J
I
I
I
I
Bijlage no. 6.
VOORSTEL van burgemeester en
m-F
I
I
I
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1888.
1
wethouders tot vaststelling van
een besluit tot heffing en eene
verordening op de invordering
van rechten voor het gebruik
der beurs.
Mijne Heeren
Het besluit tot het heffen van rechten voor het gebruik van
de beurs (Gemeenteblad no. 15 van 1883) is bij Koninklijk be
sluit van 4 Augustus d. a. v. goedgekeurddoch voor niet lan
ger dan vijf jaren, zoodat het met 1° Januari 1889 zal zijn
vervallen.
Ten einde na dat tijdstip de heffing te kunnen bestendigen
zal dus een nieuw besluit vastgesteld en aan de Koninklijke
goedkeuring onderworpen moeten worden.
De aanstaande vernieuwing van het besluit heeft de beurs-
commissie aanleiding gegeven enkele wijzigingen voor te stellen,
waarmede wij ons in hoofdzaak kunnen vereenigen.
Zoo wenscht de commissie het recht voor het gebruik van
standplaatsen te zien gewijzigd.
Thans wordt daarvoor geheven
voor eene standplaats ƒ10.—
twee standplaatsen -18.—
drie - 25.—
en voor iedere standplaats meer - 7.—
Dit gaf aanleiding dat één persoon soms 3 ii 4 standplaatsen
nam en deze weer gedeeltelijk aan anderen in gebruik afstond,
ten einde op die wijze gezamenlijk een lager recht te betalen.
De commissie stelt thans een vast recht van ƒ8.voor.
Zij wenscht tevens eene bepaling, waaruit duidelijk blijkt dat
het recht van gebruik geheel persoonlijk is.
Verder is de commissie van oordeel dat het recht voor het
gebruik der kastjes in de afrekenkamers moet worden verlaagd,
aangezien van die kastjes weinig gebruik wordt gemaakt, wat
zij toeschrijft aan het te hooge recht.
De missive der beurscommissiegedagteekend 3 Mei j. 1. no.
Ill leggen wij hierbij over.
Bij het nagaan van het bestaande heffingsbesluit en de ver
ordening op de invordering is het ons voorgekomen dat eene
omwerking dier besluiten wenschelijk was.
Zoo wordt
1°. in art. 1 van het heffingsbesluit het belastingjaar bepaald,
terwijl het toch geacht moet worden betrekking te hebben tot
alle rechten en het dus beter aan het einde van het besluit ge
plaatst zal zijn.
2<>. in het slot van art. 4 van het heffingsbesluit gesproken
van knoppendie aanwezig zijn achter de tafels van de huur- j
ders van standplaatsen.
Van deze knoppenals niet aanwezig in de afrekenkamers
behoort in dit artikel geen melding te worden gemaakt. Die
bepaling dient opgenomen te worden in het artikel, dat tot de
standplaatsen betrekking heeft.
3°. in art. G van het heffingsbesluit gezegd, dat de rechten,
krachtens dat besluit verschuldigdbij vooruitbetaling moeten
worden voldaan. In art. 1,1e alinea en art. 2 van de veror
dening op de invordering wordt die bepaling herhaald.
Wij zijn van oordeeldat in eerstbedoeld besluit het tijd
stip waarop het recht verschuldigd is moet worden aangegeven
en in het laatstbedoeld besluit alleen moet worden uitgedrukt
wanneer de betaling moet plaats hebben.
4°. in art. 3 der verordening op de invordering de vrijstellin g
van recht voor beursbezoek door autoriteiten en ambtenaren ge
regeld welke regeling in het heffingsbesluit tehuis behoort.
Voorts nog het volgende
Volgens art. 1 van de verordening op de invordering schijnt
„een bewijs van kwijting" door den beursmeester te moeten
worden afgegeventerwijl volgens art. 2, voor de daar bedoelde
rechten, „een bewijs van kwijting van wege de beurscommissie"
noodig isdat door den voorzitter der commissie voor „gezien"
en door den beursmeester voor voldaan moet worden geteekend.
Zeker geen zeer duidelijke bepaling.
Art. 3 van de instructie voor den beursmeester (Gemeente
blad no. 13 van 1880) bepaalt, dat de beursmeester is belast
met de inning van alle rechten die verschuldigd zijn volgens
de verordeningen op de heffing en de invordering der beurs-
rechten.
In verband hiermede meenen wij dat de beursmeester ook
voor alle betalingen kwitantie moet geven. Het visum maar
door een lid der beurscommissie, achten wij voorts wenschelijk
voor alle kwitantiënals maatregel van controle op de invor
dering.
De bepaling, dat het betaalde recht slechts aanspraak geeft
op persoonlijk gebruik hebben wijnaar aanleiding van het
advies der beurscommissie in het heffingsbesluit opgenomen.
Ook meenden we daarin te moeten opnemen de bepaling, dat
elk abonnement in elk geval eindigt met het einde van het be
lastingjaar.
Behalve de wijzigingenwaartoe de hiervoren medegedeelde
opmerkingen ons aanleiding hebben gegeven, zijn voorts enkele
versch'ikkingen in de bepalingen en eenige redactie-verbeterin
gen door ons aangebracht, die zeker geene opzettelijke toelich
ting behoeven.
Met referte aan het vorenstaande hebben wij alzoo de eer
U hierbij ter vaststelling aan te bieden
I. Eene nieuwe verordening tot het heffen van rechten voor
het gebruik der beursvan de aldaar van gemeentewege ge
plaatste meubelenbenevens voor het recht van uitstalling en
aankondiging.
II. Eene nieuwe verordening, regelende de invordering dier
rechten en
III. Eene memorie van toelichting tot justificatie voor het
heffen der voorgestelde rechten.
Voorgesteld ter raadsvergadering van 14 Augustus 1888 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
P. LYGKLAMA a NIJEHOLT.
De Secretaris
P. A. BERGSMA.
De Baad der gemeente Leeuwarden
Gelet op het Koninklijk besluit van 4 Augustus 1883, no. 19,
waarbij de op 12 Juli 1883 vastgestelde verordening tot het
heffen van rechten voor het gebruik dor beurs van de aldaar
van gemeentewege geplaatste meubelenbenevens voor het
i recht van uitstalling en aankondigingvoor vijf jaren is goed
gekeurd, zoodat die verordening met ultimo December 1888
zal zijn vervallen
Overwegende dat het noodig is met het heffen van bedoelde
rechten voort te gaan
Gelet op art. 10 der verordening regelende het gebruik van
de beurs, vastgesteld den 2G Augustus 1880 en gewijzigd bij
raadsbesluiten van 12 Juli 1883 en 10 November 1885, alsmede
op artikel 238 der Gemeentewet;
Besluitvoor het heffen der hiervoren omschreven rechten
vast te stellen de volgende verordening
Art. 1.
Het recht voor de toelating tot de afgesloten ruimte der beurs
gedurende den beurstijd bedraagt voor ieder persoon en voor
elk bezoek tien cent.
Dit recht kan bij wijze van abonnement worden afgekocht.
Het bedraagt alsdan voor ieder persoon vijf gulden indien