2 Bijlage lol het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1889. Art. 3. Bij niet voldoening van het verschuldigde veergeld overeen komstig de bepaling van het voorgaande artikel, geven de pach ters of gaarders hiervan terstond kennis aan den ambtenaar, bedoeld in art. 261 der gemeentewet, die deswege overeenkom stig art. 275 dier wet procesverbaal opmaakt en dit aan den gemeente-ontvanger ter hand stelt, ten einde door dezen onmid dellijk zoodanige maatregelen worden genomen als ten opzigte der invordering van plaatselijke belastingen bij de artt. 258 tot en met 262 der Gemeentewet zijn voorgeschreven. Art. 4. Deze verordening treedt in werking den 12 Mei 1890. III. VOORWAARDEN van verpachting der opkomsten van de belastingge heven wordende onder den naam van veergeld voor het overvaren der Stadsgracht van den Nieuwe- weg bij het ziekenhuis, en van de Oosterkade tegenover de Ooster straat, naar de daartegenover ge legen gedeelten van den Grachts wal te Leeuwarden. Art. 1. De verpachting geschiedt voor ieder pontveer afzonderlijk bij gesloten briefjes voor den tijd van drie jaren, in te gaan den 12 Mei 1890, des middags te 12 uur, en eindigende op gelijk tijdstip van 12 Mei 1893. Art. 2. De pachtsom moet worden betaald ten kantore van den ge meente-ontvanger, jaarlijks op den laatsten werkdag der maan den JulijOctoberJanuarij en Apriltelkens een vierde ge deelte. Art. 3. De pachters gedragen zich ten aanzien der inning van de veergelden naar het besluit tot heffing en de verordening op de invordering, vastgesteld den Van de betaling van veergeld zijn vrijgesteld de telegram bestellers mits deze in hunne uniform zijn gekleedof van hunne onderscheidingsteekens zijn voorzien. Een in plano gedrukt exemplaar der verordening moet op zigtbare plaats in de pont aanwezig zijn. Het van wege de gemeente op de pont vermelde tariefmag niet worden beschadigd of onzigtbaar gemaakt. Art. 4. De pachters zijn verplicht te zorgen, dat de ponten ter overvaart op de aangewezen plaatsen beschiktbaar zijn gedu rende de maanden April tot en met Augustus van 's morgens 6 tot 's avonds 11 uurgedurende de maanden September OctoberFebruary en Maart van 's morgens 7 tot 's avonds 11 uur en gedurende de maanden November December en Januarij van's morgens 8 tot 's avonds 11 uur. Art. 5. De pachters moeten 's avonds de ponten, na de in het vorig artikel bepaalde uren, op de aangewezen plaatsen met een slot vastleggen. Art. 6. Niet meer dan 7 personen mogen tegelijk in de pont ter overvaatt worden toegelaten. Art. 7. De pachlers zorgen dat de scheepvaart niet worde belem merd. Art. 8. Zij moeten de personen die van de pont gebruik maken met bescheidenheid behandelen en zoo noodig hulp en bijstand verleenen. Art. 9. Zij zorgen, dat de ponten ten allen tijde zindelijk en behoor lijk droog worden gehouden. De toegangen tot de ponten worden tevens door de pachters schoon gehouden. Art. 10. Indien de toegangen naar de ponten door vorst of sneeuw glad zijn moeten zij die met zand bestrooijen. Het benoodigde zand wordt op hunne aanvraag van wege de gemeente verstrekt. Art. 11. Zonder toestemming van burgemeester en wethouders mogen de pachters voor de bediening van de ponten geen ander in hunne plaats stellenen evenmin de bediening aan anderen overlaten. Zij zijn voor de handelingen van hunne plaatsvervangers aan sprakelijk. Art. 12. De pachters mogen bij vriezend weer de ponten niet eerder opleggen dan na daartoe bekomen toestemming van den bur gemeester en omgekeerd daartoe moeten overgaanzoodra deze daartoe last zal hebben gegeven. Op de eerste aanzegging van den burgemeester zullen zij de ponten weder in de vaart brengen. Art. 13. De pachters zorgendat op hunne kosten de ponten des avonds voldoende worden verlichtten genoegen van den Di recteur der gemeentewerken. Art. 14. Het voor het overhalen en vastleggen van de ponten benoo- digd touwwerk moet door de pachters op eigen kosten wor den aangeschaft en onderhouden, ten genoegen van den Direc teur der gemeentewerken. Het onderhoud van de pont geschiedt vanwege en op kosten der gemeente. Indien echter door onvoorzichtigheid of nalatigheid van de pachters daaraan schade wordt toegebragtzijn zij gehouden deze aan de gemeente te vergoeden. Indien buiten hun toedoen door anderen schade aan de pon ten wordt toegebragt, geven zij daarvan kennis aan den Direc teur der gemeentewerken. Bij verzuim hiervan zijn de pachters tot schadevergoeding verpligt. Art. 15. Indien de pachters nalatig zijn in de naleving van het be paalde bij de artikelen 5 tot en met 13, verbeuren zij telkens eene boete van drie gulden hoogstens. Bij overtreding van de Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1889. 3e en 4e alinea van art. 3 en van art. 4 verbeuren zij telkens eene boete van hoogstens een gulden. Art. 16. Indien de pachters nalatig zijn in de voldoening der pacht- penningenboeten of schadevergoedingen, zal onmiddellijk eene vervolging worden ingesteldwaarvan de kosten komen ten laste van den pachter. Indien over de bediening der ponten ge gronde klagten worden ingediendter beoordeeling en beslissing van burgemeester en wethouders, hebben de vcrpachteis de bevoegdheidde pacht terstond te doen ophouden zonder ver pligt te zijn eene inmorastelling te doen voorafgaan of daar van rekenschap te geven. Voor de hieruit voortvloeiende scha de met de interessen blijven de pachters en hunne borgen aansprakelijk. Art. 17. De pachters stellen een of meer borgen ten genoegen van burgemeester en wethouders voor de voldoening van de pacht sommen en de naleving dezer voorwaarden. De borgen doen afstand van de voorregten van schuldsplit sing en uitwinning. Art. 18. De bij de verpachting ingeschreven sommen worden geacht den pachtprijs vcor één jaar te betreffen. Art. 19. De verpachters behouden aan zich het regtde pacht te gunnen aan hem dien zij voor de bediening der ponten het meest geschikt achten, zonder daarvoor rekenschap verschul digd te zijn. Art. 20. Alle kosten op deze verpachting vallende komen ten laste van de pachters. Boefedrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1889 | | pagina 84