Bijlage No. 12.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1891.
1
VOORSTEL van burgemeester en wet
houders tot vaststelling van een
besluit tot heffing van rechten
aan de Waag, met daarbij behoo-
rende verordening op de invor
dering
Mijne Heer en
Bij koninklijk besluit van 2 November 1886 No. 12 is de
heffing van rechten aan de Waag in deze gemeente goedgekeurd
tot 1 Januari 1892.
Ten einde de heffing van deze rechten na dit tijdstip te kun
nen bestendigenzal opnieuw een hiertoe strekkend besluit
vastgesteld en aan de koninklijke goedkeuring onderworpen moe
ten worden.
Wij achten het noch noodignoch wenschelijkin de vigee-
rende verordeningen wijzigingen aan te brengen.
Mitsdien hebben wij de eer u ter vaststelling aan te bieden
de hierbij overgelegde ontwerpen van
1. een besluit tot heffing van rechten aan de Waag, met
daarbij behoorende memorie van toelichting
2. eene verordening regelende de invordering der aan de
Waag geheven wordende rechten.
Voorgesteld ter raadsvergadering van 14 Juli 1891 door
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden
P. LYGKLAMA a NIJEHOLTburgemeester.
MENKEMAl. secretaris.
ONTWERP BESLUIT tot heffing van
rechten aan de Waag te Leeuwarden.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat er noodzakelijkheid bestaal tot nieuwe
vaststelling van het besluit tot heffing van rechten aan de waag;
Gelet op art. 20 der verordening regelende het gebruik van
het waaggebouw en op de artikelen 238 en 254 der gemeen
tewet
Besluit
vast te stellen navolgend
BESLUIT tot heffing van rechten
aan de Waag te Leeuwarden.
Art. 1.
Voor het wegen en verwerken der aan de waag aangevoerde
waren is verschuldigd
BOTER.
Van elk 1/4
J/8
Vis
vat
ƒ0.16
-0.08
-0.04
KAAS.
Van elke partij van 121/g kilogram of minder f 0.02
Boven de 12^2 tot en met 25 kilogram -0.03
25 50 -0.08
Van elke meerdere 50 kilogram of minder - 0.06
WOL.
Los of gepakt in zakken van minder dan 150 kilogram:
Van elke partij van 121/2 kilogram of minder f 0.021/2
Boven de 121/2 tot en met 25 kilogram - 0.04
25 50 -0.09
Van elke meerdere 50 kilogram of minder - 0.07
Gepakt in balen of zakken die per stuk 150 kilogram of
meer wegen
Van elke baal of zak0.30
GESLACHT VEE en alle andere NATTE en DROOGE
WAREN.
Van elke partij van 121/2 kilogram of minder ^.021/2
Boven de 121/2 tot en met 25 kilogram -0.031/2
25 50 -O.O8I/2
Van elke meerdere 50 kilogram of minder - 0.06
Art. 2.
Voor het door den waagmeester af te geven biljet van elke
gedane wegingindien dit verlangd wordtis verschuldigd
0.021/2
Art. 3.
Behoudens het bepaalde bij art. 6, is voor het uitstallen van
vaten boter en van kaas in de waag geen afzonderlijk recht
verschuldigd.
Voor het plaatsen en verwerken der aan de waag aange
voerde vaten bóter, die elders aan eene waag zijn gewogen en
van het vereischte biljet zijn voorzien, is verschuldigd voor
ieder 1/4 vat 5 cent en voor ieder l/g vat 3 cent.
Voor het bewaren van vaten boter in de daarvoor bestemde
bewaarplaats is door den belanghebbende telkens verschuldigd
een recht van vijf cent per vat voor den tijdverloopende tus-
schen den eenen en den anderen dag voor den verkoop van
boter aan de waag bestemdmet een minimum van vijf en
twintig cent.
Art. 4.
De bij artikel 1 bepaalde rechten zijn verschuldigd door hem,
die de weging heeft verlangd, hetzij kooper of verkooper.
De plaatsing der goederen in de waag wordt geacht het
verzoek tot weging in te sluiten. Hiervan zijn uitgezonderd de
vaten boter bedoeld in art. 3, 2e alinea.
Het recht; in art. 3 genoemd, is verschuldigd door hemdie
de bewaring heeft verlangd.
Art. 5.
Onder de bij dit tarief bepaalde rechten is niet begrepen
wat, krachtens het provinciaal reglement op de botervatentot
vinding van tractement en reiskosten voor den keurmeester der
botervaten wordt ingevorderd.
Art. 6.
Voor het gebruik der standplaatsen in de waag wordt per
jaar een recht geheven van 50 cent per centiare.
De aanwijzing der standplaatsen geschiedt bij loting op de
wijze, door de waagcommissie te regelen.
Art. 7.
Voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakten wordt