Bijlage no. 23 118 Bijlage tot het verslag der handelingen van vergadering van 10 Augustus 1881 van den genomen voor- loopigen maatregel kennis gegeven de brief volgde eerst den 25 Augustus 1881en in de plaats van verleende goed keuring"had eigenlijk moeten worden gesproken, van „niet onthouden goedkeuring". Voor ons echter kwam het geheel op hetzelfde neder of burgemeester en wethouders onze handeling goedkeurden of geen bedenking daartegen opperden. Wie onpartijdig oordeeltzal het ongetwijfeld met ous eens zijn. III. Het slotwoord hebben wij bewaard omhoe ongaarne ookterug te komen op de zijdelingsche beschuldiging van burgemeester en wethoudersdat de bestrijding van hun voorstel in de zitting van 13 Julij j.l.niet de kenmerken van parlementaire welwillendheid zou hebben gedragen. Wij herinnerendat door burgemeester en wethouders nadat zij ons nooit eenige de minste op- of aanmerking over ons handelend optreden in de onderwerpelijke aangelegenheid hadden medegedeeld, eensklaps, na verloop van bijna een jaarin een openbaar gemaakt stuk over onze commissie werd gesproken op eene wijzealsof zijbuiten wet of verorde ning zelfstandig zou zijn opgetreden dat èn door den bur gemeester èn door den bedoelden wethouder die beschuldiging in de openbare laadsvergadering werd herhaalddat door laatstgenoemde met ronde woorden aan onze commissie zelfs werd verwetenbuiten, medeweten van burgemeester en den gemeenteraad te Leeuwarden1882. wethouders een tijdelijk directeur der gasfabriek te hebben benoemd. Eu nu wenschen wij het den raad te hebben gevraagd of waar de innige overtuiging bij onze commissie bestonddat haar onverwijld handelend optreden dringend noodig was ge weest in de hoogst moeijelijkö omstandighedenveel moeije- lijker dan burgemeester en wethouders wel ooit schijnen te hebben ingezien waarin de gasfabriek na het overlijden van den vorigen directeur verkeerde, terwijl van den eersten oogeu- blik afgelijk wij voldingend gelooven te hebben aangetoond, nietsletterlijk nieisdoor haar was verrigt zonder er ter stond burgemeester en wethouders kennis van te geven of er hunne goedkeuring op te vragenof danwenschen wij te vragenbij de verdediging onzer commissie het toonen van meerdere of mindere gevoeligheid niet zeer ligt verklaar baar was? Wij gaan zelfs verder en vragenof na het aangevoerde niet veeleer op burgemeester en wethouders zeiven zou moeten terugvallen het verwijt van gebrek aan parlementaire welwil lendheidte meer waar het betreft eene commissievan welke door hen zeiven, in hun ter raadsvergadering van 13 Julij j.l. behandeld voorstel, werd getuigd, „dat zij de meest onmis bare commissie van bijstand voor het dagelijksch bestuur is „geworden." De commissie voor de gemeentelijke gasfabriek J. J. BRUINSMAVoorzitter. A. DU PARC, Lid en Secretaris. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1882. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening tot heffing van regten voor het gebruik van de beurs. MIJNE HE EREN! Blijkens het verslag van de commissie van rapporteurs is er bij de behandeling in de sectiën van de gemeentebegrooting voor 1883, op gewezen dat het regt voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakten in de beurs te hoog is gesteld. Dat wij dat gevoelen deelengaven wij reeds te kennen in de memorie van beantwoording van dat verslagmet toezeg ging tevens, dat wij een voorstel in den gewenschten zin zouden indienen. De beurscommissie heeit in het aangevoerde aanleiding gevonden om eene spoedige wijziging van het be trekkelijk heffingsbesluit aan te bevelen. De noodzakelijkheid voor eene verlaging van bovengemeld regt blijkt voldoende uit het feitdat er tot nu toe nagenoeg geen gebruik van de gelegenheid tot publicering in het beurs- lokaal wordt gemaakthetgeen volgens het oordeel der beurs commissie alleen is toe te schrijven aan het hooge regtdat daarvoor moet worden betaald. Wij zijn van meening, dat bij het vaststellen van het regt, waarbij onder anderen tot maatstaf is ge omen de retri butie geheven voor publicering in stationsgebouwen niet ge noeg rekening is gehouden met de omstandigheiddat de beurs slechts een enkelen dag per week voor het publiek is open gesteld. De bestaande bezwaren zullen naar onze overtuiging worden 119 weggenomen indien het regt per vierkante decimeter wordt vastgesteld a. per week op 2>/a cent. b. drie maanden op 5 .en c. jaar op V 10 Naar aanleiding van het aangevoerde hebben wij de eer u voor te stellen de betrekkelijke bepaling in den aangegeven zin te wijzigen en daartoe vast te stellen navolgend besluit De raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat het wenschelijk is, art. 5 der verordening tot heffing van regten voor het gebruik van de beursvan den 9 December 1880goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 5 January 1881, no. 4, te wijzigen Gezien art. 232 en 233 der gemeentewet; Besluitonder 's konings goedkeuring Art. 5 der verordening bovengenoemdte wijzigen als volgt Art. 5. Voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakten wordt het volgend regt per vierkante decimeter geheven: a. per week 2>/s cent. b. drie maanden 5 en c. jaar10 De aanwijzing van aanplakborden en muurvlakten geschiedt door de beurscommissie. Dit besluit treedt in werking den 1 January 1883. Voorgesteld ter raadsvergadering van den 23 November 1882 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, W. J. v. W. RENGERS. De Secretaris, P. A. BERGSMA.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1882 | | pagina 59