Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1889.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1889.
De bepaling zou gevoegelijk kunnen worden opgenomen in de
verordening ter uitvoering van de nieuwe regeling van het open
baar lager onderwijs in de gemeente Gemeenteblad no. 10 van
1881) na art. 8.
De commissie van toezigt op het lager onderwijs
(get.) A. DUPARG Voorzitter.
H. KOPPENOL Secretaris.
No. G059.
Leeuwarden, 21 December 1882.
Bij het inwerkingtreden der nieuwe wet op het lager onder
wijs werden de leerplannen van alle gemeentescholen hier ter
stede op nieuw aan een naauwkeurig onderzoek onderworpen en
eerst na ernstig overleg tusschen de bevoegde autoriteiten vast
gesteld en in toepassing gebragt.
Voor de Gemeentescholen No. 2 (hoofd de heer P. H. de
Ruijter) en No. 3 (hoofd mej. H. Buis) in het bijzonder werden
die leerplannen zóódanig ingerigt dat de leerlingen na die
op voldoende wijze te hebben gevolgd geschikt konden worden
geachtop de hoogere burgerscholen of het
worden toegelaten.
Uit het bovenstaande zal U blijken dat wij het privaat
onderwijs aan leerlingen die de school bezoekenniet abso
luut veroordeelen maar het slechts bij uitzondering wenschen
te zien gegeven en nimmer anders dan in overleg en met in
stemming van het hoofd der school.
Wij hopen, dat deze zienswijze door U gedeeld en gesteund
zal worden.
De Plaatselijke commissie van toezigt op
liet lager onderwijs
G. MENALDA Azn., Voorzitter.
J. J. MUNNIKS de JONGH Secretaris.
No. 6500.
Leeuwarden, 27 October 1885.
Ongeveer een drietal jaren geleden ging van onze commissie
eene circulaire uitgerigt aan de ouders van leerlingen der
gemeentescholen No. 2 en 3 (hoofden de heer P. H. de Ruijter
en mej. H. Buijs), waarin wij op het weinig doeltreffende wezen
van het geven van privaat onderwijs in de gewone leervakken
gymnasium te aan de leerlingen dier scholen. Overtuigend meenen wij daarbij
j in het licht te hebben gestelddat de genoemde scholen,
Een cursus van G jaren werd hiervoor vastgesteld. j voorbereidende tot het hooger en het middelbaar onderwijs
Kinderen dus, op hun Ge of 7e jaar ter school gekomen zouden zóódanig waren ingerigt, dat zij volkomen aan dit doel beant-
op hun 12- of 13jarigen leeftijd naar bedoelde inrigtingen kun- woordden en dat zelfs middelmatige leerlingen door den ge
nen overgaan.
Er was op gerekend dat dit met eenigen goeden wil door
leerlingen van gewone geestvermogens zou kunnen geschieden
zonder dat daartoe eenig opzettelijk onderwijs buiten de school
werd te hulp geroepen.
wonen schoolcursus daar behoorlijk te volgen hunne bestem
ming moesten bereiken.
Wij behoeven thans van deze bewering geen enkel woord
terug te nemen. Integendeelsteeds zijn autoriteiten en on
derwijzers er op bedacht geweestde aansluiting aan de ge-
De school en de school alléénals zij slechts op oordcelkun- noemde takken van onderwijs meer volkomen te maken. Dat
dige wijze werd gesteund door de ouders of voogden der leer- j hij deskundigen hieromtrent geen twijfel bestaat, moge de on-
lingen behoorde deze laatsten tot de vereischte ontwikkeling langs ingevoerde regeling bewijzenvolgens welke de leerlingen
te brengen. Privaat onderwijs mogt daartoe niet noodzakelijk van school 3, na een daar wèl geëindigden schoolcursus
worden geacht.
Dit schijnt door velen niet te zijn begrepen. Immers een
opzettelijk ingesteld onderzoek heeft ons overtuigd, dat het ge
ven van privaat onderwijs aan de leerlingen der bovengenoemde
scholen eene uitgebreidheid heeft erlangd dienaar wij mee
nen ons den pligt oplegtdaartegen met ernst te waarschu
wen zoowel in het belang der school, als in dat der leerlingen
zeiven.
Dat het der school niet anders dan nadeelig kan zijn als men
haar onmagtig gelooft, om te geven wat men van haar mag
eischen voldoend onderwijs niet enkel voor de vluggen van
geestmaar ook voor de middelmatigen spreekt van zelf
maar dat mendoor privaat onderwijs aan hare vermeende on-
voortaan zonder admissie-examen tot de middelbare school voor
meisjes worden toegelaten eene regeling, in 't leven geroepen
met instemming en onder medewerking van de directrice der
middelbare school voor meisjesdie toch zeker wel mag wor
den geachteen levendig belang te stellen in het ontvangen
van behoorlijk voorbereide leerlingeneene regeling eindelijk,
die men met vertrouwen zou toepassen ook op de adspiranten
voor gymnasium en hoogere burgerschool voor jongenszoo
andere verordeningen daar niet gebiedend het admissie-examen
voorschreven.
En toch in weerwil der door ons gegeven wenken in weer
wil van het feitdat door privaat onderwijs naast een goed
ingerigt schoolonderwijs in den regel meer kwaad dan goed
magt te hulp willende komen juist storend op den geregelden, wordt uitgewerkt op de degelijke ontwikkeling van den leerling,
normalen van het tnwertt I. .„he. a| 12;jn Wij na slechts drie jaren op nieuw genoodzaakt tot dé
normalen gang van het onderwijs inwerktis even zeker
schijnt het niet zoo algemeen te worden ingezien.
Het is dan ook in overleg en met instemming van de hoofden
der meergenoemde scholendat wij ouders en voogden ernstig
verzoeken om zich niet door den in onze dagen van zoovele
zijden bestreden maar nog niet overwonnen geest van overdrij
ving te laten medeslepen. In het belang van het onderwijs
dat ons lief is roepen wij hun toeZiet er ernstig op toe, dat
de school aan uwe kinderen haren pligt vervulle houdt uwe
klagten niet terugals gij meentdat zij aan dien pligt te kort
komt, maar laat die privaatlessen varenals uwe kinderen kun
nen worden geacht te behooren tot de middelmatigendie ze
niet van noode hebbenom den gewonen schoolcursus naar
het vastgestelde leerplan op geregelde wijze te volgen. Voor
het gevaldat gij twijfeltraadpleegt het hoofd der school
hij of zij behoort in de eerste plaats bevoegd te worden ge
achtU goeden raad te geven, en voor de bijzondere gevallen,
waarin eenig privaat onderwijs door het hoofd nuttig mogt wor
den geoordeeldzal hij of zij U zeker daartoe gaarne de aan
wijzingen doen die U dienstig kunnen zijn.
erkenning der treurige waarheidhet privaat onderwijs heeft,
althans bij de leerlingen van school 2zeer tegen den wil
van het hoofd dier schooleene bedenkelijke uitbreiding ver
kregen. Hoe ontmoedigend deze ontdekking moge zijn wij
achten ons niet verantwoorddoor eené lijdelijke houding tegen
dit op nieuw woekerend kwaad aan te nemen. Wij koesteren
de hoopdat oudersdie meendendoor privaat onderwijs het
belang hunner kinderen te bevorderenhiervan zullen afzien
indien hunop grond van langdurige ondervindingmet volle
overtuiging wordt verzekerd, dat in verreweg de meeste geval
len dat belang wordt geschaad door dit onoordeelkundig ingrij
pen in den goed sluitenden leergang dien de school aanbiedt.
Daarom roepen wij u nogmaals, even als in December 1882,
met aandrang toe„Ziet er ernstig op toe dat de school aan
uwe kinderen haren pligt vervullehoudt uwe klagten niet
terugals gij meentdat zij in dien pligt te kort komtmaar
laat die privaatlessen varenals uwe kinderen kunnen worden
geacht te behooren tol de middelmatigendie ze niet van noode
hebbenom den gewonen schoolcursus naar het vastgestelde
leerplan op geregelde wijze te volgen. Voor hel geval dat gij
twijfeltraadpleegt het hoofd der schooihij of zij behoort in
de eerste plaats bevoegd te worden geachtu goeden raad te
gevenen voor de bijzondere gevallenwaarin eenig privaat
onderwijs door het hoofd nuttig mogt worden geoordeeld zal
hij of zij u zeker daartoe gaarne de aanwijzingen doen die u
dienstig kunnen zijn."
Daar de wet tot regeling van het lager onderwijs niet toelaat,
op eenigerlei wijze den onderwijzers het geven van privaat
onderwijs te verbieden hebben wij gemeend op deze wijze op
nieuw te moeten tusschenbeide komen.
Wij wenschen intusschen nog iets verder te gaan. Wij zul
len ons n.l. veroorloven U eerstdaags ter onderteekening aan
te bieden eene lijst, die in haar opschrift het beginsel zal uit
drukken dat het geven van privaat onderwijs in de vakken
die op de school worden onderwezenmet uitzondering van het
zingenhet handteekenende ggmnastiek en de fraaije hand
werken voor meisjesin den regel als verkeerd is te beschou
wen en dat in ieder geval zoodanig onderwijs niet moet wor
den gegeven dan na raadpleging met het hoofd der school.
De onderteekening der lijst zal dan medebrengen dat gij in
voorkomende gevallen slechts in overleg met dat hoofd zult te
werk gaan. Dit sluit nogthans niet uitdat gij desniettemin
uwe geheele vrijheid van handelen behoudt.
Wij vleijen ons dat gij na deze toelichting geen bezwaar zult
maken, bedoelde lijst te onderteekenen. Zij zal ons het bewijs
zijn van uwe instemming met de pogingendoor ons aange
wend ten bate van het onderwijs en met het door ons ver
dedigd beginsel.
Wat voorts nog de bovenbedoelde klagten betreftverzeke
ren wij Udat gij ons bepaald zult verpligten zezoowel
dieaangaande personen als diebetreffende zaken ter onzer
kennis te brengen. Met al den ernst, dien de zaak verdient,
zullen ze door ons onderzocht en, zoo mogelijk, uit den weg
geruimd worden. Alleen zouden wij u wenschen te verzoeken,
ons die klagten bij gesloten brief mede te deelen.
De commissie van toezigt op het lager onderwijs
A. DUPARGVoorzitter.
Mr. J. S. BARON van HARINXMA THOE SLOOTEN.
F. PLANTENGA.
Jhr. Mr. D. O. ENGELEN.
Dr. E. O. HOUTSMA.
Dr. H. A. MIDDELBURG.
Mr. H. D. van KETWICH VERSCHUUR.
H. KOPPENOLSecretaris.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed, te Leeuwarden.