Memorie van Toelichting,
2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1888.
het abonnement genomen wordt in de eerste zes maanden van
het belastingjaar, en twee gulden vijftig cent indien het later
wordt genomen.
Deelgenooten eener firma, medebestuurders eener vennootschap
en bedienden van patroons, firma's of naamloozc vennootschap
pen kunnen zich abonneeren tegen betaling van de helft dei-
bedragen in de vorige alinea bepaaldmits door een lid der
firma of een medebestuurder der naamlooze vennootschap of
den patroon het volle abonnementsgeld is betaald.
Art. 2.
Van de betaling van het rechtin het vorig artikel bepaald
zijn vrijgesteldde burgemeesterde wethouders, de directeur,
de hoofdopzichter en de opzichters der gemeentewerken de
beëedigde korenmeters, en verder de ambtenaren en beambten,
die voor de uitoefening hunner betrekking den toegang tot het
beurslokaal noodig hebben.
Art. 3.
Voor het gebruik van eene vaste standplaats aan de tafels in
Je beursis voor elke standplaats verschuldigd
1°. In de afdeeling voor den graanhandel
voor een dag f 0,50
Bij abonnement:
voor een maand1>50
voor het loopende belastingjaar
indien het abonnement genomen wordt in de eerste
zes maanden8.
indien het later wordt genomen4,
2°. In de afdeeling voor den vlashandel
voor een dag0,25
Bij abonnement
voor een maand0,75
voor het loopende belastingjaar
indien het abonnement genomen wordt in de eerste
zes maanden5.—
indien het later wordt genomen 2.50
De aanwijzing der standplaatsenvoor zooverre voorradig
geschiedt door de beurscommissie.
Voor zoover er knoppen achter een tafel aanwezig zijn zijn
die ten gebruike van den huurder der standplaats.
Art. 4.
Indien er sloten aan de tafels of daarbij behoorende laden of
kastjes zijnmoeten die met de daarbij behoorende sleutels
door de gebruikers in goede orde worden gehouden.
Het staat den gebruikers vrij in overleg met de beurscom
missie eigen sloten en sleutels te bezigen mits ten hunnen
koste en van geen minder hoedanigheid, dan de sloten en sleu
tels die zij doen vervangencn verder onder voorwaardedat
bij het in gebruik overgaan der standplaats aan een ander
de sloten en sleutels in volkomen goeden toestand zonder ver
goeding worden overgeleverd.
Art. 5.
In de afrekenkamers kunnen de kastjes tot berging van voor
werpen en de knoppen voor het ophangen van monsterzakjes in
gebruik worden genomentegen betaling van een recht van
lo. Voor ieder kastje
indien de in gebruikneming plaats heeft in de eerste zes
maanden van het belastingjaar2,—
indien dit later plaats heeft1*
2°. voor ieder knop
indien de in gebruikneming plaats heeft in de eerste zes
maanden van het belastingjaar1»—
indien dit later plaats heeft
De aanwijzing der kastjes en knoppen geschiedt door de beurs
commissie.
Art. 6.
Voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakken is het
volgende recht verschuldigd
Per vierkante decimeter
voor een week0.02]
drie maanden0,05
langer tijdvak tot het einde van het belastingjaar 0,10
De aanplakborden moeten door den huurder zelf worden
geleverd.
De plaats voor het aanhechten der borden en van dc in ge
bruik te nemen muurvlakken wordt door dc beurscommissie
aangewezen.
Art. 7.
Het recht, in art. 1 bepaald, is verschuldigd dadelijk bij de in
trede in het beurslokaal. Datbepaald in de artikelen 3, 5 en
C, dadelijk na de aanwijzing der daarin genoemde voorwerpen
of plaatsen door de beurscommissie.
Art. 8.
Het abonnement volgens art. 1 en het recht van gebruik vol
gens de artikelen 3,5 en G zijn geheel persoonlijk en mogen niet
duurzaam of tijdelijk aan een ander worden overgedragen of af
gestaan.
Indien dit plaats heeft vervalt het abonnement of het recht van
gebruik onmiddellijkbuiten en behalve de bepalingen van art.
271 der Gemeentewet.
Artt. 9.
Elk abonnement of recht van gebruik volgens de artikelen 1,
35 en 0 eindigt in elk geval met het einde van het belasting
jaar waarin het is genomen of ontstaan.
In geen geval heeft restitutie van betaalde rechten plaats.
Art. 10.
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot 31 December.
Art. 11.
Deze Verordening treedt in werking den 1 Januari 1889.
De Raad dor Gemeente Leeuwarden
Gelet op de heden vastgestelde verordening tol het heffen van
rechten voor het gebruik der beurs van dc aldaar van gemeen-
teswege geplaatste meubelen en van het recht van uitstalling cn
aankondiging
Gezien art. 257 der Gemeentewet
Besluitvast te stellen de volgende verordeningregelende
de invordering van bovenvermelde rechten.
Art. 1.
De betaling der rechtenvermeld in art. 1 van het heffings-
besluit, moet plaats hebben bij de intrede in het beurslokaal, en
die vermeld in de artikelen 3 5 en G van dat besluit, vóór dat
van de voorwerpen of plaatsen gebruik wordt gemaakt.
Art. 2.
De beursmeester is met de invordering der rechten belast.
Het entreegeld volgens alinea 1 van art. 1 van het heffings-
besluit kan echter ook worden ingevorderd door een door den
beursmeester daartoe onder zijne verantwoordelijkheid aange
steld persoon.
Art. 3.
Met uitzondering van even bedoeld entreegeld, wordt overigens
van elke betaling door den beursmeester kwitantie afgegeven.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1888.
3
Deze kwitantiën moeten door een lid der beurscommissie voor
„gezien" worden geteekend.
De kwitantiën wegens abonnementsgelden volgens alinea 3
en 4 van art. 1 van het heffingsbesluit worden op papier van
verschillende kleur gedrukt.
In die wegens betaling volgens alinea 4 wordt melding ge
maakt van den patroon, de firma of de naamlooze vennootschap,
waarvan de geabonneerde bediende, deelgenoot of medebestuur
der is.
De kwitantiën worden overigens ingericht volgens het voor
schrift van burgemeester en wethouders.
De geabonneerden volgens art. 1 van het heffingsbesluit zijn
verplicht hunne kwitantie steeds aan een lid der beurscommis
sie cn aan den beursmeester op eerste aanvraag te vertoonen.
Art. 4.
Bij nalatigheid in het betalen der verschuldigde rechten wordt
daarvan door den beursmeester proces-verbaal opgemaakt en
aan den gemeente-ontvanger gezondenten einde de invorde
ring te deen plaats hebben overeenkomstig de artikelen 258—
2G1 der Gemeentewet.
Art. 5.
Deze verordening treedt in werking met 1 Januari 1889.
behoorende bij het besluit van den
raad der gemeente Leeuwarden
van den tot
heffing van rechten voor het gebruik
van de Beurs.
Bij Koninklijk besluit van den 4 Augustus 1883 no. 19 is de
heffing van rechten voor het gebruik van de beurs in deze ge
meente toegestaan voor den tijd van vijf jaren tot 1 Januari
1889.
Ten einde deze heffing na dien datum te kunnen bestendigen,
is het hiernevens gevoegd besluit, en daartoe betrekkelijke ver
ordening op de invordering, vastgesteld. De bepalingen zijn
hoofdzakelijk gelijk aan de thans vigeerende, behalve eenige ver
schikkingen en wijzigingen in de redactie en enkele noodig ge
achte aanvullingen, terwijl in het tarief van de rechten mede
een paar geringe wijzigingen zijn gebracht. Het tarief voor liet
gebruik van standplaatsen zooals dat bij raadsbesluit van 12
Juli 1883 was vastgesteld, gaf tot ontduiking aanleiding en het
recht voor het gebruik van kastjes in de afrekenkamers werd
te bezwarend geacht in vergelijking met het genot, dat daarvoor
wordt verstrekt.
Door de gewijzigde heffing zal in de opbrengst echter geen
noemenswaardig verschil ontstaan, zoodat om aan te toonen dat
bij de vaststelling van het heffingsbesluit het bepaalde bij art.
254 der Gemeentewet is in acht genomen de opbrengst over
liet laatstverloopen vijfjarig tijdvak tot grondslag kan worden
genomen
De heffing der beursrechten krachtens raadsbesluit van 12 Juli
1883 heeft opgebragt als volgt:
1883 4327,15
1884 - 4081.70
1885 4059.15
1886 - 4029.49
1887 - 4164.42]
Zamen ƒ20061.911
alzoo gemiddeld per jaar- 4132.38
Ten behoeve der stichting van liet beurs- en waaggebouw is
door de gemeente uitgegeven in
1878 58.263.211
1879 - 95.710.89
1880 - 39.002.42]
1881 - 17.803.931
Zamen ƒ210.780.46]
Ten behoeve van dc hierbedoelde stichting is eene geldlee-
ning aangegaan waarop volgens het leeningsplan tot nu toe is
afgelost in
1883 2500
1884 - 2500
1885 - 2500
1886 - 2500
1887 - 2500
Zamen ƒ12500
Rest alzoo eene schuld vanƒ198.280.46]
Dc interest van dit kapitaalberekend naar 4°/0 be
draagt 7931.22
Hierbij de rente van 50000zijnde de
geschatte waarde van het terrein waarop
I liet gebouw is gesticht berekend naar 4°/0 is - 2000.
Maakt te zamen 9931.22
Voor onderhoud van het gebouw is uitgegeven in
1883 1060.28
1884 - 658.40
1885 - 1526.81
1886 - 1820.33]
1887 - 1789.67
6855.49]
gemiddeld 1371.09 per jaar.
Aangezien door de stichting van het Beurs- en Waaggebouw
in eene tweeledige behoefte is voorzien zal billijkerwijs de helft
j van deze sommen uit de heffing van de waagrechtenen de an-
I dcre helft uit de heffing der beursrechten dienen gevonden te
i worden.
Door de heffing van beursrechten moet alzoo worden voorzien
in de volgende uitgaven
Aandeel in de rente van het kapitaal der stich
ting j 4965.61
ld. in dc uitgaven voor onderhoud - 685.54
Jaarwedde van den beursmeester - 200.
Kosten der inning van de beursrechten - 150.
Onderhoud van meubelenen kosten van
brandstof- 60.
6061.15
De opbrengst der beursrechten was over het jongste vijfjarig
tijdvak gemiddeld per jaar ƒ4132.38.
Alzoo minder ƒ1928.77.
Boekdrukkerij van A. JongbloedLeeuivarden.