Bijlage no. 1
VOORSTEL van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging van het be
sluit tot heffing eener belasting
optooneelvertooningenen andere
openbare vermakelijkheden (ge
meenteblad No 8 van 1888
Mijne Heeren
Bij art. 3 lelt. c van het besluit tot het heffen eener belasting
op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden
(gemeenteblad van 1888 No. 8), is het recht voor velocipède-
circussen en dergelijke op twee cents per zitplaats en per dag
bepaaldterwijl bij art. 4 de belasting voor caroussels geen
grooter middellijn hebbende dan. 12 meter, langs den grond ge
meten op gelijk bedrag is gesteld, en bij grooter afmeting oor
eiken dag op vijf cents per zitplaats.
Deze bepalingen hebben aanleiding tot klagten gegeven.
De eigenaars van kleine carousselsdie niet meer dan één
cent per rit kunnen vragenachten zich tegenover de circus
houders te hoog belast, terwijl de houders van groote carous
sels in het verschillend recht mede eene onbillijkheid zien.
Wij vinden die klagten niet ongegrond.
Het hooger belasten der groote caroussels dan de velocipède-
circussen, vond zijn reden hierin dat eerstgenoemd en meer
den geheelen dag in werking zijn doch de ervaring heeft ge
leerd dat ook de circussen op vele dagen een groot gedeelte
van den dag publiek trekken terwijl de entree meestal hooger
is dan voor de groote caroussels.
Bij een zelfde oppervlakte is in beide het getal zitplaatsen
ook nagenoeg gelijk en de kosten voor de exploitatie geven ook
weinig verschil.
Wij meenen daarom dat er geen redenen bestaan om de velo-
cipède-circussen anders te belasten dan de caroussels.
Wij hebben daarom de eer u voor te stellen
I. het besluit tot het heffen eener belasting op tooneelver
tooningen en andere openbare vermakelijkhedenvastgesteld
den 27 Maart 1888, te wijzigen als volgt
Art. 3 lett. c. te vervangen door de volgende bepaling
Voor velocipède-circussen en dergelijkegeen grooter middel
lijn hebbende dan twaalf meter, langs den grond gemeten
voor eiken dag twee cent per zitplaats, en bij grooter afmeting
voor eiken dag vijf cent per zitplaats.
II. De verordening op de invordering dezer belastingmede
den 27 Maart 1888 vastgesteld, onveranderd van kracht te ver
klaren.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van 14 Januarij 1890,
door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
P. LYCKLAMA a NIJEHOLT.
De Secretaris
P. A. BERGSMA.
Cif
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.