Bijlage no. 6. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1891. 1 VOORSTEL van den heer F Plantenga tot wijziging van art. 11 der ver ordening voor het gymnasium te Leeuwarden. LEEUWARDEN, 20 Februari 1891. De ondergeleekende heeft de eer aan den gemeenteraad voor te stellen, aan art. 11 van de verordening voor het gymnasi um (gemeenteblad no. 14- a° 1878) toe te voegen een tweede lid luidende „Met privaat onderwijs wordt gelijk gesteld het werken van leerlingen onder toezicht en ten huize van leeraren bij wie zij niet inwonen." Tot toelichting van dit voorstel verwijst hij naar de missive's van heeren curatoren van het gymnasium d.d. 3 Juni en 31 December 1890, naar het advies van den heer Inspecteur der gymnasia van den 3 December 1890 en naar de discussie gehouden in de raadsvergadering van den 10 Februari 1.1. F. PL ANTEN'GA, lid van den Raad. Aan den heer Voorzitter van den gemeenteraad te Leeuwarden. LEEUWARDEN, 3 Juni 1890. Aan den Raad der gemeente Leeuwarden. Volgens artikel 11 van de verordening voor het gymnasium behoeft elk der leeraren de vergunning van curatoren tot het geven van privaat onderwijs onder zoodanige voorwaarden, als in elk bijzonder geval in het belang van het gymnasium noodig kunnen worden geacht. Bij de toepassing van dat voorschrift hebben wij ons den regel gesteld, om geene vergunning te verleenen tot het geven van privaat onderwijs aan leerlingen van het gymnasium. Meenen de leerlingen of hunne ouders dat privaat onderwijs in som mige vakken noodig isdan hebben zij dit te zoeken bij docen ten die tot het gymnasium in geene betrekking staan. Het is ons echter niet ontgaandat sommige ouders of voogden terecht of ten onrechte de overtuiging koesterende dat hunne zonen of pupillen buiten de lesuren bepaald aan het werk moeten gehouden worden meer dan door die leerlingen uit eigen beweging onder toezicht of wel onder den invloed van het huiselijk gezag plaats vindt of kan vinden zich de niet geringe financieele opoffering getroosten, om een leerling gedurende of nagenoeg gedurende den geheelen avond nog ten huize en onder toezicht van een hunner leeraren het opgege ven schoolwerk te laten maken. Zulks geschiedt tot nu toe zonder eenig voorafgegaan overleg metja geheel buiten voor kennis niet alleen van curatorenmaar zelfs van den rector. Mogen wij al vertrouwendat het aldus werken onder toe zicht in den regel niet zal overgaan in het ontvangen van pri vaat onderwijs, het valt niet te ontkennen, dat „de verordening" geen middel aangeeftom door curatoren en den rector te doen beoordeelen, in welk geval dat aan privaat onderwijs zóó nau w verwant toezicht wenschelijk of noodig kan zijn. Wij meenen toch te mogen aannemen dat het oordeel der ouders of voog- <len daaromtrent niet altoos volkomen betrouwbaar kan zijn, maar wel eens geleid wordt door de vrees dat de leerling anders niet in het overgangsexamen zal slagen en dergelijke consideration zoodat hun eenzijdig oordeel of dal van een en kelen leeraar te veel gewicht in de schaal dreigt te leggen. Wij zijn er van verzekerd, dat het onderwijs in alle klassen hier niet te veeleischend is en dat rector en leeraren er naar streven om het vruchtbaar te doen zijn naar ieders individu- eele vermogensvoorts ookdat het huiswerk niet te veel tijd vordertzelfs niet van leerlingen van middelmatigen aanleg en datbij onwillekeurige afwijking van dien regelbehoorlijk ingebrachte klachten steeds gehoor vinden. Daaro kunnen wij in H algemeen niet eene methode goed keuren die medebrengt, dat leerlingen, welke reeds vijf of zes schooluren bij dag hebben genotennog den geheelen avond onder toezicht van een der leeraren worden ingespannen. Aan eene altoos wenschelijkezelfstandige vrije geestesont wikkeling en aan het genot van de niet minder noodige ont spanning kan zij niet bevorderlijk zijn. Zonder te willen tegen spreken, dat zich gevallen en omstandigheden kunnen voordoen, die het toezicht in den aangegeven zin vorderen achten wij het niettemin uit meer dan één oogpunt in het welbegrepen belang van ouders en leerlingen beidedat daartoe niet worde overgegaan zonder onze vergunning en na overleg met den rector. Langs dezen weg zullen wij bij machte zijn om te waken dat die wijze van werken geene grootere proportiën aanneme opdat, hetgeen uitzondering moet zijn, ook uitzon dering blijve. Zij toch die aan gedwongen werken onder toezicht gewoon zijn geraakt, staan meer dan anderen aan het niet denkbeeldig gevaar blootdat zijvan dien band ontslagen, aan de univer siteit de kracht zullen missen om uit eigen aandrang geregeld te werken. Op deze gronden hebben wij de eer u in overweging te ge ven om aan art. elf der verordening een tweede lid toe te voegenluidende „Met privaat onderwijs wordt gelijk gesteld het werken van leerlingen onder toezicht en ten huize van leeraren bij wie zij niet inwonen". Deze redactie sluit tevens het denkbeeld uitalsof wij mis schien leeraren zouden willen treffendie kostleerlingen hou den. Dit is geenszins het geval. Zulke leerlingen, wier ouders in den regel niet te Leeuwarden woonachtig zijn staan door inwoning bij een leeraarwat de contröle op hun werken betreftgeheel gelijk met de leerlingen in het ouderlijk huis of met kostleerlingen ten huize van sommige particulieren. Curatoren van het gymnasium te Leeuivarden. P. GRATAMA voorzitter. JAG. B. DE LA FAILLEsecretaris. Mijne Heeren Bij missive van 3 Juni 11. stellen curatoren van het gymna sium aan uwe vergadering voorom door eene wijziging van art. 11 der verordening voor het gymnasium te bepalendat op het huiswerk van de leerlingen dier inrichting voortaan door de daaraan verbonden leeraren geen toezicht meer mag gehou den worden, tenzij met toestemming van curatoren. Het is aan curatoren niet ontgaandat thans sommige ouders of voogden zich die financieele opoffering getroosten (zulks geheel buiten voorkennis van curatoren en van den rector), omdat zij de overtuiging koesteren, dat hunne zonen of pupillen buiten de lesuren bepaald aan het werk moeten ge houden worden. Het valt niet te ontkennen, dat de „verorde-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1891 | | pagina 29