Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1S8G. g. spreekoefeningenwaartoe behoort het leeren van kin derversjes. Het geven van lager en van godsdienst-onderwijs is verboden. Art. 6. Aan het hoofd van iedere school staat eene onderwijzeres. Zij moet den leeftijd van drieëntwintig jaren hebben be reikt en in het bezit zijn van a. eene acte van toelating als bewaarschoolhouderes; b. een getuigschrift van zedelijk gedrag. Art. 7. De hoofden der scholen dragen den naam van hoofdonderwijzeres. Zij worden benoemd door den gemeenteraad uit eene voor- dragt van drie personendoor burgemeester en wethouders in te dienen. Burgemeester en wethouders kunnen de candidaten vooral aan een vergelijkend onderzoek naar hare geschiktheid en be kwaamheid onderwerpen. Art. 8. De hoofdonderwijzeressen worden op voordragt van bur gemeester en wethouders door den gemeenteraad ontslagen. Ilare schorsing geschiedt door burgemeester en wethouders. l)e schorsing heeft plaats voor niet langer dan eene maand en zonder stilstand van jaarwedde. Art. 9. Aan iedere school is eene hulponderwijzeres verbonden. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van de hoofd onderwijzeres treedt zij in hare plaats op. De hulponderwijzeressen moeten den leeftijd van twintig jaren hebben bereikt, ten minste één jaar aan eene bewaar school werkzaam zijn geweest en blijken hebben gegeven van: a. eene voor haren leeftijd voldoende kennis en ontwikkeling; b. in het bezit te zijn van muziekaal gehoorvan eene goede stem en van zuivere uitspraak der Nederlandsche taal; c. ligchamelijke geschiktheid; d. zedelijk gedrag. Art. 10. De hulponderwijzeressen worden benoemd door burgemeester en wethoudersde hoofdonderwijzeres gehoord. Haar schorsing en ontslag geschieden door burgemeester en wethouders. Op de schorsing is van toepassing het laatste lid van artikel 8. Art. 11. Aan iedere school zijn zoovele kweekelingen werkzaam, als door burgemeester en wethouders noodig wordt geoordeeld, benevens eene oppasster. Zij worden door of van wege burgemeester en wethouders benoemdgeschorst en ontslagen. De kweekelingen moeten den leeftijd van vijftien jaren heb ben bereikt. Indien van wege de gemeente de gelegenheid tot hare oplei ding wordt gegeven, zijn zij verpligt daarvan gebruik te maken. Art. 12. De hulponderwijzeres, de kweekelingen en de oppasster ge dragen zich in alles, wat de schoolorde, de werkzaamheden en de behandeling der kinderen betreftnaar de bevelen der hoofdonderwijzeres. Art. 13. De toelating der kinderen geschiedt met den 1 Januarij, den 1 Aprilden 1 Julij en den 1 October. Op voordragt van de hoofdonderwijzeres kan hieropom bijzondere redenendoor of van wege burgemeester en wet houders uitzondering worden toegelaten. Art. 14. Zijdie kinderen verlangen te hebben toegelatendoen daartoe ten minste acht dagen te voren bij de hoofdonderwij zeres aangifte. Ten blijke der toelating wordt hun een schriftelijk bewijs verstrekt. Art. 15. De toelating geschiedt door of van wege burgemeester en wethouders. Bij de toelating wordt zooveel mogelijk gelet op de woon plaatsen der oudersvoogden of verzorgers der kinderen en op de beschikbare ruimte. Art. 1G. De leermiddelen worden door de gemeente verstrekt. Art. 17. Onverminderd het bepaalde bij het koninklijk besluit van 4 Mei 1883 (Staatsblad no. 41), wordt de iurigting der school- localen door of van wege burgemeester en wethouders vastgesteld. Art. 18. Op iedere school wordt jaarlijks eene openbare les gehouden ten overstaan van eene commissie uit den gemeenteraad. Het tijdstip daarvoor wordt telkens door of van wege bur gemeester en wethouders bepaald. Art. 19. Er wordt school gehouden op iederen werkdag, voormiddags van 9 tot 11 Va uur en namiddags, zaturdags alléén uitgezon derd van 2 tot 4 uur. Art. 20. De regeling der vacantiën geschiedt door of van wege bur gemeester en wethouders. Art. 21. De jaarwedden bedragen a. van de hoofdonderwijzeressenƒ800. b. van de hulponderwijzeressen- 300. of, zoo deze in het bezit zijn eener acte van toe lating als bewaarschoolhoudercs- 400. c. van de kweekelingen van 50 tot - 200. d. van de oppassters -100 t, - 150. In ieder der beide laatstgenoemde gevallen geschiedt de be paling van het bedrag door burgemeester en wethouders. Art. 22. Het beheer der bewaarscholen is opgedragen aan burge meester en wethouders. Onverminderd het bepaalde bij art. 15 sub cin verband met art. 73 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127), worden zij daarin bijgestaan door eene vaste raads commissie van vier leden. De werkkring dezer commissie wordt geregeld overeenkom stig art. 55 der gemeentewet. Art. 23. De bepalingen omtrent de orde en tucht op de scholen en hetgeen tot verdere regeling van het in (leze verordening voorgeschrevene mogt noodig zijn worden binnen zes maanden na het in werking treden dezer verordening vastgesteld door burgemeester en wethouders. mÊÊÊ Bijlagen tot het verslag der handelingen Art. 15. Zij wordt door burgemeester en wethouders gehoord in de gevallen, genoemd bij het tweede lid van art. 7, het eerste en het tweede lid van art. 8, het tweede lid van art. 10het eerste lid van art. 11 en sub c van art. 21, zoomede over de uitvoering van art. 23 der meergemelde verordening, en voorts zoo dikwijls burgemeester en wethouders dit noodig oordeeleu. Art. 16. Jaarlijks voor den 15 Julij zendt zij aan burgemeester en wethouders eene begrooting van de uitgaven, in het volgende jaar voor de gemeentelijke bewaarscholen vereischt, hieronder niet begrepen de kosten van onderhoud der gebouwen en van brandstollen Zij voegt hieraan toe een opgave der haar bekende gebreken aan gebouwen en schoolmeubelen, die in het volgende jaar voorziening eischen. Art. 17. Vorderen de bedoelde gebreken onmiddellijk voorziening met het oog op de reinheid der lokalendan geeft zij hiervan schriftelijk kennis aan den directeur der gemeentewerken. Art. 18. Zij houdt een naauwkeurig toezigt op het gebruik van de gebouwen, schoolmeubelen en brandstoffen. De leermiddelen worden alléén verstrekt op een bewijs van den betrokken school-cornmissaris. Art. 19. Zij houdt een naauwkeurig toezigt op de hoedanigheid en het gebruik van de geleverde, leermiddelen. Art. 20. Zij zendt na afloop van ieder haltjaar de rekeningen der leermiddelen, voorzien van de goedkeuring van den betrokken school-commissaris en van de hoofdonderwijzeres, aan burge meester en wethouders. den gemeenteraad, te Leeuwarden 188G. Art. 21. Zij kan door burgemeester en wethouders worden gemagtigd om te voorzien in de aanschaffing of het onderhoud der school meubelen. In dat geval geldt voor de rekeningen het voorschrift van het vorige art. Op gelijke wijze wordt gehandeld met alle andere verstrek kingen waarvoor de zorg door burgemeester en wethouders aan de commissie mogt worden opgedragen. Zij bezoekt de gemeentelijke bewaarscholen ten minste twee malen 's jaars, hetzij gezamenlijkhetzij door de in art. 5 be doelde ledenziet toedat de verordeningen op deze scholen stipt worden nageleefd; houdt aanteekening van het onderwij zend personeel, van het getal leerlingen en van den toestand van bet onderwijs en doet jaarlijks vóór den 1 Maart aan burgemeester en wethouders een beredeneerd verslag van dien toestand. Art. 22. Zij geeft aan burgemeester en wethouders schriftelijk kennis van alles wat haar in het belang van het voorbereidend on derwijs op de gemeentelijke bewaarscholen noodig of wenschelijk voorkomt. OVERGANGSBEPALING. Art. 23. De eerste benoeming van de leden der commissie geschiedt in de vergadering, volgende op die, waarin deze verordening i- vastgesteld. Aldus besloten enz. Voorgesteld in de raadsvergadering van den 13 Julij 1*H(>. De Commissie voornoemd, A. DU P ARC, Rapporteur. J. S. van I1ARINXMA thoe SLOOTEN. E. PLANTENGA. gedrukt bij i.. g. i- hoekstkin. leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1886 | | pagina 10