Bijlage No. 9. Bijlage tot hel verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden., 1891. 1 VERSLAG van de commissie van rap porteurs uit de sectiënbetreffende het onderzoek van het voorstel van burgemeester en wethouders, om over te gaan tot het doen graven voor rekening der gemeentevan een verbindingskanaal tusschen de Zuider stadsgracht en de Tijnje Mijne Heeren l Aan het onderzoek in de sectiën van dit hoogst belangrijke voorstel werd door bijna alle leden deelgenomen. In de le sectie bestreed de minderheid het voorstel als van uit het standpunt der gemeente noch noodig noch gewenscht maar vooral met het oog op den druk die daardoor op de gemeentefinanciën zal worden gelegd. Sommige leden van de meerderheid hoezeer ook genegen met het voorstel mee te gaan brachten daartegen vele beden kingen in. Een kanaal Leeuwarden—Garijp heeft dan alléén waarde, wanneer ook de vaart LeeuwardenHarlingen voldoende zal zijn verbeterd alhoewel het aan twijfel onderhevig blijft dat de scheepvaart Harlingen, boven Stavoren of Lemmer als havenplaats zal verkiezen in elk geval moet er zekerheid be staan dat, wanneer dit kanaalpand door de gemeente wordt gegravende provincie met de afdoening Leeuwarden—Harlin gen niet nalatig blijft. Andere leden verdedigden het voorstel met warme overtuiging. Leeuwarden heeft aan dit kanaal de meest dringende behoefte, de totstandkoming van dit groote werk is voor de toekomst dei- gemeente noodzakelijk. De financiëele bezwaren kunnen niet overwegend worden genoemd. De bouwterreinen zullen tegen voldoende prijzen afnemers vinden nieuwe bronnen van be staan en volkswelvaart zullen dan kunnen worden geopend direct en indirect zullendoor de verbetering onzer waterwe gen, vele voordeelen der gemeente toevloeien. In de 2e sectie verklaarde zich eene kleine minderheid om financiëele bezwaren tegen dit kanaalplan. De gelijktijdige totstandkoming van een grootscheepsvaarwater Grachtswal— Garijp en Leeuwarden—Harlingen werd door alle leden der sectie gewenschtdoor enkelen als een bepaalden eisch gesteld. Algemeen was de meening, dat het bedrag van de door burge meester en wethouders voorgestelde provinciale subsidie zeer laag moet worden genoemd. Ten aanzien van de vraag, of een hooger cijfer als eisch moet worden gestelddan wel dat op het verkrijgen eener hoogere subsidie moet worden aangedron gen bleken de meeningen verdeeld. Eene minderheid vond er geen bezwaar in, dat de provincie van dezen begeerden waterweg maakte een provinciaal kanaal, mits ook de provincie het leeuwen-aandeel in de kosten droeg. De groote meerderheid der sectie verklaarde zich echter beslist voor uitvoering van wege de gemeente, indien het slechts dui delijk bleekdat de gemeente daardoor .financiëel niet te zwaar werd belast. Over de financiëele gevolgen van de uitvoering van het kanaal en de daarbij behoorende- werken kwamen uit voerige berekeningen ter tafel, die door de sectie met instem ming werden ontvangen. Ten aanzien van het technisch gedeelte werd de eisch gesteld, dat de raad later de onderdeelen vooral ook wat be treft de bruggen afzonderlijk moest kunnen beoordeelen. De hoofdrichting van het kanaal werd algemei jn goedgekeurd, mits het meest geschikte punt voor de inmonding bij de Tijnje nog nader werd onderzocht en het kanaal met de volle breedte tot in de stadszuidergracht doorloopt. De 3e sectie wees het voorstel van burgemeester en wethou ders met algemeene stemmen af. Uitvoering voor rekening en risico der provinciemet subsidie van de gemeentedat was het besluit der sectie. De groote meerderheid maakte ernstige bedenkingen tegen het voorstel. De handeldie in deze'gemeente wordt gedreven, bepaalt zich vooral tot detailhandel, die uit den aard der zaak niet zulk eene dringende behoefte heeft aan ruime waterwegen. Alléén voor het interprovinciaal verkeer is dit werk van over wegend belangmaar, het mogelijkmaken van dat verkeer rust alléén en uitsluitend op het provinciaal bestuur. Niet de ge meente, maar de provincie belaste zich met den aanleg van het kanaaldat is ook het standpunt waarop de raad minstens de groote meerderheid van den raad, zich bij de onderhande lingen met heeren Gedeputeerde Stalen heeft gesteld. Het vaarwater Grachtswal—Garijp waarvan het in dit voor stel bedoelde kanaalpand een gedeelte uitmaaktheeft aller minst voor de gemeente belang, zoolang de vaart Leeuwarden Harlingen niet is verruimd op de afmetingen van een groot scheepsvaarwater. De raad wachte dus in ieder geval de beslissing der Staten over dat vaarwater af, alvorens de ge meente verplichtingen op te leggen van den omvang zooals in dit voorstel worden bedoeld. Nog pleit voor eene uitvoering door de provincie de mogelijkheid tot het verkrijgen van eene rijkssubsidie. Door de minderheid werd dat deel van het voorstel, dat be doelt uitvoering van wege de gemeentevooral verdedigd, om dat dit kanaal en de daaraan te verbinden aanleg van nieuwe wijken of buurten moet worden beschouwd als één werk. Al de voor dat plan noodige terreinen zal de gemeente kunnen verkrijgen, hetzij door aankoop hetzij door onteigening. Ten aanzien der hoofdrichting van het kanaal bestond bij de meer derheid der sectie geen bezwaar. Technische onderdeelen wer den met besproken. Sommige leden wenschten alsnog te heb ben onderzocht, of eene kortere doorgraving naar de Potmarge en eene verbetering van dat vaarwater niet met minder kos ten aan het doel zoude beantwoorden, dat met dit voorstel is beoogd. Na dit beknopt overzicht vragen rapporteurs 's raads aandacht voor de volgende beschouwingen. Eene nauwgezette studieook van de omvangrijke bijlagen die dit voorstel vergezellen leert, dat hier aan 's raads oordeel wordt onderworpen een ontwerp, waarvan de verwezenlijking kan leiden tot de ontwikkeling, den bloei der gemeente, tot bevor dering der welvaart van al hare bewoners, maar tevens, dat voor de voltooiing van dien waterweg en de daaraan noodza kelijk te verbinden werken financiëele lasten op de schouders van onze belastingbetalende medeburgers zullen moeten worden gelegd, die èn voor het tegenwoordige, èn voor het na ons komend geslacht eene niet geringe beteekenis zullen hebben. Heeft onze commissie den plicht, uwe vergadering te wijzen op de zeer uiteenloopende meeningendie in de sectiën zijn gehoord èn over het kanaalplan in zijn geheel, èn over de mid delen die voor de totstandkoming van dat werk moeten wor den aangewend, één en onverdeeld sprak men de niet te weer spreken overtuiging uitdat onze vaderstad, de hoofdstad der provincie, waar het betreft hare waterwegen verkeert in een isolement, waarin door niemand hare kracht kan worden ge vonden. Toen, in het tijdvak van 1876 1888, de groote werken tot verbetering van den binnenlandschen waterstaat in Friesland in vollen omvang zijn uitgevoerdbleven de vaarten en kana len die Leeuwarden met de zoo zeer verruimde grootscheeps- vaarwaters in verbinding brengen, geheel buiten dat plan. Op een verzoek, door de Kamers van Koophandel van Leeuwarden en Harlingen in 1880 tot den Minister van waterstaat, handel en nijverheid gerichtom de verruiming van het vaarwater HarlingenLeeuwardenStroobos op te nemen in het plan tot verbetering van den binnenlandschen waterstaat in deze pro vincie, werd afwijzend beschikt. Nog altijd vormende 1,50 M.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1891 | | pagina 40