Bijlage no. 20.
Bijlage tot het Terslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1883.
99
VERSLAG der commissie van rapporteurs
uit de sectiën van den raad der gemeente
Leeuwarden, omtrent het voorstel van bur
gemeester en wethoudersbetreffende uit
breiding van de gemeentelijke gasfabriek,
ingekomen ter raadsvergadering van den 27
September 1883.
MIJNE HE EREN!
In alle de afdeelingen liepen de beschouwingen in hoofd
zaak over de algemeene strekking van het ingediend voorstel.
In twee der afdeelingen werd allereerst de vraag gedaan
waarom in het plan van burgemeester en wethouders geen
melding was gemaaktnoch van het zoogenaamd terrein voor
de houtveilingentusschen de gasfabriek en de infanterie-
kazernenoch van het land bij de herberg de Bleek aan de
andere zijde der gracht tegenover de gasfabriek gelegen.
Hiertegen werd aangevoerd dat die terreinen voor de plaat
sing van een nieuwen gashouder niet in aanmerking konden
komen met het oog op de daaraan om den verren afstand
van de gasfabriek verbonden technische bezwaren.
Het hoofdbezwaar tegen het voorstelzooals het door bur
gemeester en wethouders was ingediend was volgens de over-
groote meerderheid in de drie sectiëndaarin gelegendat
daardoor de bestaande toegang tot de stad aan de noordelijke
zijde zoude vervallen en in de plaats van den tegenwoordigen
regten rijweg langs de gasfabriekaan de andere zijde een
nieuwe weg zoude worden gemaaktdie om zijne kromming
in het gebruik aan vele bezwaren onderhevig was.
Tegen deze algeheele verlegging van den weg naar- en den
toegang tot de stadwerden ook nog bijzondere bedenkingen
aangevoerd.
Zoo werd er op gewezendat de nieuwe aan te leggen
rijweg zoude loopen vlak langs de op den hoek van den
Arendstuin laatstelijk opgerigte gemeenteschoolhetwelk een
storenden invloed op het onderwijs moest uitoefenendat
langs den westkant der Voorstreek de gracht veel te smal is,
om, ook voor rijtuigen, eene vrije passage mogelijk te maken;
dat uit de verlegde passagezoowel voor rijtuigen als voor
voetgangersaan de bewoners der oostzijde in hunne nering
schade zoude worden berokkendzooals reeds kenbaar werd
uit het aan den raad ter zake ingediend adres van de be
trokken personendat de amotie van de rijks draaibrug over
de buitengrachtde bewoners van „Help u zelf' en Cambuur,
in de noodzakelijkheid zoude brengenom langs een aan-
merkelijken omweg de stad binnen te komenterwijl indertijd,
juist om de bewoners van Oldegalileëneen korteren toegang
tot de stad te verleeneneene loopbrug over de Dockumer
Ee is gelegd.
Evenzoo heeft de gemeente indertijd om eene kleine krom
ming in den weg buiten de voormalige Wirdumerpoort weg
te nemenniet onaanzienlijke opoffering zich getroostdoor
een gedeelte van het land aan de herberg de Klanderij be-
hoorende, tot zich te trekken.
Dat eindelijk de uitvoering der geprojecteerde plans in dit op-
zigteen grooten misstand zoude geven en het nu behagelijk
aspect der stad zoowel van de $uid- als noordzijdetotaal
zoude misvormen.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
Op grond van een en anderzoude de meerderheid dan
ook aan de voorgestelde uitbreiding hare goedkeuring niet
kunnen hechtenzulks te minderomdat van de noodzake
lijkheid in het geheel niet bleekterwijl immers de directeur
der gasfabriek in zijn plan een ander middel aan de hand
had gedaanom voor eene reeks van jaren in de behoefte
aan vermeerdering van gasberging te voorzienen bij het
welk de vermeerdering van gasverbruik circa 50 pet. zoude
kunnen bedragen.
En in elk geval zoude de door burgemeester en wethouders
aangegeven vergrooting van het fabrieksterreinsteeds mo
gelijk blijven.
Ook het aanzienlijk kostencijferaan het voorstel van bur
gemeester en wethouders verbondenvond bij onderscheidene
leden ernstige bedenking.
Velen waren daarbij ook van oordeeldat de begrooting
der kostendoor den directeur der gemeentewerken in dezen
opgemaakteen veel te optimistischen geest ademtbepaal
delijk ookwat de verwachte medewerking van het rijk be
trof, zoowel in betrekking tot de overname der brug als van
den weg zelf.
Men bragt daarbij in herinneringdat deze gemeente reeds
herhaaldelijk dienaaugaande eene treurige ondervinding had
opgedaan.
Eindelijk werd nog in twee der sectiën de vraag gedaan
of niet bij de beoordeeling van de voorgestelde uitbreiding
der gasfabriekrekening moest worden gehouden met het
electrisch lichtdat vermoedelijk een geduchte concurrent op
dit gebied zoude worden. Hiertegenover stelde men echter
de meeningdat het gas naar veler gevoeleneene groote
toekomst behoudtook naast het electrisch lichtomdat het
niet enkel tot verlichtingmaar mede tot verwarming dient
en het bovendien als beweegkracht wordt aangewend.
Op een geheel ander standpunt plaatste zich de minderheid
in dezenZij toch was van meeningdat het voorstel van
burgemeester en wethouders niet eenzijdig behoorde beschouwd
te worden als eene kwestie van meerdere gasberging alléén
maar tevens ook als een middelom de verwante- of neven
producten op eene meer voordeelige wijze in exploitatie te
kunnen brengendan tot nu toe het geval was. Bepaalde
lijk wees zij er met nadruk opdat eerst door uitvoering
van deze ingediende plans de mogelijkheid werd geboren om
op het terrein zelf eene salmoniac-fabriek te plaatsen.
Doch tot eene verbetering in de gasfabriekaadje alléén
wenschte de minderheid zich niet te bepalen. Zij oordeelde
ook het oog te moeten vestigen op de bij het voorstel van
burgemeester en wethouders betrokken meer algemeene belan
gen van gemeente en provincie.
En deze zouden alleen bij de aangegeven terrein-vergroo
ting kunnen worden gebaatomdat aldus de algemeen als
gebrekkig erkende toestand van het vaarwater bij de tegen
woordige rijksbrug en verder opbij den toegang tot de Doc-
kumer-Ee aanmerkelijk zal worden verbeterd door afgraving
eenerziids en verbreeding anderzijds.
In betrekking tot de bijzondere bezwaren door de meer
derheid tegen de voordragt van burgemeester en wethouders
aangevoerd, werd het navolgende opgemerkt
Dat er tegen de vervanging van den weg, langs het wes
telijk terrein der gasfabriek door een rijweg naar de stad en
omgekeerdaan de overzijde der grachtop de wijze zooals
dit in het rapport van den directeur der gemeentewerken is
14