I BIJLAGE no. 11. I I Bijladen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1 8M' om-stol van burgemeester 1*11 wethouders tot wijzi ging van het besluit tot heffing van gemeente opcenten op de hoofd som der rijks personele belasting. Mijne Heer en T)e gewone uitgaven der gemeente bedragen volgens de ontwerp-beg rooting voor het dienstjaar 188? eene som van J' 9600.meer dan voor 18S6 en ruim /'ll000.meer dau voor 1885 terwijl de geraamde ontvangsten wegens op komsten van gemeentelijke bezittingen en verschillende baten gespecificeerd op de Hoofdstukken 111 en IV der begrooting voor 1887, 10897.minder bedragen dan over 1886 en ruim f 26000.minder dan over 1885. Dit laatste is in hoofdzaak een gevolg van de mindere op brengst der exploitatie van het aschland het wegvallen van vroeger genoten subsidie voor de Middelbare School voor meisjes, verminderiug van de tegemoetkoming in de verple- gingskosten van krankzinnigen en de vervanging van het vroeger genoten 4/3 der opbrengst van de rijks personele be lasting door een vaste uitkeering tot een lager bedrag dan vroeger daarvoor in de begrootiug kon worden opgenomen. Ook de gemeentelijke gasfabriek levert in verband met de rente betaling van een aanzienlijk kapitaal dat ten behoeve der verbetering dier fabriek van 1883 1885 is besteed, niet zoovele winsten op als in vorige jaren daarvan aan de gemeente ten goede kwamen. De bovenbedoelde vermindering van inkomsten heeft aan leiding gegeven tot de noodzakelijkheid, oin de opbrengst der belasting op het inkomen voor 1887 op de geineente-be»roo- ting uit te trekken tot het daarvoor bij het besluit tot heffing vastgestelde maximum. Hierdoor zal eene vermeerdering van gewone inkomsten worden verkregen van ƒ12125.doch alzoo niet tot zoodanig bedrag dat zonder verhooging van andere door de gemeente geheven wordende belastingen in de noodzakelijke uitgaven kan worden voorzien. Ln verband hiermede hebben wij gemeend U in overweging te moeten geven om de thans geheven w ordende gemeente opcenten op de rijks personele belasting te verhoogen Het komt ons voordat nu reeds ten vorigen jare en ook nu weer de percents gewijze heffing van de inkomstenbe lasting niet onbelangrijk is moeten worden verhoogd, het geene aanbeveling verdient, deze nog hoog er op ie voeren, ihaar dat dc voorkeur gegeven moet worden aan eene. vermeerdering van het getal opceuten op de hoofdsom der personele belasting. Ware der gemeente vrijheid gelatenten aanzien van het heffen van opcenten op de grondbelasting, wij zouden niet geaarzeld hebben, deze tot verhooging voor te draden, omdat wij ditin verband met de groote uitgaven, die de gemeente zich heeft getroost voor het dempen van grachten en de jaar lij ksche kosten van onderhoud van straten en riolen w elke uitgaven ongetwijfeld van invloed zijn op de waarde der ge bouwde eigendom menvooral in de gegeven omstandigheden, meest billijk zouden achten doch ree.Is sedert 1866 worden deze tot het bij de wet vastgestelde maximum geheven. Door de gemeente opcenten op het personeel thans met lü te verhoogen, houden wij ons tevens min of meer aan den grondslag der regeling in 1875 aangeuomentoen bij eene belasting op het inkomen tot een maximum van f 130000, de helling van 30 opceuten op de personele belasting werd vastgesteld, gevende eene opbrengst van f21620.72, Sedert is in de heffing dezer opcenten geene verandering gebragt, terwijl daarentegen het maximum van de inkomsten belasting tot f 190000 is verhoogd. Wanneer de gemeente opcenten van 30 op 40 worden ge bragt zal naar het tegenwoordig bedrag in hoofdsom der rijks personele belast ng, de gemeente uit deze heffing eene inkomst erlangen van f 38853.38 zijnde f9713.38 meer dan de geraamde opbrengst bij eene heffing van 30 opcenteu zou beloopenalzoo op de dienst van 1887 berekend o/er 8 maanden, eene som van f 6175.58. Ter voorziening in het te kort op de overige inkomsten tot dekking der uitgaven over 1887, zal dan nog eeue belasting op het inkomen moeten worden geheven tot een bedrag van f 189480.20, welk cijfer de heffing voor de dienst van 1886 met f 14306.69 Overtreft en f 32841.43 meer bedraagt dan noodig was op de dienst van 1885. Naar aanleiding van het voren staande hebben wij de eer U voor te stellen te bepa len, dat, aan te vangen met 1 Mei 1887, ten behoeve dezer gemeente zullen worden geheven 40 opcenteu op de rijks personele belasting en tot dat einde vast te stellen het vol gend besluit De raad der gemeente Leeuwarden, Gelet, op zijn besluit van den 5 December 1871, goedge keurd bij Koninklijk besluit van den le Februarij 1875 No. 5. Gezien de artikelen 240, 242, 243 en 247 der wret van 29 Junij 1851 (staatsblad no. 85) zooals die, wat de aange haalde artikelen betreft, is gewijzigd bij de wet van 7 Julij 1865 (staatsblad no. 79). Besluit Te begiunen met den 1 Mei 1887 worden ten behoeve der gemeente Leeuwarden 40 opcenten geheven op de hoofd som der rijks personele belasting. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 14 September 1886 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden P. LYCKLAMA a NIJEHOLT, de Secretaris P. A. BEKGSMA. GEDRUKT RIJ L. G. L. 110EKSTEIN TE LEEUWARDEN". i -V.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1886 | | pagina 27