I
Bijlage no. 4.
ib „v
VOORSTEL van burgemeester en wet
houders tot verscherping der be
palingen betreffende de keuring
van veevleesch enz.
Mijne Heeren
1 Bij gelegenheid van de herziening der instructie van den Ge-
Reen te-veearts heeft de burgemeester bij missive van den 9n
November 1888, no. 108a/l086 aan den heer M. Verdenius
die gedurende eenige jaren bovengemelde betrekking in deze
gemeente had bekleed, verzocht aan ZEd. te willen mededee-
Jen welke wijzigingen volgens zijne meeningin de instructie
van zijn opvolger noodig of wenschelijk zouden zijn.
In antwoord op die vraag gaf de heer Verdenius te kennen,
dat bij de instructie aan den gemeente-veearts behoort te wor
den opgedragen het onderzoek van al het ter slag ting bestemde
vee en van het ten verkoop aangeboden vleesch.
De missive d.d. 11 November 1888no. 37 waarin de heer
Verdenius de gronden heeft aangegevenwaarop zijn advies
«rustis door den heer burgemeester in handen gesteld der
I lerordenings-commissiemet het doel om de vraag te overwe
gen of het wenschelijk moet worden geachtden Raad voor
te stellen de bestaande verordeningregelende de politie op den
in- en vervoerden verkoop enz. van dood vee en van vleesch,
Ksch en vruchten waarvan het gebruik voor de gezondheid
schadelijk kan zijn (Gemeentebladen no. 5 van 1884 en no. 1G
van 1887), te wijzigen in dien zin dat er in deze gemeente zal
orden ingevoerd de verpligte keuring van slagtvee en van
;en verkoop aangeboden vleesch en in verband daarmede slag
ing en verkoop van niet gekeurd vee en vleesch te verbieden.
De commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen gaf,
aar aanleiding daarvan bij schrijven van den 4n December
Ë888 te kennendat zij in dezen niet handelend kan optreden,
inzij de Raad vooraf eene beslissing nemedat het belang der
►penbare gezondheid bovengemelde regeling eischten naar
nleiding daarvan eene opdragt aan de commissie verstrekke,
im daaromtrent bepalingen te ontwerpen.
Wij hebben vervolgens de missive van den heer Verdenius
in handen gesteld van den commissaris van politie om berigt
consideration en advies die bij zijn schrijven van den lln De
cember 1888 no. 389zijne instemming betuigt met het geop
perde denkbeeld om het onderzoek en de keuring van al het
slagtvee en van het ten verkoop aangeboden vleesch verplig-
tend te stellen.
Na de ontvangst van dit advies hebben wij overwogen, in
hoever eene verpligte keuring van slagtvee en van het ten
verkoop aangeboden vleesch in deze gemeente wenschelijk en
het verbod van slagting van vee en van verkoop van vleesch
dat niet gekeurd is uitvoerbaar is.
Het resultaat onzer overwegingen is geweestdat verpligte
vee- en vleeschkeuring niet anders dan wenschelijk kan worden
geacht. Trouwens een dergelijke verpligting zou ongetwijfeld
den meesten waarborg opleveren, dat geen voor de gezondheid
schadelijk vleesch in consumtie werd gebragt.
De uitvoerbaarheid van dien maatregel achten wij echter
hoogst moeilijk; zij kan zeker niet gescheiden dan door eene ge-
heele reorganisatie van den dienst der keuring, waardoor de
uitgaven voor dien dienst zeer aanmerkelijk zouden stijgen, terwijl
de winkeliers en slagers aan belemmerende bepalingen zouden
moeten worden onderworpen.
In de eerste plaats willen we er op wijzen, dat een volledige
keuring zich niet alleen moet uitstrekken tot het levend vee en het
versch vleesch, maar evenzeer tot het gerookte en gedroogde
vleesch en spek, tot worst en verdere vleeschwaren.
Van allen invoer van dergelijk vleesch en spek enz. zou aan
gifte behooren te geschieden en eerst na een grondig onder
zoek, dat niet anders dan door een geëxamineerd veearts zou
kunnen geschieden, daar zeker een microscopisch onderzoek in
vele gevallen noodig zou zijn, zou de verkoop mogen worden
toegelaten. Verder zou een herhaald en naauwkeurig onderzoek
in de winkels niet achterwege mogen blijven.
Daar nu ongetwijfeld duizende ponden gedroogd en gerookt
spek en vleesch benevens worst in deze gemeente worden in
gevoerd, die in een tal van winkels worden verkocht, zou zeer
waarschijnlijk dit onderzoek alleen reeds den tijd van één per
soon geheel in beslag nemen.
Ook dan nog zou er echter geen volkomen zekerheid zijn ver
kregen, dat onder dit vleesch en spek en inzonderheid in de
worst niets zou zijn, dat schadelijk voor de gezondheid kan wor
den geacht.
Gelijke maatregelen, als zoo even zijn bedoeld, zouden ook
moeten worden toegepast op het versche vleesch, dat inde ge
meente wordt ingevoerd.
Verder zou al het veedat in de gemeente wordt geslagt,
vóór en na de slagting moeten worden gekeurd. Ten einde
met die slagting bekend te zijn zouden de veeartsen, die met
de keuring werden belast, kennis moeten hebben van het tijd
stip van slagting waardoor de slagers genoodzaakt zouden zijn
hiervan telkens aan een daarvoor aan te wijzen bureau aan
gifte te doen.
Op die wijze zou men den dienst der keuring zoo goed mo
gelijk hebben ingerigtmaar niet zonder groote kosten en niet
zonder de betrokken personen te belemmeren in de uitoefening
van hun beroep.
Een bureau zou moeten worden ingerigtonderscheidene
veeartsen zouden moeten worden aangesteld en een scherp toe-
zigt zou moeten worden uitgeoefend.
Ware in deze gemeente eene algemeene slagtplaats en mogt
nergens anders dan daar worden geslagt, dan zouden de be
zwaren ongetwijfeld belangrijk verminderen; maar er zijn hier
60 a 70 slagterijen en haar getal neemt nog altijd toeer
worden, volgens ons volstrekte opgaven van den ontvanger der
accijnsen, jaarlijks tusschen de 6 h 7000 stuks runderen en
kalveren geslagtterwijl het getal schapen en varkensdat
hier gedood wordt, waarschijnlijk mede op ongeveer 4000 is te
stellen. Die slagerijen zijn door de geheele stad verspreid
het slagten geschiedt zeer dikwijls in verschillende slagterijen
op dezelfde tijden, zoodat wij zeker de keuring van het vee, dat
hier wordt geslagt, aan meer dan één veearts zou moeten
worden opgedragen.
Hoe wenschelijk dus eene verpligte keuring van vee en
vleesch op zich zelf ook moge zijnzoo zijn daaraan zoo groote
bezwaren verbonden, dat, naar onze meening, tot de invoeiing
daarvan niet moet worden overgegaanzoolang de noodzakelijk
heid daarvan niet is gebleken.
Dit nu is niet het geval. De commissaris van politie zegt
in zijn rapport, dat de wijze van vleeschkeuring in deze ge
meente geene aanleiding tot klagten geeft en dat gevallen, dat
het gebruik van vleesch schadelijk voor de gezondheid is ge
weest slechts zeer sporadisch zijn voorgekomen. Teregt
voegt hij er naar onze meening aan toedat zelfs bij zeer
verscherpt toezigt dit wel zoo blijven zal.
Veel ziek of wrak vee wordt dan ook niet in deze gemeente
geslagt. In 1888 zijn veraccijnsd 6506 runderen, kalveren en
nuchtere kalverenwaaronder slechts 161die niet gezond
waren.
Dit getal is zeker gering en vordert geenszins eene verpligte
keuring van alle vee vóór en na de slagting.
Het kwaad is dan ookzoo niet uitsluitenddan toch groo-
tendeels gelegen in den invoer van versch vleesch. Daarop
wijst dan ook de heer Verdenius in zijn rapport meer in het
bijzonder. Trouwens dit is vrij algemeen bekend. Duizende
kilogrammen vleesch van elders geslagt ziek vee worden bin
nen deze gemeente gebragt, en daarop vooral dient een streng
toezigt gehouden te worden. Wat voor de consumtie geschikt is
moet niet geweerd wordenomdat het den geringen man in
de gelegenheid stelt om ook een stuk vleesch te verkrijgen
maar juist omdat men het veewaarvan het vleesch afkomstig
is, niet in oogenschouw heeft kunnen nemen, en van de her
komst van het vleesch vaak geheel onkundig is, dient het in-