14
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1890.
BEGROOTING 1891.
VOORGEDRAGEN
SOMMEN.
is O M M E N
voor 1890
(TOEGESTAAN.
TOELICHTINGEN.
INKOMSTEN.
49 IV
15 \f 25507 37 f 25650
50
51
52
53
54
55
16
6
17
160
18
100
19
300
20
100
21
300
9
160
100
300
100
300
Transpon 33320.
Afgetrokken de vermoedelijke opbrengst van de
j schoolgelden8500.—
Rest f 24820.—
1 Hiervan de helft als bijdrage ad 12410is op de begroo
ting geraamd.
In art. 5 der Wet van 8 December 1889, Staatsblad no. 175,
tot gedeeltelijke herziening der Wet op het lager onderwijs, is
de volgende bepaling opgenomen
„Indien de bijdrage in de jaarwedden van onderwijzers, vol-
Lgens het bij deze Wet gewijzigd art. 45 der Wet van 17 Augus
tus 1878 Staatsblad No. 127) over eenig dienstjaar voor eene
j „gemeente minder mogt bedragen dan de som der ryksvergoe-
„ding in de kosten van het lager onderwijs, niet medegerekend
l„die voor het stichten van schoollocalen en onderwijzerswonin-
„gen en het aanschaffen van noodzakelijke schoolmeubelen bij
„eerste inrigting van nieuwe localen, waarop de gemeente krach-
l.tens evengemeld wetsartikel zooals dat luidt volgens de Wet
„van 11 Julij 1884 (Staatsblad No. 123) over 1889 aanspraak
„kon doen gelden, zal het Rijk aan zoodanige gemeente in
„plaats van de bijdrage in de jaarwedden van onderwijzers
„hierboven vermeld, uitkeeren het bedrag, waarop zij, naar
;„den regel van het aangehaald art. 45 der Wetten van 1878/84,
„als rijksvergoeding in de kosten van het lager onderwys niet
„medegerekend die voor het stichten van schoollocalen en on-
„derwijzerswoningen en het aanschaffen van de noodzakelijke
„schoolmeubelen bij eerste inrigting van nieuwe localen over
„dat dienstjaar aanspraak zoude hebben gehaddoch in geen
„geval tot een hooger bedrag dan haar dienovereenkomstig over
1889 toekwam."
Naar aanleiding van deze bepaling is het op dit artikel ge
raamd bedrag berekend als volgt
De uitgavenwaarvan rijkstegemoetkoming werd genoten
hebben over 1889 blijkens de rekening bedragen
Jaarweddenf 79749.39)
Vergoeding voor gemis van vrije woning - 3475.20
Jaarwedden der onderwijzers aan de herha
lingsscholen 1800.—
Zamen f 85024.591
Hiervan 30 pCt. is f 25507.37.
Op dit bedrag zou de gemeente volgens de vroegere bepalin
gen aanspraak hebben gehaden is diens volgens naar luid
van het bovenvermeld wetsartikel, deze som op de begrooting
voor 1891 uitgetrokken:
Geraamd naar de opbrengst over 1889 ad 6.
In het onzekere hoeveel de ontvangsten op deze artikelen
in 1891 zullen bedragen, zijn met het oog op de opbrengst over
1889 gelijke sommen geraamd als het vorige jaar.
a
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1890.
15
BEGROOT ING 18 J1.
VOORGEDRAGEN
SOMMEN.
SOMMEN
voor 1890
TOEGESTAAN.
TOELICHTINGEN.
56
IV
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
V I
22
3
INKOMSTEN.
5000 f 5000
34000
Memorie.
100
Memorie
9503
Memorie.
100
Memorie
UITGAVEN.
3500
2700
2800
2200
1000
3500
2700
2800
2200
2600
1000
7700 -
8275
Door de Voogdij van het Old Burger Weeshuis alhier is mede
gedeeld dat zij ook voor 1891 een bedrag van 5000. - ten
behoeve der gemeente beschikbaar stelt als vrijwillige bijdrage
in de subsidiën voor instellingen van weldadigheid.
Deze opnieuw beloonde toegenegenheid waarderendeis
de belangrijke bijdrage onder de inkomsten opgenomen.
Eene geldleening ad 34000.— is noodzakelijk tot dekking
der uitgaven voor buitengewone werken in de IXde afdeeling
van Hoofdstuk III omschreven en opgenomen onder de geraamde
sommen van artt. der le afdeeling van Hoofdstuk III en Hoofd
stuk V en VII.
Men stelt zich voor de opname zoo mogelijk tot het einde
van het dienstjaar te verschuiven teneinde alsdan zal kunnen
blijken of en in hoever de uitgetrokken som vermindering zal
kunnen ondergaan.
Gelijk het vorige jaar.
Volgens bekomen inlichtingen zal de overdragt van het regt
der tolheffing aan de Nesserzijl aan de provinciewaartoe de
Raad zich bereid verklaarde bij besluit van 13 Maart 1888 in
189! kunnen plaats hebben.
De uitgetrokken som stemt overeen met het bedrag bij even-
gemeld raadsbesluit vastgesteld.
j Deze jaarwedde is tot het uitgetrokken bedrag vastgesteld bij
Koninklijk besluit van 21 November 1883 No. 22.
Bij Koninklijk besluit van 14 Maart 1874 No. 11 is goedge
keurd het raadsbesluit waarbij de jaarwedde van de Wethouders
is vastgesteld op 900.- -Dienovereenkomstig is op dit arti
kel f 2700.uitgetrokken.
Deze jaarwedde is uitgetrokken tot het bedrag in 1885 onder
's Konings goedkeuring vastgesteld.
De jaarwedde van den gemeente-ontvanger is op het uitge
trokken bedrag vastgesteld bij besluit van de Gedeputeerde Sta
ten van Friesland d.d. 27 September 1877 No. 9.
Op de begrooting voor 1890 is de jaarwedde van den Com
missaris van Politie onder deze afdeeling uitgetrokken.
Het is ons voorgekomen dat die meer eigenaardig behoort te
worden vermeld bij de kosten der zorg voor de openbare vei
ligheid waarom overbrenging naar Art. 1, Afd. III van Hoofd
stuk VI heeft plaats gehad.
Tot dit bedrag vastgesteld bjj raadsbesluit van 19 Augustus
1890.
De jaarwedden op dit artikel uitgetrokken zijn gespecificeerd