Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1888.
Art. 7.
Zij. die in den loop van een dienstjaar belastingschul
dig worden of opl ouden dit te zyn, worden naar tyds-
gelang aangeslagen of ontheven, overeenkomstig art. 245
der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad no. 85) zoodanig
als dit is gewyzigd bij Art. ti der wet van 7 Julij i860
(Staatsblad no97
Tot inlichting wordt medegedeeld dat jaarlijks door
burgemeester en wethouders een kohier wordt opgemaakt,
waarop, onder een doorloopend nummer zyn aangebragt,
de namen der ingezetenen die volgens art2 van het
heffingsbesluit tot de belasting op het inkomen moeten
bijdragen met aanduiding van hunne woning, de klasse
van rangschikking, het bedrag van den aanslag enz.
Met het kohier wordt gehandeld overeenkomstig de
voorschriften van de artt. 2G4, 265 en 266 der gemeen
tewet zooals die zijn gewijzigd bij de wet van 28 Junij
1881 (Staatsblad no. 102), luidende als volgt:
Art. 264. De kohieren der hoofdelijke omslagen en
andere directe plaatselijke belastingen worden door bur
gemeester en weihouders opgemaakt en vastgesteld door
den raad.
Zij behoeven de goedkeuring van Gedeputeerde Staten,
alvorens uitvoering te kunnen erlangen.
Indien het besluit van Gedeputeerde Staten tot goed
keuring van een kohier door Ons wordt geschorst of ver
nietigd neemt het gemeentebestuurmet betrekking tot
dat kohier, art. 159 in acht
Binnen veertien dagen na de goedkeuring worden de
kohieren in afschrift gedurende vijf maanden op de secre
tarie der gemeente voor een ieder ter lezing nedergelegd.
Van de nederlegging geschiedt openbare kennisgeving.
Art. 265. Het aanslagbiljet wordt uitgereikt binnen
twee maanden na de goedkeuring van het kohierbe
helst een uittreksel uit het kohier, voor zooveel dit den
aangeslagene betreften vermeldt den dag der uitrei
king. Binnen drie maanden na die uitreiking kan de
aangeslagene tegen zyn aanslag bij den raad bezwaren
inbrengen.
De raad beslist daarop zoodra mogelyk en deelt zyne
beslissing terstond aan den belanghebbende mede.
Deze kan binnen derlig dagen na die mededeeling by
Gedeputeerde Staten in beroep komen.
Gedeputeerde Staten doen ten spoedigste uitspraak en
deelen die aan den Raad en aan den belanghebbende mede.
Art 266. De verpligting tot het betalen van den aan
slag wordt door het indienen van bezwaren en het in
stellen van beroepbedoeld in het vorig artikel niet
opgeschorst.
Heeft de belastingschuldige vóór de eindbeslissing zyn
aanslag geheel of gedeeltelijk betaald, dan wordt hem het
te veel betaalde zoo spoedig mogelyk terug gegeven.
De bezwaarschriften tegen den aanslag en de beschik
kingen en kwijtingen, betreffende de teruggave van ten
onregte betaalde belastingzijn vrij van zegelregt.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1888.
1
Bijlage no 2.
VOORSTEL van burgemeester en wethou
ders tot vaststelling van verorde
ningen op de hefting en op de in
vordering van schoolgeld voor on
derwijs aan de gemeentebewaar
scholen der tweede klasse
Mijne Heeren,
Bij besluit van den raad van 5 September 1871 werden vast
gesteld verordeningen regelende de heffing en de invordering
van schoolgelden voor onderwijs aan de openbare scholen voor
lager en meer uitgebreid lager onderwijs en aan de openbare
bewaarscholen
Deze verordeningen werden in de jaren 1874 1875 en 1878
gewijzigd wat betreft de schoolgeldheffing voor het lager onder
wijs.
Toen in 1881 ingevolge de invoering van de nieuwe wet op
het lager onderwijsde regeling van dat onderwijs op nieuw
werd ter hand genomen werden ook nieuwe verordeningen op
de heffing en de invordering van schoolgeld vastgesteld. Het
intitule luidde nu Verordening tot heffing van schoolgelden
voor het onderwijs op de scholen van lager onderwijs." Hier
mede was dus de heffing voor het lager onderwijs afzonderlijk
geregeld en afgescheiden van die voor de bewaarscholen.
Bij de invoering van het nieuwe heffingsbesluit vervielen
krachtens art. 9, 2e alinea van dat besluit (gem. blad no. 17
van 1881) alle bestaande verordeningen betreffende de heffing
van schoolgelddus ook het bovenaangehaald besluit van 5
September 1871
De heffing voor de openbare bewaarscholen, thans die der
tweede klasse, heeft evenwel sinds dien tijd plaats gehad over
eenkomstig het besluit van 5 September 1871.
Wij achten het daarom noodzakelijk dat bij afzonderlijke
verordening de bepalingen omtrent de heffing en invordering
van schoolgeld voor onderwijs aan de gemeentebewaarscholen
der tweede klasse worden vastgesteld.
Hierbij doen wij u opmerkendat de heffing en invordering
van schoolgeld voor onderwijs aan de gemeentebewaarschool
(no. 6) der le klasse bij uw besluit van 24 November 1885
reeds is geregeld.
Omtrent de hierbij overgelegde ontwerpen hebben wij slechts
mede te deelendat het bedrag van het te heffen schoolgel d
onveranderd is gebleven, en voor het overigede vigerende ver
ordeningen op de heffing en de invordering van schoolgeld voor
de openbare lagere scholen zijn gevolgd.
Wij hebben mitsdien de eer u voor te stellen te besluiten
lot vaststelling van
a. eene verordening tot heffing van schoolgeld voor onder
wijs aan de gemeentebewaarscholen .der tweede klasse.
h. eene verordening op de invordering van schoolgeld voor
onderwijs aan de gemeentebewaarscholen der tweede klasse.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van 10 Januarij 1888.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden
P. LYCKLAMA a NIJEHOLT, Burgemeester.
P. A. BERGSMA, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden
In aanmerking nemendedat er noodzakelijkheid bestaat
bepalingen vast te stellen waarnaar het schoolgeld zal wor
den geheven voor onderwijs aan de gemeentebewaarscholen
der tweede klasse
Besluit
Vast te stellen navolgende
VERORDENING tot hefflag
van schoolgeld a n voor het onder
wijs op de gemeentelijke bewaar
scholen der tweede klasse.
Art. l.
Ter tegemoetkoming in de .kosten van het onderwijs, te
geven aan de gemeente-bewaarscholen der tweede klasse wordt
van ieder schoolgaand kind eene bijdrage onder den naam
van schoolgeld geheven
De kinderenwelke tijdelijk worden toegelaten krachtens
het 4e lid van art. 2 der verordening op de gemeentelijke
bewaarscholen zooals dit is gewijzigd bij raadsbesluit van
worden aan de heffing niet onderwor
pen.
Het schoolgeld bedraagt ƒ3.per jaar.
Art. 2.
Het schoolgeld is verschuldigd door lien, die de kinderen
ter school hebben gezonden, op den eersten dag van elk twee-
maandelijksch tijdvak, telkens een zesde gedeelte.
Art. 3.
Voor de leerlingen, die in de eerste helft van het ingetreden
tweemaandelijksch tijdvak op de school worden geplaatst is het
volle bedrag, voor hen die in de tweede helft op de school
komen, de helft van het schoolgeld over dat tijdvak verschul
digd
Dit laatste geldt mede voor de leerlingendie in de eerste
helft van genoemd tijdvak de school verlaten mits van het
voornemen daartoe vóór den achtsten dag van het ingetreden
tijdvak aan de hoofdonderwijzeres schriftelijk kennis zij gegeven.
Art. 4.
Indien leerlingen hetzij om tot aan of bij de jaarlijksche
openbare les tegenwoordig te zijn, hetzij wegens ziekte of an
dere onvoorziene gevallen slechts enkele dagen van de in het
vorig artikel gemelde tijdvakken de school hebben bezocht, kan
door burgemeester en wethouders ontheffing van de betaling
van schoolgeld voor die dagen worden toegekend.
Art5
ïn geen geval wordt teruggaaf van betaald schoolgeld verleend.
Art. 6.
Deze verordening treedt in werking met den aanvang van het
tweemaandelijksch tijdvak na het tijdstip, waarop zij door den
Koning is goedgekeurd.
VERORDENING op do invor
dering der schoolgelden voor het
onderwijs op de gemeentelijke
bewaarscholen der tweede klasse.
Art. 1.
De hoofdonderwijzeressen zenden binnen tien dagen na den
aanvang van elk tweemaandelijksch tijdvak aan burgemeester
en wethouders eene lijst, bevattende
lo. de namen en voornamen der tot hare scholen bclioo-
rende leerlingen
2°. de namen, voornamen en woonplaatsen van hen, die
ze ter school zenden
3°. het bedrag van het voor ieder leerling over het boven
gemeld tijdvak verschuldigde schoolgeld.
Zijn in den loop der vorige maand leerlingen toegelaten
dan wordt het schoolgeld voor zoodanig tijdvak tegelijk met
dal voor het aangevangene op de in te zenden lijst uitgetrok
ken.