G
Bijlage lot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1891.
uren in de 8e klassedie daardoor vrij vielen zouden aan de
studie van het Duitscli kunnen worden besteed. Is dit getal
voldoende Zeer zeker niet voor eene grondige kennis van die
taalwaarmede eene jarenlange studie gemoeid gaatmaar
naar mijne meening wel voor de praktijk. Zij zullen gemak
kelijk proza kunnen lezen de correspondentie, voor hun vak
noodigkunnen aanleeren zich aan den vreemdeling verstaan
baar maken en dezen begrijpen verlangen zij meer niets be
let hen nog één of twee jaar als toehoorder op de 3e klasse
der H. B. S. de daar gegeven lessen in die taal te volgen. Men
vergete nietdat het verkrijgen van eene „copia verborum"
voor het Duitscli zoo oneindig veel gemakkelijker gaat dan voor
het Franschterwijl de beoefening van eerstgenoemde taal bo
vendien onwillekeurig wordt voortgezet door het lezen van Duit-
sche tijdschriften (Gartenlaube enz.) die gemakkelijk verkrijg
baar zijn en met den smaak van onzen landaard in overeen
stemming zijn.
Op deze wijze gesplitst zou de afdeeling zonder Duitscli kun
nen worden gevolgd door de minder vlugge leerlingen door
hen die van plan zijn naar het M. O., normaallessen of kweek
scholen over te gaanbijzonder prijs stellen op eenige kennis
van natuurteekenen of reeds na het einde van het 7e leerjaar
de school denken te verlatendaarentegen de afdeeling met
Duitsch worden gevolgd door hen voor wie die kennis zulk
eene behoefte is dat deze eerder moet worden bevredigd dan
die aan voortgezet onderwijs in teekenen en natuurkennis. Zij,
die werkelijk lust en aanleg voor zang hebben zullen op la-
teren leeftijd (bij zangvereenigingen enz.) hunne schade wel
weer inhalen.
Op deze wijze wordt niet voorzienik stem liet volkomen
toe in de behoeften van die leerlingen welke nu gedurende
slechts ecmge jaren de H. Burgerschool bezoeken noch in die
van henwelke de Hoogere Burgerschool zouden bezoeken
indien gemis aan aanleg zulks niet minder raadzaam maakte.
Voor eerstgenoemden zou eene Hoogere Burgerschool met drie
jarigen cursusvoor laatstgenoemden eene school met uitge
breid lager onderwijs het meest gewenscht zijn (zie schema).
Bedrieg ik mij nietdan wordt in het gemis van eene H.
Burgerschool met 3-jarigen cursus gedeeltelijk voorzien door
eene derde eindklasse aan de H. Burgerschool met 5 jarigen
cursus terwijl de school van den heer Poutsmazij het dan
ook op vrij kostbare wijzede minder begaafde jongelieden uit
de gegoede burgerij te hulp komt.
De kosten aan de invoering van het Duitsch, zonder toevoeging
van een leerjaar meer, verbonden, zullen tot een gering cijfer
worden teruggebracht te meer omdat uitbreiding van de loea-
liteit en van het personeel aan school no. 4 tocli niet kan uit
blijven. Het getal leerlingen bedraagt reeds op dit oogenblik
voor klasse 5 45.
0 52.
7 50.
8 40.
Zal het onderwijs werkelijk zijn wat het kan en behoort te
wezendan zullen parallelklassen moeten worden ingesteld
immers juist in de hoogere klassen met huiswerk groote ver
scheidenheid van vakken grooter en nicer op den voorgrond
tredend verschil in individualiteit bij de leerlingen benadeelen
overbevolkte klassen meer nog dan elders den goeden gang van
het onderwijs.
Voor het gevaldat het getal leerlingen geene splitsing bleef
eischen zouden de uren bestemd voor het Duitsch moeten
samenvallen met die van bovengenoemde vakkendie door de
andere leerlingen werden gevolgdnoch verhooging van het
getal lesuren als gevolg van de invoering van het Duitsch
noch de aanwijzing daarvoor van andere dan de gewone les
uren komt mij gewenscht voor-
De Schoolopziener in het district Leeuwarden
G. J. PRAKKEN.
Aan Heeren
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
SCHEMA voor het openbaar voortgezet lager en middelbaar onderwijs in de
gemeente Leeuwarden.
MAATSCHAPPELIJK!'! BESTEMMING AANLEG „GEVOLGEN
van den van den VOORBEREIDEiND
KLASSE. j LEERLING. LEERLING, j ONDERWIJS.
Te bezoeken inrichting
1
Kleine burgerij die
hare kinderen na de
lagere school nog 2 a
3 jaren onderwijs kan
doen genieten.
Gegoede burgerij
voor welke een cursus
van 35 jaar na de
lagere school geen be
zwaar is.
Technische
vakken.
Niet
technische
vakken.
Technische
vakken.
Niet
technische
vakken.
Goed.
Goed of
middelmatig.
Zeer goed.
Goed.
Middelmatig.
Goed.
Middelmatig.
Goed.
Middelmatig.
School n°.4 (G® en 7 6 klasse)
School n° 4 (6® klasse)
of
gewoon lager onderwijs.
Als boven.
School n°. 4 (6® klasse).
School n°. 4 (6® klasse).
School n®. 2 en 3.
Als boven.
Als boven.
Als boven.
Burger dag- en avondschool.
Ambachtsschool.
Hoogere Burgerschool (3-jarige cursus).
School n°. 4 (7® en 8® klasse met Duitsch).
School n®. 4 (7® en 8® klasse zonder Duitsch).
H. B. S. 5-jarige curs
School M. U. L. O. (met verdere speciale op
leiding elders).
H. B. S. 5- of 3-jarige cursus, naar gelang de
bestemming.
School M. IJ. L. O.
Bylage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1891.
7
Leeuwarden, 5 September 1890.
No. 52.
Onder terugzending van het leerplan van gemeenteschool no.
4met het daarbij behoorend advies van de commissie van
toezicht op het lager onderwijs alhier en de overige bijlagen
heb ik de eer daaromtrent de volgende opmerkingen te maken.
Ik heb gemeend mij te moeten bepalen bij het aan de orde
zijnd onderwerpen niet te moeten treden in beschouwingen
over onderwerpen die ook met gemeentelijke belangen en hare
financiën in verband staan. Zoo kan hier buiten bespreking
blijven de noodzakelijkheid of wenschelijkheid van het stichten
van een burgerschool met driejarigen cursus en het nut van
de burger dag- en avondschool of hare reorganisatie.
Eene reorganisatie van gemeenteschool no. 4 in dien zin, dat
zij zou worden eene school voorbereidende voor gymnasiaal en
middelbaar onderwijs acht ik niet wenschelijk. M.i. bestaat
daaraan geen behoefte, omdat gemeenteschool no. 2 en no. 3
daartoe genoegzame gelegenheid geven en het schoolgeld niet
van dien aard isdat het de draagkracht van ouders, die hunne
kinderen die opvoeding willen geven, zal overtreffen terwijl het
dagelijksch bestuur in speciale gevallen vermindering van het
schoolgeld zou kunnen toestaan.
Wat nu het leerplan betreft naar aanleiding van de punten
door het hoofd der school behandeld
1Schooltijden.
De noodzakelijkheid der bekorting van de schooltijden in den
namiddag, welke schooltijd thans loopt van 2—6 voor de meis
jes, springt te duidelijk in het oogdan dat ik nog iets te voe
gen zou hebben bij het dienaangaand uitgebracht rapport.
2. Leervakken.
a. De handwerken. Hieromtrent meen ik, dat gevolgd kan
worden het rapport van het hoofd der schooldie daarbij heeft
ingewonnen het advies van het lid der damescommissie op de
handwerken meer speciaal met het toezicht op gemeenteschool
no. 4 belast.
h. Teekenen. De voorgestelde regeling wijkt nog al af van
hetgeen dienaangaande is bepaald voor de andere scholen bin
nen deze gemeentewaar het vak teekenen in de lagere klas
sen niet wordt beoefend.
Ik acht het niet nuttig om met dit vak zoo vroeg te beginnen.
c. Pransch. Dit is wel het zwaarste punt van de voorge
stelde regeling en hangt samen met het voorstel om de cursus
van 8 tot 9 jaren uit te breiden.
Een tweejarige cursusalleen in de beide hoogste klassen
zal weinig resultaten geven en bijaldien de cursus niet kan
worden uitgebreid door in een vroegere klasse met het Fransch
aan te vangen waartegen bezwaren beslaandaar dit zou zijn
öf ten koste der vakken van gewoon lager onderwijs öf weer
uitbreiding van de schooltijden zoude vorderen zal de uitbrei
ding van den cursus tot een negenjarige de eenige oplossing
zijn.
In dit geval kan ik mij ook wel vcrecnigen met de toevoe
ging van nog eene vreemde taal en zou dan aan het Duitsch
de voorkeur geven.
De opmerkingdal men nu voor het Duitsch wil invoeren
wat voor het Fransch wordt veroordeeld de tweejarige cursus,
zou misschien wel kunnen opgelost wordendoor met het
Duitsch in de zevende klasse aan te vangen en dit vak tot een
drie-jarigen cursus te maken. Zonder te vervallen in de bezwa
ren hiervoren genoemd zou die regeling voor een paar uren
wel te vinden zijn. De kinderen begonnen dan in het zesde
leerjaar met het Franschin het zevende met het Duitsch.
Ik stel mij voordat op deze wijze gemeenteschool no. 4
nuttig kan zijn voor eene categorie van personenb.v. voor
hen, die later op handels- of notariëele kantoren werkzaam zijn.
Kinderen die op hun zesde jaar op de school komen en die
geregeld doorloopen zoudendie op hun vijftiende jaar ver
latende een aantal kundigheden hebben opgedaanwaarvan
zij later kunnen proliteeren. Op de burger dag- en avondschool
worden vakken onderwezenwaaraan weder een ander soort
van leerlingen meer behoefte heeft.
Op het voetspoor van het advies van de commissie van toe
zicht meen ik met deze opmerkingen te kunnen volstaan, zon
der in alle details van het leerplan te treden.
De Schoolopziener in het arrondissement Leeuwarden
O. DE MAREES VAN S WINDER EN.
Aan
den Heer Districts
schoolopziener.
Leeuwarden, den 20 Februari 1891.
No. 7058.
Diverse bylagen.
In antwoord op uw schrijven van 10 October 1890 no. 75/971,
en met terugzending der daarbij toegezonden stukken, hebben
wij de eer het volgende te berichten
In onze missive van 19 Juli 1890, no. 0993, hebben wij
omstandig onze zienswijze uiteengezet betreffende eene gedeel
telijke reorganisatie van school 4waardoor die schoolmeer
dan onder den thans bestaanden toestand, aan hare beslem
ming zou kunnen beantwoorden.
Dat uw college ons het leerplan dier schoolthans begeleid
van de adviezen van den arrondissements- en van den districts
schoolopziener nogmaals toezondhebben wij opgevat als eene
uiting van den wenschvan onze commissie te vernemenof
hare meening over de zaak in haar geheel of over zekere on
derdeden er van na kennisneming dier adviezen in verband
met het oordeel van Uw college over de toevoeging van het
Hoogduitsc'.i aan het leerplan ook gewijzigd is.
Dit laatste is met het geval en wij zouden ten aanzien van
het stuk van den arrondissements-schoolopziener met deze ver
klaring kunnen volstaan daar het zich vrij volkomen bij ons
advies aansluit.
Anders is het met de denkbeelden in de missive van den
districts-schoolopziener ontwikkeld.
Hier treffen wij enkele verschillen met de onze aan die
welbeschouwdeigenlijk op een geheel ander plan neerkomen.
Wij wenschen ze hieronder in oogenschouw te nemen en
zoo mogelijkons standpunt in de zaak te verdedigen.
Het trof ons allereerstdat de genoemde ambtenaar, ofschoon
de vervroeging van den aanvang van het onderwijs in het Fransch
goedkeurendelater een pleidooi schijnt te houden voor het
Hoogduitsch eenigszins ten koste van het Fransch.
Voor zoover daaruit tusschen de regels te lezen is dat de school
opziener er aan denkthel Hoogduitsch zelfs vóór het Fransch
te laten gaan verklaren wij dat die verandering ons te radi
caal voorkomt. Wel is het Hoogduitsch in den laatsten tijd
wat meer op den voorgrond getredenmaar het valt niet te
ontkennendat én om het gewicht als wereldtaalèn speciaal
met het oog op de behoefte voor ons landhet Fransch in de
tritsFransch Engelsch en Hoogduitsch, nog eene waardige
plaats bekleedt. De schoolopziener zelf doet ons onwillekeurig
in dit opzicht nog een paar aanbevelingen voor het Fransch
aan de hand.
„Het practisch nut dier taal" zegt hij„komt neer onder
anderen op de mogelijkheid tot hel verkrijgen eener betrekking,
waarvoor eenige kennis van hetiFransch wordt vereischt." „Ten
onrechte" zegt hij welmaar wij mogen toch aannemen dat
het, waar 't wordt geeischt, in den regel noodig is en voor-
loopig dienen wij met de feiten rekening te houden. Vervol
gens „op de behoorlijke uitspraak en liet juist te pas brengen
en verstaan van sommige termen en uitdrukkingen door ons
aan genoemde taal ontleend." Ook niet zulk eene kleine aan.