsten en Uitgaven van de gemeente [Leeuwardenvoor bet dienstjaar 1882. 1 I II II IV VI VII VIIIJ IX 31,894.66 15,021.89 962.34 28,493.63 149,627.20 1,600.— 600.- Memorie 800.— 4,100.- 960.- Vooraf zij opgemerkt dat men het overbodig heeft geacht om gelijk vroe ger bij eiken postwaarvan de raming een meer of minder klein verschil oplevert met de toegestane sommen van het vorige jaarzoo veel mogelijk de vermoedelijke oorzaken te vermeldendie tot eene gewijzigde raming aan leiding hebben gegeven. In vele gevallen toch is die wijziging slechts gebaseerd op de werkelijke ontvangst of uitgaaf volgens de laatst vastgestelde rekeningzonder dat bij zondere oorzaken die daartoe aanleiding hebben gegevenkunnen worden vermeld en evenmin kan worden aangetoond dat gelijke resultaten in een volgend jaar te wachten zijn. Uit aanmerking daarvan heeft men de volgende inlichtingen voldoende geacht. 41,936.04 De gemeente-rekening over 1880 sluit met een saldo van 51,394.66. Hierop is beschikt bij raadsbesluit van 8 September 1881 tot een bedrag van ƒ19,500. blijft alzoo ƒ31,894.66. 14,721.52» 956.69 Geraamd naar de hoofdsom van het kohier, dienst 1881. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 7 November 1865 goed gekeurd bij koninklijk besluit van 12 December 1865. 28,405.12 Berekend naar de hoofdsom der thans vastgestelde kohierendienst 1881/82 en de suppletoire kohieren 1880/81. De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 5 December 1874 gekeurd bij koninklijk besluit van 1 Februarij 1875. 147,393.14 Voor de berekening der opbrengst dezer belasting is tot grondslag geno men het bedrag van het belastbaar inkomen op het primitief kohierdienst 1881, ad ƒ4,382.240.naar 3.52 ten honderd, bedragende 154,254.84. Van dit bedrag is 3 pet. afgetrokken voor oninbare posten en te verleenen afschrijving bij toewijzing van reclamesovereenkomstig de gewijzigde artt. 264 en 265 der gemeentewet. 1,500.-- Deze heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 27 Februarij 1877, goed gekeurd bij koninklijk besluit van 26 Junij d. a. v. 700.De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 7 November 1865, goedge keurd bij koninklijk besluit van 9 Februarij 1866. In afwachting van het ten dezen vast te stellen heffingsbesluit, is dit artikel gesteld voor memorie. 540.In verband met de opbrengst sedert de in werking treding van het heffings besluit van 13 November 1879 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 20 December d. a. v.is op dit artikel een hooger cijfer geraamd. 7,201.50) 960.— Uitgetrokken overeenkomstig de bestaande contracten van verpachting. De heffing van deze regten geschiedt wat betreft de doorvaartgelden aan de Vlietster- en Boomsbrug, krachtens raadsbesluit dd. 21 Februarij 1856, goedgekeurd bij koninklijk besluit dd. 18 Augustus 1856. Poppebrugkrachtens raadsbesluit dd. 26 Julij 1856goedgekeurd bij ko ninklijk besluit dd. 17 September 1856. Blaauwebrugkrachtens raadsbesluit dd. 15 April 1858 goedgekeurd bij koninklijk besluit dd. 10 Mei 1858. Harlingervaartsbrugkrachtens raadsbesluit dd. bij koninklijk besluit dd. 19 December 1860. Vrouwenpoortsbrugkrachtens raadsbesluit dd. bij koninklijk besluit dd. 19 December 1860. BUVOEOSBL BEHOORENDE BIJ DE LHEÏWABDER CODBAOT. 6 3 Mei 1860 goedgekeurd 3 Mei 1860goedgekeurd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1881 | | pagina 35