Bijlage No. 3.
I
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1889.
VOORSTEL van burgemeester en
wethouders tot wijziging der ver
ordening, regelende de inrigting
van het personeel der politie in
de gemeente Leeuwarde i.
Mijne Heeren
In art. 1 der verordeningregelende de inrigting van liet
personeel der politie in de gemeente Leeuwarden (6'emeentéblad
no. 22 van 1883) is onder anderen bepaald dat tol handhaving
van de openbare orde in deze gemeente worden aangesteld
twee inspecteurs van politieterwijl bij uw besluit van den
25 October 1883 de jaarwedde van ieder dezer ambtenaren op
ƒ1200 is vastgesteld.
Het overige personeel der politie bestaat uit één inspecteur-
titulair3 politiedienaren der le, 9 van de 2e, 24 van de 3e
en 8 van de 4e klasse.
Bij eene naauwgezette overweging komt liet ons voor eene doel
matige inrigting van liet personeel der politic wenschelijk voor
en in liet systeem der verordening passende dat ook de in
specteurs in klassen worden verdeeld. Wel is tot nu toe stil
zwijgend aangenomen, dat de oudst-benoemde inspecteur de
hoogste in rang is en wordt deze dan ook bij ontstentenis ol
afwezigheid van den Commissaris van politie aangewezen om
dien ambtenaar te vervangen maar deze regeling is niet gegrond
in de verordening.
Wij achten deze wijze van handelen bovendien niet juist.
Dat de tijd van benoeming beslistwie bij eventuele afwe
zigheid of ontstentenis van den Commissaris van politie diens
functiën zal vervullen geeft geen voldoenden waarborg dat die
tijdelijke vervanging in het belang der gemeente zal zijn.
Het is vooral om deze reden dat wij het met den burge
meester wenschelijk achten dat de verordening in dien zin
worde gewijzigd dat de inspecteurs in klassen worden verdeeld.
In andere gemeenten zooals in Zwolle Arnhem Dordrecht
Groningen en Leidenzijn hoofdinspecteurs met inspecteurs
le en 2e klasse, terwijl in Haarlem en Schiedam inspecteurs
le en 2e klasse zijn aangesteld.
Hieruit blijkt, dat ook in die gemeenten het systeem is aan
genomen om de rangorde aan te wijzenwaarin de verschil
lende titularissen zullen werkzaam zijn in het bijzonder ook om
bij verordening te bepalen wie den Commissaris van politie in
rang opvolgt.
De tegenwoordige omstandigheden zijn bijzonder gunstig om
zoodanige regeling thans in deze gemeente vast te stellen.
De burgemeester heeft immers de verzekering gegeven dat
de thans fungerende oudst-benoemde inspecteur in ieder geval de
aangewezen persoon is om tot inspecteur der lc klasse te worden
benoemd. De heer Versteeg toch heeft niet alleen ten volle beant
woord aan de goede verwachtingen, die bij zijne infunctietreding op
1 Juli 1883 omtrent hem bestonden maar hij heeft zelfs in
ieder opzigt getoond berekend te zijn voor de dikwijls moeie-
lijke en inspannende betrekkingdie hij bekleedt.
W&ar het nu vaststaatdat de heer Versteeg feitelijk reeds
als inspecteur der le klasse werkzaam is, dat hij als zoodanig
eene grootere verantwoordelijkheid heeft dan de andere inspec
teur dat hij den commissaiis van politie in de meest gewig-
tige zaken tot grooten steun is en dien hoofdambtenaar van tijd
tot tijd zeer ten genoegen van den burgemeester heeft vervan
gen daar meenen wij tevensdat de jaarweddedie voor de
beide inspecteurs op hetzelfde bedrag is vastgesteld eveneens
wijziging behoeft.
De maatschappelijke positie welke de eerste inspecteur van
politie dezer gemeente inneemt, is van dien aard datom steeds
geheel onafhankelijk te kunnen leven, eene jaarwedde van 1200
niet hoog genoeg moet worden geacht.
Het ligt voor de handdat die titularis steeds uitziet naar
eene betrekking, die beter wordt gesalarieerd.
Eene herhaalde verwisseling van eersten inspecteur is zeker
niet in het belang der gemeente. Maar niet alleen met het oog
op den tegenwoordigen titularisdoch ook bij eventuele vaca
ture is het noodigdat voor den len inspecteur eene hoogere
jaarwedde wordt vastgesteldten einde daardoor in de gelegen
heid te zijn een ambtenaar te benoemendie voor zijne taak
berekend is.
De jaarwedde van den inspecteur der le klasse zouden wij
wenschen te bepalen van ƒ1200 tot ƒ1500 en die van den in
specteur der 2e klasse van ƒ900 tot ƒ1200.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voor te
stellen te besluiten
I. de verordening regelende de inrigting van het personeel
der politie in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raads
besluit van den 27 December 1883 {Gemeenteblad no. 22 van
1883) te wijzigen als volgt
In art. 1 de woorden ,2 inspecteurs van politie" te doen ver
vangen door
„één inspecteur van politie der le klasse
„één inspecteur van politie der 2e klasse
in art. 2 te rojeren
„de inspecteurs van politie ieder 1200" en daarvoor te stellen
„den inspecteur van politie der le klasse van 1200 tot 1500
„den inspecteur van politie der 2e van ƒ900 tot/'1200
De nadere bepaling van het juiste bedrag dezer jaarwedden
geschiedt op voorstel van den burgemeester, door burgemeester
en wethouders.
II. te bepalen dat deze wijziging zal in werking treden den
1 Mei 1889.
Aldus voorgesteld door burgemeester en wethouders, den 12
Maart 1889.
F. LYCKLAMA ii N1JEHOLT.
De Secretaris
P. A. BERGSMA.
Boekdrukkerij van A. Jonybloed te Leeuwarden.