Bijlage no. 11. VERANTWOORDING.
11
42 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1882.
van burgemeester en wethouders der gemeente Leeuwarden, wegens de INKOMSTEN
en UITGAVEN van de Gemeenteover het dienstjaar 1881.
Werkelijk
bedrag vol
gens de
rekening.
INKOMSTEN.
2
IV
7 ii
o
10
17
VI
VII
VIII
41,936.04
19,500.
147,878.21
1,824.
516,60
099.85
5,175.04
28,070.705
De gemeenterekeniDg over 1879 werd door gedeputeerde staten, bij resolutie van
den 11 November 1880, no. 11, goedgekeurd met een batig saldo van ƒ41,936.04.
De rekening over 1880 werd afgesloten met een saldo van ƒ51,394.66.
Daarover werd bij raadsbesluit van 8 September 1881 beschikt tot een bedrag van
19,500:ter verevening van uitgeloote obligatiën die vóór de afsluiting der reke
ning niet ter aflossing waren aangeboden en ter bestrijding van uitgaven voor bui
tengewone werken, waarvan de uitvoering in 1880 aangevangen was, doch die niet
zoover voltooid waren, dat de kosten alle in de rekening van dat dienstjaar konden
worden aangebragt.
Volgens de vastgestelde kohieren was het invorderbaar gesteld bedrag dezer belas
ting als volgt
primitief kohier 149,627.06
suppletoire kohieren 3,513.36s
153,140.42s
Daarop werd afschrijving verleend tot een bedrag van ƒ2,977.60, terwijl bij raads
besluit oninvorderbaar werd verklaard ƒ2,001.85, zoodat te ontvangen ƒ148,160.975.
Hiervan werd geïnd ƒ147.878.21 en bleef nog te verhalen ƒ282.765.
Bij de begrooting werd geïaamd ƒ147,393.14.
Wegens belasting op het houden van honden moest, volgens de vastgestelde kohie
ren, worden ontvangen ƒ2,079.Hiervan werd als oninvorderbaar afgeschreven
ƒ255. zoodat de zuivere opbrengst bedraagt ƒ1,824.
Bij de begrooting werd ƒ1,500.geraamd.
In verband met de opbrengst over 1880, werd op dit artikel geraamd eenesomvan
700.Tengevolge minder druk bezoek van de jaarmarkt, bleef de ontvangst aan
merkelijk beneden de raming.
De opbrengst van leges bedraagt belangrijk meer dan de geraamde som ad 540.
in verband met het in werking treden van een gewijzigd heffingsbesluit
De opbrengst van bruggelden bij gaardering, werd bij de begrooting geraamd op ƒ7,201.50,
in verband met de opbrengst van een vorig jaar.
Tengevolge van de plaats gehad hebbende verpachting der hier bedoelde opkomsten
bleef de ontvangst belangrijk beneden de raming.
Tegenover deze mindere opbrengst staat eene besparing van uitgaven wegens be
looning van de gaarders. Daarvoor werd in overeenstemming met het genoten bedrag
geraamd 3,442.
Er is uitgegeven 1,406.805
alzoo mindere uitgaaf 2,035.195
De opbrengst van schoolgelden bleef ƒ1,694.295 beneden de raming.
Het volgend overzigt wijst het verschil tusschen de raming en opbrengst aan.
Gymnasium
Middelbare school v. meisjes
raming
1881
4,540.-
4,500.—
1881
4,935. -
5,029.75
opbrengst
1880
3,582.50
4,677.875
Transportere 9,040.
9,964.75
8,260.375
-fey*1
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1882.
r3
Werkelijk
-M
CO
O
bedrag vol
<x>
't,
gens de
O
2
rekeniüg.
INKOMSTEN.
18 II
19
vim
21
23
30
38
41
47
50
53
III
IV
17
715.14s
7,452.01
371.50
445.34
3,984.56
4,317.01
12,664.—
3,299.99
Transport
Burgerschool
Gemeenteschool no. 1
id. 2
id. 3
id. 4
id. 5
id. 6
id. 7
le Bewaarschool
2e
3e
raming
1881
9,040.—
200.—
870.—
6,000.—
4,960.—
5,000.—
1,100.—
540.—
745.—
560.—
350.—
400.—
opbrengst
1881
9,964 75
208.75
883.75
4,379.50
4,437.50
4,647.255
982 02 s
537.17
712.50
587.50
328.50
401.50
1880
8,260.37 s
221.25
893.85
5,734.375
5,343.75
5,018.72 s
1,021.25
538.35
752.10
506.75
331.25
392.75
29,765.— 28,070.70 s 29,014.77 s
Het gewijzigd heffingsbesluit vastgesteld bij raadsbesluit van 12 Mei 1881 was op de
mindere opbrengst van invloed.
Op dit artikel werd geraamd ƒ300.De opbrengst bedraagt even als ten vorigen
jare belangrijk meer, tengevolge der meerdere ontvangsten wegens herstellingen aan
straten in verband met de vernieuwing van gasbuizen.
Wegens beursregten werd op de begrooting uitgetrokken eene som van ƒ6,000.1
De opbrengst bleef echter belangrijk beneden die raming, waarvan mede oorzaak was
dat eerst met den 1 Maart 1881 de heffing der regten is toegepast.
De opbrengst wegens huur van huizen, bedraagt meer dan de geraamde som, hoofdzakelijk
doordien eene huur van 300.is ontvangen voor het huis in de Groote Hoogstraat bij het
rijk in gebruik geweest voor ijklocaal, waarop bij de raming niet was gerekend, met het oog op
de vermoedelijk vroegere in gebruik neming van het nieuwe ijkkantoor aan de Oosterkade.
Naar de opbrengst over 1880 werd de pacht van grasgewas geraamd op ƒ500.
Bij publieke verpachting in 1881 werd slechts geboden ƒ371.50.
In verband met de meerdere opbrengst van de exploitatie en de mindere uitgaven der gasfa
briek dan bij de begrooting was geraamd, is door de gemeente minder voorschot ten behoeve
der fabriek gegeven, weshalve ook de te vergoeden renten beneden het begrootingscij-
fer zijn gebleven.
De opbrengst van boeten ter zake policie-overtredingendie uit den aard der zaak
moeijelijk met eenige juistheid zijn te ramen, bedraagt ƒ204.66 minder, dan deswege
op de begrooting was uitgetrokken.
Deze som stemt overeen met de uitgaaf op art. 4, afdeeling V van hoofdstuk VII?
De ontvangst op dit artikel is berekend naar de som die door de gemeente voor
verpleging van behoeftige krankzinnigen over 1881 werd betaald.
Ingevolge koninklijk besluit van 11 Aug. 1879, no. 2, wordt door het rijk vergoed
hoogstens de helft der daarvoor aangewezen uitgaven ten behoeve van het onderwijs aan
het gymnasium, na aftrek van de ontvangen schoolgelden. Het ter zake ontvangen
bedrag bleef ƒ1161.beneden de daarvan gemaakte raming.
Bij het sluiten der rekening over 1880, bleef te verhalen wegens belasting op het
inkomen en op het houden van hondenzoomede wegens onbetaalde grondpacht en een
gedeelte huur van een huis te zamen tot een bedrag van 894.69'
Hierop werd ontvangen eene som van
Als oninvorderbaar werd afgeschreven
242.80
282,275
Zamen
Blijft te verhalen
525.07 s
369.62