Bijlage No. 5. Bijlage lot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1888. 1 Mijne Heeren I Van tijd tot tijd werd de aandacht van ons collegie gevestigd het wenschelijke om verbetering te brengen in de wijze waarop de begrafenissen van gemeentewege alhier plaats lieb- lenten einde daarbij meer decorum in acht te doen nemen |cn de plegtiglieid te verhoogen. I De gedane opmerkingen betreffen voornamelijk de klccding lan de doodgravers en van de lijkbezorgers. Dien tengevolge liamen wij in overweging welke wijzigingen in de verordenin gen, betreffende dit onderwerp, wenschelijk geacht moesten wor pen teneinde aan de gemaakte bedenkingen te kunnen tege- ■iioot komen. I De omstandigheiddat na de vaststelling der verordening lie Israëlietische begraafplaats niet meer tot de algemeene be graafplaats behoort en dat het lijkenhuis is geslicht ter voldoening ban eene bepaling in de wet, houdende bepalingen ter voorzie ning tegen besmettelijke ziekten doet het ons voorts wenschelijk lichten de verordening dienovereenkomstig te wijzigen terwijl [wij ook eenige verandering wenschen te brengen in het beheer |cn de zorg voor de begrafenissen en in het gebruik der ver- [vocrmiddelen. Het resultaat onzer overwegingen hebben wij neêrgelegd in liet volgende voorstel tot wijziging van de verordening op de Inrigting en het gebruik van de algemeene begraafplaats, het liefflngsbesluit voor begrafenisregten en de instructie voor de ■doodgravers, waarop wij de toelichting laten volgen. I Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen te besluiten A. De verordening op de inrigting en het gebruik van de Uilgemeene begraafplaats en de begrafenissen in de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad no. 5 van 1870) zooals die is ge wijzigd bij raadsbesluit van 22 February 1872 (gemeenteblad no. G van 1872) op nieuw te wijzigen door Art. 1 te lezen als volgt „Het terrein ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie E no. 295ter grootte van 3 H. 98 A. 10 cA., is onder den naam van algemeene begraafplaats bestemd tot het doen begraven in deze gemeente van lijken van personen van alle gezindten zonder onderscheid." Art. 2 te doen luiden als volgt „De begraafplaats in het vorige artikel vermeldis in het bijzonder bestemd voor de begraving van lijken van personen te Leeuwarden overleden of aldaar tehuis behoorende." Art. 18 in den aanhef te doen luiden „Ten behoeve der begraving van lijken van personendie elders zijn overledenen niet in deze gemeente tehuis behoo- ren wordt enz." Art. 22 te doen vervangen door het volgende „Op de begraafplaats is een lijkenhuis, ingerigt voor tijdelijke bewaring van overledenen aan eene besmettelijke ziekte ter voldoening aan het voorschrift van art. 12 der wet van 4- De cember 1872 (Staatsblad no. 134-.)" Art. 23 te doen vervangen door het volgende „In een gebouw op de begraafplaats is een lokaal bestemd tot verblijfkamer voor de nabestaanden die daarvan bij de be graving tegen betaling van de hiervoor gestelde regtengebruik mogten willen maken. In dit lokaal kunnen ook met toestemming van den burge meester voor een telkens door dezen te bepalen termijn tegen betaling der daarvoor gestelde regten, lijken van personen, niet overleden aan eene besmettelijke ziekte, worden nedergezet. De lijken worden alsdan aan de zorg der belanghebbenden overgelatentenzij deze de bewaking door personen, vanwege liet gemeentebestuur aangesteld, mogten verlangen. Indien er bijzondere redenen zijn, om lijken van onvermo- genden in gemeld vertrek te plaatsen geschiedt dit kosteloos en wordt ten koste van de gemeente voor de bewaking der lij ken gezorgd. Art. 24, de laatste alinea te doen vervallen. In art. 25, le lid achter de 5e alinea te doen volgen: „Met den 2en wagen met 2 paarden bespannen en 1 opziener met 3 lijkbezorgersuitsluitend voor het vervoer van lijken van kinderen van 5—12 jaren. Lijken van kinderen beneden vijf jaren oudkunnen met een bepaald daarvoor aangewezen rijtuig met een of twee paarden bespannen en vergezeld van een of meer lijkbezorgers grafwaarts worden gebragt." Als laatste lid aan dit artikel toe te voegen „Het overbrengen van lijken van onvermogenden naar li et- lijkenhuis of, indien dit overbrengen geschiedt op last van bur gemeester en wethouders of van den burgemeester heeft plaats voor rekening der gemeenteop de wijze, door burgemeester en wethouders, met inachtneming van de bestaande voorschriften, te bepalen." In art. 32 tusschen de le en 2e alinea te voegen de vol gende bepaling „Het gebruik van de lijkbaar is niet verpligtend bij de be graving van lijken van kinderen, beneden 5 jaren oud." Aan art. 34- toe te voegen de woorden „op de wijze door burgemeester en wethouders te bepalen." Art. 37 te doen vervangen door het volgende „De directeur der algemeene begraafplaats staat onder de bevelen van burgemeester en wethouders. Hij is belast met de zorg voor de begrafenissen en met het toezigt op de algemeene begraafplaats en de zich daarop bevindende gebouwen. Burgemeester en wethouders wijzen den directeur ten ge meentehuize eene gelegenheid aan, tot het houden van zijn bu reau waar zijne registers worden geborgen en waar hij dage lijks tegenwoordig moet zijn gedurende den tijddoor burge meester en wethouders te bepalen." Art. 38, 2e alinea te doen vervallen. Art. 452c alinea te doen vervallen. Het aan deze verordening toegevoegd tarief der loonenvoor zoover het betreft eene begrafenis van lijken beneden 12 jaren in de gemeenteaan te vullen met Opziener. Lijkbezorger. Koetsier. 2en wagen met 2 paarden f 1.— f 0.80 f 2.— Den wagen, bestemd voor het begraven van kinderen bene den vijf jaar met 1 paard f 0.75 f 1. Als boven met 2 paarden ƒ1.— f 2.— li. De instructie voor de doodgravers op de algemeene be graafplaats te Leeuwarden (Gemeenteblad no. G van 1870) te wijzigen als volgt Art. 1. Hieraan toe te voegen „Zij kunnen zich in bijzondere gevallenter beoordeeling van den directeurgedurende een uur vóór elke begrafenis voor jrekening der gemeente door een bekwaam werkman doen bijstaan. Zij zijn bij de begrafenissen gekleed op de wijzedoor bur gemeester en wethouders voor te schrijven." Art. 6. Hierin de woorden „de tekenkamer" te doen ver vangen door de woorden „het lijkenhuis." C. Hel besluit tot heffing van begrafenisregten in de ge meente Leeuwarden (gemeenteblad no. 23 van 1884) te wijzigen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1888 | | pagina 31