Bijlage no. 19. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1888. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot wijziging der instructie van den gemeente- veearts. Mijne Ueeren De instructie voor den gemeente-veearts is in 1873 door uwe vergadering vastgesteld en alzoo anterieur aan de verordening regelende de politie op den in- en vervoer den verkoop van dood vee en van vleesch, in 1879 vastgesteld en in 1884 ge wijzigd. Wij achten het regelmatigdat naar deze verordening in de instructie worde verwezen en dat daarin de bepaling worde op genomen dat de veearts heiast is met het toezigt op de rigtigc naleving dier verordening. Voorts deelen wij U mededat de lieer J. M. A. Zwart rijks-veearts te Huizumdoor ons tijdelijk is belast met de waarneming der betrekking van gemeente-veearts, zoolang de vacature nog niet is vervuld. Naar aanleiding van ons verzoek omtrent die tijdelijke opdragt hebben Gedeputeerde Staten hij resolutie van 18 October j.l. no. 74 2e afd., hieraan hunne goedkeuring gehecht en tevens ver zocht de instructie van den nieuw te benoemen veearts zooda nig in te rigten dat hij verpligt isde weekmarkt te bezoeken en daarop nauwlettend toe te zien. Volgens liet reglement op de vceartsenijkundige politie in Friesland (provinciaal blad no. 109 van 1871) geschiedt de aan wijzing der veeartsen belast met het toezigt op de veemarkten, door Gedeputeerde Staten en ontvangen de veeartsen daarvoor eene belooning uit de provinciale fondsen. In verband hiermede werden op verzoek van Gedeputeerde Staten bij de vaststelling der instructie voor den gemeente-veearts in art. 4 sub op genomen de woorden „voor zooverre hierin bij provinciale ver ordening niet is voorzien." Blijkens de bovenaangehaalde resolutie en nadere officieus ingewonnen inlichtingen ligt het in de bedoeling van Gedepu teerde Staten, om de aanwijzing van de gemeente-veeartsen voor het bezoeken van de veemarkt, voor zoover het betreft de plaats hunner inwoning, te doen vei vallen, en de belooningen daar van in te trekkenen dat bezoek bij de instructiën voor de gemeente-veeartsen verpliglcnd te doen stellen. De provincie- verstrekt nu toch reeds eene tegemoetkoming in de jaarwedden der gemeente-veeartsen. Aan den wensch van Gedeputeerde Staten kan worden vol daan door bovenaangehaalde woorden uit art. 4 der instructie te doen wegvallen. In verband met hel vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten de instructie van den gemeente-veearts (Gemeenteblad no. 15 van 1873) te wijzigen door: 1. in art. 4 sub a te doen vervallen de woorden „voor zoo verre bij provinciale verordening hierin niet is voorzien" 2. aan art. 5 toe te voegen het volgende „Hij is belast met liet toezigt op de rigtige naleving van de verordeningregelende de politie op den in- en vervoerden verkoop enz. van dood vee en van vleesch visch en vruchten waarvan het gebruik voor de gezondheid schadelijk kan zijn (Gemeenteblad no. 5 van 1884). 3. na aanneming van de sub 1 en 2 gedane voorstellen de instructie op nieuw vast te stellen. Aldus voorgesteld ter Raadsvergadering van den 3n Novem ber 1888 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden P. LYGKLAMA a N1JEHOLT. de Secretaris P. A. BERGSMA. Boekdrukkerij van A. Jongbloedte Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1888 | | pagina 93