Hij lage no. 1. Rapport omtrent 3 reclames tegen het 2e euppletoir kohier. Behandeling. Rapport omtrent een bij gedeputeerde staten ingediend bezwaarschrift tegen het 2e suppletoir kohier. Behandeling. Toewijzing door gedeputeerde staten. Rapport omtrent een vijftig reclames tegen het primitief kohier van hoofdelij- ken omslagdienst 1882. Behandeling. Aanbieding le suppletoir kohier, dienst 1882. Vaststelling. Goedkeuring door gedeputeerde staten. Behandeling der reclames bij gedeputeerde staten ingediend tegen het primi tief kohier van hoofdelijken omslagdienst 1882. Rapport omtrent 117 bezwaarschriften bij den raad ingediend tegen aanslagen op het primitief kohier der directe belasting op het inkomen. Behandeling. Het 2e suppletoir kohier der directe belasting op het inkomendienst 1882. Vaststelling. Besluit omtrent eene reclame van D. J. V. baron van Sijtzama. Behandeling vau bij gedeputeerde staten ingediende reclames tegen het primi tief kohier en van bij den raad ingediende reclames tegen het 2e suppletoir kohier. Militie en Schutterij. (Zie schutterij). Muziekkorps. Benoeming van leden der commissie voor het korps. Onderwijs (hooger). (Zie gymnasium). Onderwijs (lager). a. Benoemingen van onderwijzers. Voorstel van burgemeester en wethouders tot benoeming van onderwijzeressen in de handwerken. Benoeming. Dankbetuiging van mej. C. Asman voor hare benoeming tot onderwijzeres. Mededeeling van de benoeming van hoofden van hulpscholen. Benoeming van mej. M. HempeniusC. A. Meeuwis en G. W. Kijlstra tot onderwijzeressen en van P. de Boer tot onderwijzer. Benoeming van P. F. de Haan tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 2. Voordragt tot benoeming van eene onderwijzeres aan gemeenteschool no. 8. Benoeming van mej. L. Postma. Voordragt tot benoeming van 2 onderwijzeressen in de handwerken. Benoeming van mej. F. van Bateles en W. v. d. Sluis. Mededeeling der benoeming van onderwijzers voor het herhalings-onderwijs. J Voorstel tot benoeming van eene onderwijzeres aan gemeenteschool no. 10. Benoeming van mej. E. P. Bersma. Benoeming van D. Zijlstra tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 7. Benoeming van mej. E. Posthuma tot onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3 Benoeming van E. Colmjon tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 6. Voordragt ter benoeming van een onderwijzer aau gemeenteschool no. 2. Benoeming van D. Gerbensma. Benoeming van O. Sijtstra tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 4. 9 Maart 12 Januarij 26 12 12 12 9 Februarij 2 Maart 9 2 9 1 27 27 11 Mei 29 Junij 13 Julij 10 Augustus 10 24 7 September1 Dag der vergadering. Afd 27 April II 11 Mei IV 25 II 8 Junij IV 22 III 22 II 29 IV 22 II 29 IV 13 Julij II 7 September IV 14 II 23 IV 14 II 28 IV 26 October 14 December 71 April No. of letter. Blad/.. 1 29 7 36 1 37 5 52 3 53 X 53 3 55 4 53 2 55 4 57 12 72 2 73 77 4 73 9 83 8 105, 106 5 133 71 5 20 II 5 1 IV 6 8 III 3c 2 5c, d 2 IV 6 3 V 14 II 2 17 IV 6 20 II 3 17 IV 7 20 III a 25 n b 30 71 7 30 IV 2 35, 36 71 I 55 71 2 57 4 67 II 1 67 IV 2 69 71 11 72 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1882, 1 VOORSTEL van burgemeester en wethouders betrekkelijk overname in eigendom enz. van voor publieke straat bestemden grond in de Houtstraat. Mijne Heer en! Reeds in 1880 hebben W. Loot en andere eigenaren van panden in de Houtstraat zich tot het gemeentebestuur ge wend met verzoek om de strooken grond langs de huizen van gemeentewege te bestraten en te rioleren. Nadat wij den directeur der gemeentewerken daarover had den gehoord en den adressanten de voorwaarden hadden me degedeeld waarop wij genegen waren aan u een daartoe be trekkelijk voorstel te doen bleef deze zaak een geruimen tijd rustenomdat van de zijde der adressanten met de gestelde voorwaarden geen genoegen werd genomen. Bij ongedagteekend adres, ontvangen den 10 September 1881, hebben gemelde eigenaren zich op nieuw tot ons gewend mét verzoek te willen medewerken tot verbetering van den toestand in de Houtstraat. Wy stelden dat adres in handen van den directeur der geiileentewerken om berigt en advies. Uit de missive van dien ambtenaard.d. 30 December 1881, no. 577/3 blijktdat enkele door de adressanten in de gestelde voorwaarden verlangde wijzigingen kunnen worden toegegeven. Wat aangaat de bijdrage in de kosten van bestrating en riolering door adressanten te voldoenaanvankelijk door ons gesteld op ƒ1769.50, deze kan volgens het nader advies van den directeur worden terug gebragt op ƒ1000, omdat eerst- gemeld bedrag is gebaseerd op aankoop van waalstraatklin- kert voor de bestratingdie echter kan worden vervangen door balsteenen die beschikbaar zijn of zullen worden. De adressanten hebben voorts aangebodenom aan de ge meente kosteloos in eigendom over te dragen den gronddie voor publieke straat zal worden bestemdzooals die op de teekening is aangeduid, met de ronde hoeken daarop aangebragt. De aan weerszijden van de geprojecteerde straat overblij vende grond blijft liet eigendom van de adressanten met vrij lating om dien grond tot bleekjes te bestemmen, of wel voor stoepen in te rigtenonder uitdrukkelijke voorwaarde ech ter dat daarop geen kippenhokken of andere getimmerten van welken aard ook mogen worden geplaatst. De gemeente zal zich daarentegen moeten verbinden om den gronddie wordt afgestaante bestraten op de wijze als hiervoren reeds is vermeld en te rioleren zoo als op de hierbij overgelegde teekening is aangeduid. Het komt ons voordat de regeling dezer zaakzooals die nader door den directeur der gemeentewerken in zijne aangehaalde missive is uiteengezetop voor de gemeente en de adressanten aannemelijke gronden steunt. Wij herinneren dat hierbij zijn in acht genomen de rege len indertijd gesteld bij de bestrating en riolering van de Bleekers-, Dwars- en Westerstraten. De bijdrage, die destijds door de belanghebbende eigenaren is voldaanbedroeg Vs ge deelte in de kosten van die werken. Deze maatstaf komt na genoeg overeen met die, waarnaar de retributie thans is berekend. Voor de vereenvoudiging in de overdragt is het wensche- lijk dat voor den door de adressanten af te stanen grond eene koopsom wordt gesteld van 100 en de retributie door hen aan de gemeente té betalen daardoor wordt verhoogd met dat bedrag en gebragt op ƒ1100. Wij hebben mitsdien de eer u voor te stellen te besluiten aan de adressanten te kennen te geven Bijvoegsel behoorende bu de Leeuwarder Coürart. I. Dat het gemeentebestuur genegen is, voorbehoudens goetb- keuring van heeren ged. staten, in eigendom over tenement a. het gedeelte der Houtstraatloopende van Camstraburen in westelijke rigting tot het midden der sloot, ten oosten van het perceel ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie E no. 1151 over eene lengte van 114 meter en eene breedte van 4 meter; b. het gedeelte terreinloopende in noordelijke rigting van de Houtstraattot op één meter aiktand van het perceel ten kadaster als voren bekend in sectie E no. 633over eene lengte van 47 meter en eene breedte van 4 meter; c. den grond die tengevolge het maken van een ronden hoek, getrokken met een straal van 2.60 meter aan de oost zijde van den noordelijk loopenden weg van het terrein van den heer T. Helderen door het maken van een ronden hoekgetrokken met een straal van 4 meteraan de west zijde van dien weg, van het terrein van S. Jansma zal vrij vallen een en ander zooals is aangeduid op de door den directeur der gemeentewerken overgelegde situatie-teekening en zulks tegen betaling van eene som van ƒ100, en die we gen vóór den 1 September 1882 te bestraten, rioleren en van putten en kolken te voorzienop de wijze zooals het gemeen tebestuur zal vermeenen te behooren. II. Dat het gemeentebestuur eveneens genegen is aan de eigenaren van huizen of open erven gelegen aan de sub. 1 gemelde wegenvergunning te verleenen voor elk perceel eene waterlossing te verbinden met het te maken hoofdriool, mits die spruitiiolen niet gebruikt worden voor afvoer van faecale stoffen en verder onder voorwaarde 1. dat de overblijvende strook grond aan het noordeinde van de straatgrenzende aan het perceel kadastraal bekend in sectie E no633 lang 1 meterbreed 4 meterniet mag worden bebouwd en ten allen tyde door het gemeentebestuur in eigendom kan worden overgenomen tegen eene sombe rekend naar den prijs waarvoor de bovenbedoelde strooken grond aan de gemeente worden afgestaan 2. dat alle regenbakken putten kolken riolen enz., voor zooverre die zich op of in den afgestanen grond sub I van dit besluit omschreven bevinden het eigendom der gemeente worden en, zoo noodig, verwijderd kunnen worden op de wijze als het gemeentebestuur zal vermeenen te behooren, zonder aanspra kelijk te zijn voor de eventueel daaruit voortvloeijende gevolgen 3. dat de aan weêrsz den van de geprojecteerde straten overblijvende grondvoor zoover die niet tot stoepen zijn ingerlgttot bleekjes mogen worden bestemd onder uitdruk kelijke voorwaardedat daarop geen kippenhokken of ander getimmertevan welken aard ook mogen worden geplaatst. Indien op dien grond stoepen worden aangelegddan zul len deze ter breedte van plus minus 1 meter, minstens 10 centimeter hooger dan de bestrating moeten worden aangebragt. De stoepen vóór de huizenplaatselijk gekwoteerd Hout straat nos. 3, 5, 7, 9, 11, 13 en 15 zullen, alvorens met de bestrating een aanvang wordt gemaaktvoorzien moeten worden van een keermuurtje op een afstand van minstens 1 meter, buitenwerks gemeten, van de voorgevels der genoemde panden. In die stoepen moet een afwateriugsbuis naar het van wege de gemeente aan te brengen riool worden gelegdeen en an der door en ten koste van de betrokken eigenaren en op aanwijzing van den directeur der gemeentewerken 4. dat het gemeentebestuur het regt heeft aan de gevels van de huizen, zonder eenige vergoeding, lantaarnarmen of naambordjes tot aanwijzing der straat aan te brengen 5. dat adressanten in de kosten voor riolering en bestra- 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1882 | | pagina 1