BIJLAGE no. 15. Bijlagen tot het verslag der'handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1886. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast stelling van: 1. een ontwerp-verordening, houdende bepalingen omtrent het gebruik van de gemeentelijke gymnastieklokalen voor partikuliere lessen. 2. een ontwerp-verordening tot het heffen eener vergoeding voor het gebruik van die lokalen en de daarbij overgelegde memorie van toe lichting. 3. een ontwerp-verordening regelende de invorde ring dier Vergoeding en de daartoe betrekkelijke memorie van toelichting. M. H. In uwe vergadering van den 11 December 1884 werd over eenkomstig ons voorstel door u een besluit genomen in verband met de invoering van de gymnastiek als leervak op alle lagere gemeentescholen. O. a. werd door u besloten in te trekken de verordening (gemeenteblad van 1869 no. 4) houdende algemeene bepalingen voor het onderwijs aan de gemeentelijke gymnastiekschool. Die bepalingen toch betroffen voor het meerendeel het al gemeen bestuur en het toezicht op het onderwijs in bedoeld vak aan verschillende inrichtingen van hooger-, middelbaar- en lager onderwijs, welk bestuur en toezicht later aan burgemeester en wethouders en de onderscheidene commissiën van toezicht zijn opgedragenof hadden betrekking op orde en tucht en de aangifte van leerlingen, welk een en ander is geregeld bij nieuwe verordeningen. Een paar artikelen dier verordening hadden echter hunne kracht niet verloren. Deze hielden bepalingen in omtrent het gebruik van de gymnastiekschool door de onderwijzers tot het geven van privaat onderwijs. Met het oog daarop werd, mede bij bovenbedoeld besluit, aan ons college opgedragen uwe vergadering eene nieuwe verordening ter vaststelling aan te bieden, waarin o. a. zouden worden opgenomen de bepalingen van artt. 16, 17 en 18 van voormelde verordening van 1869. Art. 17 evenwel, dat in nauw verband stond met het slot van art. 15, heeft evenals dit zijn reden van bestaan verloren. Beide betroffen de aanvulling van eene onvoldoend bezette klasse of les van leerlingen der in art. 2 genoemde scholen door andere kinderen. Daar nu voortaan alle kinderen in de gemeeute, welke school zij ook bezoeken, gymnastiekonderwijs zullen kunnen ontvangen en er bovendien van onvoldoend bezette klassen geen sprake zal zijnkan de bepaling van art. 15 en met deze, die van art. 17 vervallen. Wij meenden dit te moeten mededeel en ter moti veering waarom het oude art. 17 niet in het nieuwe ontwerp is op genomen, en wij dus niet geheel aan de ons gedane opdracht hebben voldaan. Verder zijn wij van oordeel dat de vergoeding, die tot dus ver werd gevorderd voor het gebruik der gymnastieklokalen bij een afzonderlijk besluit behoort te worden geregeld en dat daarop de artt. 238 en 254 der gemeentewet van toepassing zijn, daar deze lokalen moeten worden gerangschikt onder de „openbare" gemeentewerkenbezittingen of inrichtingen. Wij hebben mitsdien de eer U bij deze ter vaststelling aan te bieden 1°. een ontwerp-verordening houdende bepalingen omtrent het gebruik van de gemeentelijke gymnastieklokalen voor par tikuliere lessen. 2°. een ontwerp-verordening tot het heffen eener vergoe ding voor het gebruik van die lokalen en de daarbij overge legde memorie van toelichting. 3°. een ontwerp-verordening regelende de invordering dier vergoeding en de daartoe betrekkelijke memorie van toelichting. Bij het eerste ontwerp is mede eene memorie van toelichting gevoegd. Wij deelen u tevens mede, dat ons voorstel omtrent dit onderwerp ingediend in uwe vergadering van 24 Augustus j.l bij deze door ons wordt ingetrokken. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 26 Octo ber 1886 door Bnrqemeester en Wethouders van Leeuwarden. Ontwerp-verordening houdende bepalin gen omtrent het gebruik van de gemeente lijke gymnastieklokalen voor partikuliere lessen. De raad der gemeente Leeuwarden, Gelet op zijn besluit van den 11 December 1884, waarbij is bepaald dat het gebruik van de gemeentelijke gymnastiek lokalen voor het geven van partikuliere lessen nader zal wor den geregeld, Besluit Vast te stellen navolgende Verordening, houdende bepalingen om trent het gebruik van de gemeentelijke gymnastieklokalen voor partikuliere lessen. Art.. 1. De gemeentelijke gymnastieklokalen en de daarin aanwezige toestellen kunnen door burgemeester en wethouders ten ge- bruike worden afgestaan aan onderwijzers in de gymnastiek voor het geven van partikuliere lessen en voor gezamenlijke oefeningen in de gymnastiek, mits alleen op uren die niet voor het openbaar gymnastiekonderwijs zijn bestemd Art. 2. De vergunning wordt telkens voor niet langer dan voor één jaar verleend en voor elk lokaal afzonderlijk en onder voor waarde dat de vergunning kan worden opgezegdin welk geval zij eindigt eene maand na de opzegging. Burgemeester en wethouders kunnen voorts aan iedere ver gunning zoodanige voorwaarden verbinden als zij noodig zullen oordeelen. Art. 3. De onderwijzerdie van de vergunning in art. 1 bedoeld gebruik wil maken, moet zich daartoe schriftelijk bij burge meester en wethouders aanmelden met opgave van het lokaal waarvan, het tijdvak waarvoor, en de dagen en uren waarop hij het gebruik zou wenschen. Indien hij tijdens den duur der vergunning wijziging ver langt in de dagen of uren of voor meerdere uren vergunning wenscht, doet hij daarvan nadere opgave, behoudens de be voegdheid van burgemeester en wethouders om het daartoe strekkend verzoek te weigeren. Art. 4. De onderwijzer, aan wie de vergunning is verleend, is ge houden tot vergoeding van alle schade gedurende en tengevolge van de lessen of oefeningen aan de lokalen en de meubelen en toestellen toegebracht, alsmede wegens het vermissen van voorwerpen. Hij verbindt zich hiertoe bij het doen zijner aanvraag om vergunning. Art. 5. Eene vergoeding is verschuldigd voor verwarming, verlichting en het schoonhouden der lokalen en wordt bij afzonderlijke verordening geregeld. Art. 6. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1887.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1886 | | pagina 47