BIJLAGE no. 10. Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1886. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast stelling van een besluit tot heffing van regten aan de waag met daarbijbehoorende ver ordening op de invordering. Mijne Heeren Bij koninklijk besluit van den 19 October 1886 no. 2, is kle heffing van regten aan de waag in deze gemeente toegestaan lot den 1 Januarij 1887. Ten einde de heffing dier regten na dat tijdstip te kunnen jbstendigen, moet opnieuw een daartoe strekkend besluit wor- klni vastgesteld en aan de koninklijke goedkeuring onderworpen. Wij zijn van oordeel, dat de bestaande bepalingenbehou- deus eene kleine toevoeging aan art. 8 van het heffingsbesluit ion veranderd kunnen worden vastgesteld. Wij hebben mitsdien de eer U de hierbij overgelegde ont worpen ter vaststelling aan te bieden van 1. een besluit tot heffing van regten aan de waag met daarbij behoorende memorie van toelichting Jwoaruit blijktdat de heffing der regten overeenkomstig de p ielen omschreven in art. 254 der gemeentewet, plaats heeft; [I. eene verordeningregelende de invordering der aan wo waag geheven wordende regten. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 24 Augus tus 1886 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden P. LYCKLAMA b NIJEHOLT. De Secretaris, P. A. BERGSMA. Ontwerp BESLUIT tot heffing van regten aan de Waag te Leeuwarden. De raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat er noodzakelijkheid bestaat tot nieuwe vaststelling van het besluit tot heffing van regten aan de Kaag; Gelet op art. 20 der vorordening regelende het gebruik van liet waaggebouw en op de artikelen 238 en 254 der ge- [neentewet Besluit: Art. I. Voor het wegen en verwerken der aan de waag aangevoerde karen is verschuldigd BOTER. 'Van elk vat0.16 Va 0.08 1i n '/i6 0.04 KAAS. \au elke partij van 12V2 kilogram of tuinder f 0.02 Boven de I2V2 tot en met 25 kilogram - 0.03 h 1/ 25 h H 50 11 0.08 lau elke meerdere 50 kilogram of minder - 0.06 WOL. Los of gepakt in zakken van minder dan 150 kilogram Van elke partij van 1272 kilogr. ot minder. f 0.02Y2 Boven de I2Y2 lot en met 25 kilogram - 0.04 1, 25 oO 0.09 Van elke meerdere 50 kilogram of minder - 0.07 Gepakt in balen of zakken, die per stuk 150 kilogram of meer wegen Van elke baal of zak/"0.30 GESLACHT VEE en alle andere NATTE en DROOGE WAREN. Van elke partij van 121 /o kilogr. of minder. f 0.021/2 Boven de 12Y2 tot en met 25 Kilogram O.OS1/^ n 25 50 - 0.087, Van elke meerdere 50 kilogram of minder - 0.06 Art. 2. Voor het door den waagmeester af te geven billet van elke gedane wegingindien dat verlangd wordtis verschul digd f 0.02V2. Art. 3. Behoudens het bepaalde bij art. 6 is voor het uitstallen van vaten boter en van kaas in de waag geen afzonderlijk regt verschuldigd. Voor het plaatsen en verwerken der aan de waag aange voerde vaten boterdie elders aan eene waag zijn gewogen en van het vereischte billet zijn voorzienis verschuldigd voor ieder 1/4 vat 5 cent en voor ieder 1/8 vat 3 cent. Voor het bewaren van vaten boter in de daarvoor bestemde bewaarplaats is door den belanghebbende telkens verschuldigd een regt van vijf cent per vat voor den tijd verloopende tus- schen den eenen en den auderen dag voor den verkoop van boter aan de waag bestemd met een minimum van vijf en twintig cent. Art. 4. De bij artikel 1 bepaalde regten zijn verschuldigd door hem die de weging heeft verlangd hetzij kooper of verkooper. De plaatsing der goederen in de waag wordt geacht, het verzoek tot weging in te sluiten. Het regt in art. 3 genoemd is verschuldigd door hem, die de bewaring heeft verlaugd. Art. 5. Onder de bij dit tarief bepaalde regten is niet begrepen wat krachtens het provinciaal reglement op de botervaten tot vin ding van tractement en reiskosten voor den keurmeester der botervatenwordt ingevorderd. Art. 6. Voor het gebruik van standplaatsen in de waag wordt per jaar een regt geheven van 50 cent per centiare. De aanwijzing der standplaatsen geschiedt bij loting op de wijze door de waagcommissie te regelen. Art. 7. Voor het gebruik vau aanplakborden en muurvlakken wordt het volgende regt per vierkante decimeter geheven a. per week5 cent. h. ,i 3 maanden25 c- it jaar50 H Art. 8. De regten bij art. 6 en 7 bedoeld worden bij vooruitbe taling voldaau. Het belastingjaar loopt van den len Januarij tot en met den 31 December. Die het gebruik van de standplaatsen be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1886 | | pagina 25