4 Bylage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1891. dergaan. De wijziging van het leerplan levert geen bezwaar op, blijkens de aan het ingeleverd plan toegevoegde tabel 13. Even min de aanvulling van het onderwijzend personeeldie kort na het begin van den cursus haar beslag kan hebben verkregen. Het zwaarst weegt dus de schepping van nieuwe localiteit ter plaatsing eener klasse van het negende leerjaar. Natuurlijk kan die onmogelijk bij het begin van den cursus aanwezig zijnevenmin als zij onmiddellijk noodig kan geacht worden er kan geen klasse als negende leerjaar gevormd wor den tenzij uit de overblijvers van het nu afgeloopen achtste en dit zou eene zeer weinig talrijko zijn. De aanbouw van nieuwe localiteit is dus geen eisch van het eerste oogenblik hij kan geleidelijk volgen. Doch wij achten het niet ondienstigbij dit onderdeel te wijzen op eene omstan digheid, die wellicht van invloed op den omvang van den bij bouw kon zijn. Zij is deze dat enkele der hoogere dus der „Franschlee- rende" klassen eene getalsterkte hebben bekomen die de ver wachting van resultaten van het onderwijs in eene vreemde taal niet hoog kan spannen. Een dier klassen isals wij ons goed herinneren tot circa 50 leerlingen gestegen, 't ls duidelijk dat klassikaal onderwijs aan zulk een getal leerlingen in eene eerste vreemde taal geen genoegzame vruchten oplevert. Split sing van zulk eene klasse zal weldra onvermijdelijk blijken. De voorbereiding tot verwezenlijking van het door ons voor gestelde plan dunkt ons dus niet zóó omvangrijkof wij dur ven u in overweging geven de noodige stappen te doenop dat de invoering van het uitgebreide leerplan in beginsel reeds voor den aanstaanden cursus worde vastgesteld om het ver volgens volledig m werking te brengen zoodra de omstandig heden dit veroorloven. Uit het bovenstaande blijkt genoegzaam dat de beoogde her vorming niet tot stand kan komen zonder eenige kosten als begin, benevens eenige vermeerdering van uitgaven voor het vervolg. Toch willen wijwat de laatste betreftolschoon de behandeling van de linancieele zijde der zaak niet onmiddellijk op onzen weg ligter op wijzen dat het onderwijzend perso neel ter wille van de uitbreiding van het leerplanslechts be hoeft vermeerderd te worden met één onderwijzerbevoegd tot het geven van onderwijs in het Duitsch. Dienaangaande mo gen wij wederom niet onopgemerkt laten dat de schoolmet betrekking tot de in art. 45 der wet geregelde rijksbijdrage, in niet ongunstigen toestand komt, wanneer zij hel tot het getal van 310 leerlingen heeft gebracht. Bedriegen wij ons niet, dan is dat getal door de laatst gehouden inschrijving overschreden (d= 50 leerlingen ingeschreven). Er was in de laatste jaren eenige kwijning zichtbaar in deze school. Waar nu aan den eenen kant teekenen van nieuw le ven zich openbaren doch aan den anderen kant moet worden erkend dat de schoolonveranderd blijvende niet beantwoordt aan het doel harer stichting en instandhoudingmoetonzes inzienseenige geldelijke opoffering geen beletsel worden ge acht om haar in goeden aan de eischen van het oogenblik beantwoordenden staal te brengen. Wij hebben in het begin dezer missive ons gunstig oordeel over het ingediende leerplan in zijn geheel uitgesproken. Daar aan moet nublijkens onze beschouwing worden toegevoegd dat wij het zouden wenschen te zien gereconstrueerd in den geest der tabel B. Deze reconstructie zal geen ingewikkelde arbeid behoeven te zijn. Wij meenen haar in hel leerplan zelf reeds min of meer voorbereid te zien zij zal zich dus feitelijk tot kleine wijzigin gen en aanvullingen kunnen bepalen. Wij laten thans de toegezegde opmerkingen volgen die even tueel bij het nieuwe ontwerp konden behartigd worden. Voor het onderwijs in de kennis der natuur vinden wij in elk der leerjaren 5 6 en 7 (tabel B) twee uren voor het tee kenen in het Ge en 7e jaar één uur uitgetrokken. Wij willen niet beweren dat twee uren kennis der natuur te veel zijn maar wagen do stelling dat één uur teekenen in die klassen te weinig is. Het teekenen naar de natuur (lichamen) is tijd- roovend in één uur wordt zeer weinig gepraesteerd. Wij geven in overwegingalthans voor de jaren G en 7 de verhouding om te keeren. Wellicht kan dan in het Ge leerjaar met het natuurteekenen woiden aangevangen. Daarentegen ware één uur (of twee halve uren) voor dit vak in de laagste leerjaren als de oefeningen nog geen eigenlijk teekenen kunnen heeten voldoende en het tweede uur voor andere leerstof te gebruiken. Wiskunde. Het heeft onze aandacht getroffen, dat de leer stof voor Meetkunde en Algebra nog al (haast zouden wij zeg gen zeeruitgebreid genomen is. Streng opgevatis er vrij wat theorie van die vakken mede gemoeid. De vraag is bij ons opgekomen Is dat programma af te werken naast al het andere Getrouw aan ons beginselboven uitgesproken, stel len wij hier geene wijziging voor, in het vertrouwen op het inzicht des zaakkundigen voorstellers en in afwachting van de uitkomsten die de praktijk zal geven. Toch zouden wij bij verlenging van den cursus lot een ne genjarigenvooral geene uitzetting van de grenzen dezer leer stof durven aanbevelendoch liever de thans voor 2 jaren ge stelde stof over de dan komende 3 jaren verdeeld zien. Hetzelfde denkbeeld bevelen wij ter overweging aan ten aan zien van nog andere vakkenais Rekenen TaalKennis der Natuur, Aardrijkskunde en Geschiedenis. In de regeling der vacantiën staat o.a..Voorts wordt geen school gehoudenen den namiddag van den 5en December." Vervolgens: .Bij goed ijs kan het hoofd der school vrij af geven." Deze twee bepalingen kunnen vervallen en worden vervan gen door de formuleonlangs door onze commissie ten aan zien van buitengewone vacantie's voor de overige leerplannen voorgesteldte meerdaar zij alle niet te voorziene gevallen omvat. Onder hoofdstuk IIIverdeeling in klassenzal de alinea onder b ook dienen te vervallen. Het daarin genoemde is deels reeds geregeld bij gemeente verordeningdeels daarmede in strijd(de leeftijd der toelating tot de school.) Hiermede zijn ook onze bijzondere opmerkingen ten einde. Resumeercnde hebben wij de eer u te advisceren Het daarheen te willen leiden dat de cursus aan school 4 worde uitgebreid tot een negenjarigen dat aan de thans onderwezen vakken voorloopig het Duitsch worde toegevoegden wel in het Se en 9e leerjaar dat het schoolgebouw met zooveel lokalen worden vermeer derd als in overeenstemming zal blijken te zijn met de toe komstige klassenverdeeling dat het leerplan nogmaals worde herzien en aangevuld naar de beginselen boven ontwikkeldmet inachtneming der op merkingen door ons over bijzondere punten gemaakt dat de voorgestelde hervorming in beginsel reeds voor den cursus 1890/91 vastgesteld en, zoo spoedig als de voorbereiding zal toelateningevoerd worde. De Commissie van toezicht op het lager onderwijs A. DUPARG Voorzitter H. KOPPENOL Secretaris. Aan den Heer Burgemeester van Leeuwarden. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1891. Leeuwarden, 17 September 1890. No. 327. .Schrjjven van 9 Aug. j.l. no. 75/77i leerplan gemeente school no. 4. Met terugzending der bijlagen gevoegd geweest bij het ter zijde aangehaald schrijven vermeerderd met hel door mij in gewonnen advies van den heer schoolopziener in het arrondis sement Leeuwarden d.d. 5 September j.l. no. 52 heb ik de eer Uw college mijne beschouwingen betreffende de ter fine van advies in mijne handen gestelde stukken te doen toekomen. Op het voetspoor van den arrondissements-schoolopziener zal ik buiten bespreking laten al wat niet in direct verband slaat met het ontworpen leerplan en de besproken uitbreiding van school no. 4. Met het leerplan zooals dit door hel hoofd der school is ingediend zonder vermeerdering van leervakken kan ik mij zeer goed vereenigen. De voorgestelde regeling der schooltijden is zeer zeker eene grootc verbeteringhet programma voor liet onderwijs in de handwerken is met veel zorg voorbereid dat reeds in de laagste klassen met teekenen kan worden aan gevangen is de meening van vele algemeen als zoodanig er kende deskundigen, terwijl ik het verder eene verbetering acht, dat reeds in het Ge leerjaar met het onderwijs in het Fransch wordt begonnen. Dat een leergang van twee jaren voor de studie eener taal waarvan elk woord den leerling vreemd is tekort is indien dat onderwijs eindonderwijs zal zijn en practische resultaten zal geven, terwijl de leerlingen in het Ge leerjaar reeds genoeg gevorderd zijn om met de beoefening dier taal een begin te maken behoeftnaar mijne meening geen betoog. Het eenige bezwaar tegen deze vervroeging is gelegen in de aansluiting aan enkele andere scholen in deze gemeentesom mige leerlingen toch gaan na het gewoon lager onderwijs el ders te hebben genotenover naar school no. 4 ten einde nog wat Fransch te leeren. De overweging dat bedoelde leerlin gen in het vervolg öf een jaar vroeger hunne eerste school zullen moeten verlaten öf opnieuw in een zesde leerjaar zullen moeten plaats nemen, mag m. i. de voor school no. 4 geëischte verbetering niet in den weg staan. Met de commissie van toezicht en met den arrondissements schoolopziener acht ik het niet gewenschl, dat deze school naast de scholen 2 en 3 als voorbereidend voor het middelbaar en gymnasiaal onderwijs worde aangewezende bevoegdheid tot promoveeren harer vrouwelijke leerlingen uit de 7e klasse naar de M. S. voor meisjes zou ik haar derhalve niet willen toeken nen. De bestemming der school blijve het geven van eind onderwijs aan mannelijke en vrouwelijke leerlingen uit dien breeden zoom der burgerij voor wie het gewoon lager onder wijs te weinig geeftde opleiding aan de H. B. S. te kostbaar en te lang van duur isterwijl de meer speciale richting van burgerdag- en ambachtsschool niet strookt met de bestemming der leerlingen. Wel zullen enkele leerlingen bij gebleken gunstigen aanleg overgaan naar het M. O., maar door deze discipelen zal het toelatings-examen uit de 7e klasse zonder bezwaar kunnen worden afgelegd, omdat zij in den regel goede leerlingen zul len zijndie zeer zeker de vergelijking met de adspiranten uit het plattelanddie evenmin eene voorbereidende klasse hebben doorloopen zeer goed zullen kunnen doorstaan. Wat eindelijk de in de stukken besproken uitbreiding der school (met één leerjaar en invoering van het Duitsch als leervak) betreftmeen ik dat deze twee punten, ofschoon zeer zeker met elkander in verband staandeuit elkander moeten worden gehouden. Op zichzelf geef ik aan de beoefening der Duitsche taal én op paedagogische gronden èn met het oog op het grooter be lang dat de kennis dezer taal vooral voor onze streken heeft verre de voorkeur boven die der Fransche. Ik meen niet te overdrijven met te bewerendat het practisch nul van de ken nis der Fransche taalvoor zooverre die op eene school als de onderwerpelijke beoefend wordt neerkomt1° op de mo gelijkheid lot het doen van een examen of het verkrijgen eener betrekking waarvoor eenige kennis van het Fransch meestal nog ten onrechte wordt geëischt2° op eene behoorlijke uit spraak en het juist te pas brengen en verstaan van sommige termen en uitdrukkingen, door onze aan genoemde taal ontleend. Om verschillende redenendie ik hier niet heb te ontvou wen maar waarvan de juistheid door ieder onzer kan worden nagegaan bestaat voor de burgerklasse in hel algemeen geene aanleiding om in hun verder leven Fransch te lezen of te spre ken en ik geloof dan ook te mogen beweren dat het ge leerde reeds op 25- a 30 jarigen leeftijd voor een groot deel is vervloeid. Hoe geheel anders is dit met het DuitschZiet de tijd sein iften en illustraties onzer leesgezelschappen: welke worden gelezen Het zijn de Duitsche. Welke vreemdelingen verkee- ren in ons midden Duitschers. Welke vreemde handelsrei zigers bezoeken onze winkeliers en kooplieden? Duitschers. Welke buitenlandsche reisindien de omstandigheden zulks veroorlovenwordt door onze burgerij ondernomen Langs den Rijn of naar den Harz. Welke fabrieken worden bezocht? Meestal Duitsche. Terwijl de kennis der Fransche taal vervloeit, wordt die van de Duitsche onderhouden door gesprek lectuur, correspondentie en buitenlandsch verblijf. Op deze gronden meen ik, dat voor die klasse onzer burgerij, voor welke gemeenteschool no. 4 is bestemd behoefte bestaat aan de toevoeging van het Duitsch als leervak. Ik heb hier het oog op de aanstaande kleinere winkeliers en kooplieden handelsreizigers handelsagenten en commissionairs boekhou ders lagere ambtenaren en beambten, logement- en hotel houders in T kort op die leerlingen (mannelijke en vrouwelijke) die niet worden opgeleid voor de meer technische vakken en die op 15 a 16 jarigen leeftijd plaats vinden op kantoorkruk, in magazijnen of achter de toonbank of anders eene meer spe ciale opleiding verkrijgen. Moet de invoering van hel Duitsch als leervak noodzakelijk gepaard gaan met verlenging van den leertijd met één jaar Ik geef volkomen toedat wanneer men ook het onderwijs in het Franschpractisch rekenentaal en stijlwiskunde enz. wil uitbreiden, de toevoeging van een leerjaar niet te vermijden zal zijn. De school zal alsdan zeer geschikt zijn voor hen, die om verschillende redenen de laagste klassen der middelbare scho len niet willen of niet kunnen bezoeken maar de vraag rijst als van zelve zal zij dan niet minder geschikt worden voor die klasse, welke om verschillende redenen hare kinderen ten hoogste lot 14, 15jarigen leeftijd ter school kan doen gaan en die hel voortgezet lager onderwijs hoofdzakelijk begeert voor liet onderwijs in de talen en de wiskunde Vergeten wij niet dat een negenjarige cursus voor vele leerlingen op een lüjarig bezoek der school neerkomt. Een ander bezwaar is, dat het onderwijs in sommige vak ken (taalwiskundeteekenen natuurkennis) de grenzen van het L. O. hier en daar zal overschrijden en feitelijk M. O. zal worden. Een derde bezwaardat der kosten meen ik op dit oogen blik buiten bespreking te moeten laten. De vraag is daarom bij mij gerezenof niet met behoud van den achtjarigen cur sus naast het bestaande leerplan een ander kon worden ont worpen waarop ook het Duitsch als leervak voorkomt. Het komt mij voordat dit mogelijk iswanneer worden opgeofferd enkele vakken, die hoe belangrijk ook voor de vor ming van den leerling, voor zijn toekomstige loopbaan van min der belang zijn. Wanneer men in het oog houdtdat deze school niet is bestemd voor leerlingendie voor de meer tech nische vakken zullen worden opgeleid(deze kunnen de bur gerdagschool of ambachtsschool bezoeken), dan meen ik dat de 7e en 8e klasse zouden kunnen worden gesplitst en dat hel Duitsch voor die leerlingen die zulks verlangen in de plaats koude komen voor de vakken zangnatuurkennis(plant- en dierkunde) en natuurteekenen. Voor deze vakken zouden de leerlingen derhalve gelijk staan met hen die het gewoon la ger onderwijs hebben gevolgd. De 3 uren in de 7e en de 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1891 | | pagina 37