Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1891. 9,450.—en daardoor het totaal der afdeeling tot f29,250.— worden verhoogd. Volgno. 76. In alle sectiën gaf de onder dit volgno. begrepen post van ƒ200 voor het verven der vergaderkamer van bur gemeester en wethouders aanleiding tot bespreking. Zonder het wenschelijke van het verven te willen ontkennenoordeel den verscheidene leden, dat de noodzakelijkheid hiervan niet ge noeg was gebleken, om, met het oog op den ongunstigen toe stand der gemeentefinanciën, deze uitgaaf te wettigen, en dat dit werk daarom gerust tot 1893 kon worden uitgesteld. Op grond hiervan verklaarden 5 van de 7 leden van deze sectie zich tegen het behoud van den post waardoor het geheele bedrag voor kosten van onderhoud van het gemeentehuis van ƒ900 tot ƒ700 zal worden teruggebracht. In de andere twee sectiën werd geen besluit genomen. Twee van de rapporteurs stemmen met het besluit der 2e sectie in. Volgno. 77. Naar aanleiding van de, blijkens de memorie van toelichtingonder dit volgno. begrepen gelden voor nieuwe gordijnen in het gemeentehuis 160) en in de hoofdwacht 120), werd door eenige leden van de 2e en de 3e sectie de aan lacht gevestigd op de vele aanvragen om nieuwe gor dijnen waarvan deze begrooting de blijken draagt. Meer in het bijzonder gold dit de schoolgebouwen. Zooals uit de toelichtende staten blijktworden voor niet minder dan 22 scholen nieuwe gordijnen noodig geacht't geen eene ge zamenlijke uitgaaf van 1,340 vordert. Was men wel onder richt, dan waren telkens om de drie jaren nieuwe gordijnen in de scholen noodigomdat deze voorwerpen daar door het vele optrekken en laten zakkenveel hebben te lijden. De vraag werd daarom gedaanof niet misschien een ander soort gordijnen, n.l. rolgordijnen met ijzeren schuiven die veel min der slijtenin de schoolgebouwen zouden zijn te bezigen Volgno. 99. In alle sectiën werden bezwaren gemaakt tegen den, blijkens de memorie van toelichting, onder dit volgno. be grepen post van ƒ650.voor eene nieuwe bevloering van den weg naar de begraafplaats voor Israëlieten. Verscheidene leden der le sectie hadden, vóór tot het behandelen der begrooting over te gaandezen weg in oogenschouvv genomen en waren daardoor eenstemmig tot het oordeel gekomen dat hij zelfs na den zoo natten zomer van dit jaar, in zoodanigen uitmun tenden toestand verkeertals met weinige soortgelijke wegen het geval is. De weg toch ligt geheel tonrond en glad heeft voren noch gaten en zit zóó vast ineendat alleen het losbre ken van den weg met houweelen reeds aanzienlijke kosten zou veroorzaken. Daardoor werd dan ook, naar men meendever klaard, waarom voor de verbetering van een weg van zoo ge ringe lengte een zoo hoog bedrag noodig werd geacht. In alle sectiën werd besloten art. 99 dientengevolge met ƒ650 te verminderen. Ook rapporteurs zijn te dien opzichte eenstemmig. Naar aanleiding van het onder hetzelfde volgno. opgenomen onderdeel „Onderhoud van den Harlinger trekweg met inbegrip van ƒ360 voor vernieuwing van een gedeelte walbeschoeiing te Dronrijp", werd in de le sectie de wenschelijkheid uitgesproken, dat door burgemeester en wethouders over dit bedrag niet zal worden beschikt, dan nadat een gezet onderzoek zal zijn inge steld omtrent de verplichting der gemeente om den wal van den trekweg op dit punt te onderhouden in den staat, waarin die door den veranderden toestand n.l. het maken van een verhoogden grindweg daar ter plaatseis gebrachteene om standigheid waardoor de primitieve last van onderhoud zeer verzwaard is geworden. Het geldt hier toch niet het in be hoorlijken staat houden van een trekwegwal, waarvoor betrekke lijk weinig kosten zouden worden vereischtmaar het ouder- houd eener hooge en massieve houten beschoeiingnoodig ge worden door den aanleg van den openbaren weglater kunst weg op dit punt. Rapporteurs beamen eenparig de uitgesproken wenschelijk heid. In de 3e sectie werd gewezen op den zeer slechten toestand van het voetpad in de Gichoreibuurt tengevolge waarvan het, vooral bij avond, niet zonder gevaar is te begaan. Het geldt hier een particulier eigendomdoch tot den pu- blieken dienst bestemd. Rapporteurs zijn daarom van meening, datis de ligger van onderhoudplichtigheid opgemaakt en vast gesteld en blijkt de toestand van het voetpad inderdaad zóó te wezen als waarover in de 3e sectie werd geklaagd burgemees ter en wethouders geheel bij machte zijn om de onderhoud- plichtigen, krachtens de bestaande politie-verordening, te nood zaken tot de gevorderde verbetering over te gaan en, zoo dit niet geschiedt, zeiven, volgens art. 180 der gemeentewet, handelend op te treden. Een onderzoek der zaak wordt burgemeester en wethouders door rapporteurs aanbevolen. Volgno. 100. In de le sectie verklaarde men zich voor eene versterking van den onder dit volgno. uitgetrokken post „On derhoud van straten enz." met ƒ2,000,— voor aankoop van keien. Grond hiervoor werd gevonden in een ter tafel der sectie gebracht schrijven van den directeur der gemeentewer ken aan burgemeester en wethouders van 23 Sept. jl., dus nk indiening van de begrooting aan den raad waarbij nader op dezen aankoop werd aangedrongen. Dit besluit, genomen vóór de begrooting in de 2e sectie werd behandeld en ter kennis van de leden dezer sectie gekomen gaf daar aanleiding tot uitvoerige besprekingen. De slotsom was, dat, op grond van den toestand der gemeentefinanciën, met algemeene stemmen werd besloten den genoemden wel door den directeur der gemeentewerken aangevraagden, doch eerst thans door burgemeester en wethouders overgenomen post niet te herstellen. De samenspreking van rapporteurs leidde er echter toe, den raad voor te stellen een bedrag van 1,000 voor dit on derwerp toe te staan. In de 2e sectie werd zeer geklaagd over 1°. den slechten toestand van de Poppebuurt naar de Pop- pebrug 2o. de plaatsing van hondenkarren tegen het hek van het Wandelpark (Oude veemarkt)waardoor tevens het gezicht op het groen en de bloemen in dat park werd belemmerd 4®. de plaatsing van hondenkarren op de Nieuweburen. Ge lijk werd beweerd werd den bewoners dier streek hierdoor veel overlast aangedaan en het boomgewas daar door de hon den vernield. De vraag werd gedaan, of door burgemeester en wethouders voor deze karren niet eene andere plaats kon wor den aangewezenminder in het midden der stad gelegen en waar minder drukke passage is dan op de Nieuweburen Men had hierbij op het oog den weg tusschen de gasfabriek en het daar tegenover gelegen logement of' wel dien bij het mané ge-gebouw. Een der leden klaagde mede over de ruwe en brutale hou ding die sommige voerlieden van hondenkarren tegenover het publiek aannemen. Volgno. 101. In de 3e sectie werd gewezen op de belang rijke uitgaven voor het onderhoud van bruggen en de daar te genover staande geringe opbrengst der bruggelden. Zou, werd gevraagdhierin geen verbetering zijn te brengen Daarbij werd mede nog de aandacht er op gevestigddat voor onder scheidene bruggen een verschillend tarief toegepast en bij de heffing van bruggelden ook nog onderscheid tusschen beurt en andere schepen gemaakt wordt. Eene hoogere bijdrage in de onderhoudskosten warenaar men meendemisschien te vinden door toepassing van een een hooger tarief voor doorvarende groote schepen. Volgno. 102. Het onderhoud der plantsoenen gaf aan een der leden van de 1 e sectie aanleiding tot het maken der opmerking, dat het hiervoor in 1890 ad ƒ710 en in 1891 ad ƒ810 uitge trokken bedrag thans reeds is geklommen tot 1,220 waaron der 150 voor den aankoop van bloembollen en zaden, in 1889 op ƒ90 en in 1890 op ƒ105 geraamd. Bij deze uitgaaf kwamen nog de aanzienlijke arbeidsloonen. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1891. 3 Aan deze aanhoudende stijging van kosten, meende dit lid, dat eindelijk eene grens diende te worden gesteld. Deze opmerking vond bij de andere leden instemming. Of schoon geen voorstel tot verlaging van den post werd gedaan wenschte de sectie wel de aandacht van burgemeester en wet houders op de zaak te hebben gevestigd. De belangrijke uitgaaf voor aankoop van boomen gaf in dc 3e sectie aanleiding tot opmerking. Er werd echter op gewezendat volgens opgave van den directeur der gemeentewerken niet minder dan ruim 180 nieuwe boomen noodig waren ter vervanging van de in den jongsten strengen winter gestorven boomen. Van die noodza kelijkheid had trouwens ieder ingezetene zich reeds lang kun nen overtuigen. Bij rapporteurs rees intusschen de vraag, of deze oude boo men, die men sinds eenigen tijd is begonnen te rooien niet altijd benige waarde hebben en, zoo ja, of deze dan niet in compen satie kon komen Volgno. 103. In de 3e sectie werd gevraagd, of het terrein om den vijver bij den Oostersingel thans ten allen tijde voor ieder toegankelijk was Men achtte dit niet wenschelijk en meende daarom burgemeester en wethouders in overweging te moeten geven om, casu quo, dit terrein voldoende af te sluiten. Volgno. 104. De slechte toestand van de urinoirs bij het spoorwegstation werd in de 3e sectie besproken. De wensch werd geuitdat burgemeester en wethouders met het spoor- wegbestuur in overleg zouden treden, om te trachten in dezen toestand verbetering te bekomen. Volgno. 106. In dezelfde sectie werd er op gewezen, dat op den verjaardag van de Koningin het klokluiden van de torens der kerken van de Ned. Hervormde gemeente was nagelaten. Welke reden, werd gevraagd, had hiervoor bestaan? Volgno. 109. Evenals ten vorigen jare werd in de 3e sectie geklaagd over de gebrekkige straatverlichting in sommige ge deelten der stad en ook over het laat opsteken der lantaarns vooral in buurten, waar geen winkels zijn en straatverlichting dus te eerder noodig is. Rapporteurs stemmen met deze klacht volkomen in. Zij wij zen met name op de Tweebaksmarktde Waeze en den Grachts- wal. Zij brengen in herinnering, dat, volgens de memorie van beantwoording van burgemeester en wethouders op het verslag van de commissie van rapporteurs over de begrooting van 1891, de toenmalige klacht onder de aandacht van de commissie voor de gasfabriek zou worden gebracht. Rapporteurs mogen niet anders aannemen dan dat hieraan is gevolg gegeven. Daarom te meer moet het, volgens henbevreemding wekkendat de noodige verbeteringen nog steeds op zich laten wachten. Zij vinden hierin grond, burgemeester en wethouders te verzoeken, te willen bevorderendat deze verbeteringen alsnog ten spoe digste worden aangebracht. In de 2e sectie werd in herinnering gebracht, dat ten vori gen jare mede de wenschelijkheid was uitgesproken van het nemen eener proef met gaslantaarns gedekt met melkwit glas van het nemen van zoodanige proef, veel minder van eenigen uitslag daarvanwas echter tot dusverre naar men meende te weteniets bekend geworden. Rapporteurs onderrichtdat een paar proeflantaarns op het Waagplein zyn geplaatst geworden, doch dat bij burgemeester en wethouders nog niet van den directeur der gasfabriek is ont vangen eenig rapport omtrent hetgeen de proef heeft opgeleverd, achten het daarom wenschelijkdat op indiening van het rap port wordt aangedrongen. Volgnos. 120 en 121. In alle sectiën had het de aandacht getrokken, dat, terwijl voor opbrengst der vischmarkt slechts ƒ105.— was geraamd (volgno. 15), niet minder dan 470.— voor kosten dezer inrichting was uitgetrokken. De bij de be handeling van vorige begrootingen gedane vraag werd daarom herhaaldof nietmet het oog op deze cijfers eene reorgani- j satie van dezen tak van dienst noodig zou zijn In de 2e sectie werd door den voorzitter hierop geant- woord dat de zaak ook niet der aandacht van burgemeester I en wethouders was ontgaan en dientengevolge eerlang een voorstel tot nadere regeling dezer zaak van hen kan worden te gemoet gezien. Rapporteurszich geheel aansluitende bij hetgeen in alle sectiën over deze zaak was in liet midden gebrachtspreken den wensch uitdat bedoeld voorstel spoedig aan 's raads over wegingen worde onderworpen. Volgno. 123. In de memorie van toelichting wordt vermeld dat onder het bedrag der jaarwedden van het personeel der gasfabriek voorkomt 2,727 voor drie fitters. Én in de lste cn in de 2de sectie had het hooge bedrag dezer bezoldiging de aan dacht getrokken. Gelijk intusschen werd vernomenbestond hier een drukfout en moet, voor ,drie, worden gelezen vijf daar in dit getal mede zijn begrepen de twee niet in de specificatie opgenomen meteropnemers. Volgno. 130. In de 3e sectie was de aandacht gevallen op de uitgebreidheid van het personeel bij den dienst der stadsrei niging. Naar aanleiding hiervan werd de vraag gedaan of het personeel niet zou kunnen worden ingekrompen, 't geen mis schien door eene andere verdeeling der werkzaamheden zou kunnen plaats hebben. Meer in het bijzonder werd de vraag gedaan of tot het vervaardigen van nieuwe tonnen wel voort durend drie kuipers noodig waren en of het middel dat voor de desinfectie der tonnen werd gebezigdmisschien ook al te nadeeligen invloed op het hout uitoefende Een beter middel lot desinfectie zou ongetwijfeld zijn het aanwenden van stoom. Het liddat een en ander te berde had gebracht klaagde mede over den ondragelijken stank veroorzaakt door onvolko men verbranding van ter vernietiging bestemde goederen. Zijns inziens zouden verandering van den verbrandingsoven en het hooger optrekken van den schoorsteen van dezen oven de zoo zeer noodige verbetering kunnen aanbrengen. Volgno. 142. Met het oog op de omschrijving van den on der dit volgno. voorkomenden post: „Voortzettiilg der werken tot verbetering van riolen", werd in de 2e sectic gevraagd, of hiervoor eenig stelsel aangenomen of wel een algemeen plan vastgesteld was Men kon dit moeilijk aannemendaar de raad dan toch in de zaak had moeten worden erkend. De voorzitter der sectie kon de geruststellende verklaring af leggen dat het woord „voortzetting" minder gelukkig was ge kozen en in elk geval niet de beteekenis had die men niet geheel ten onrechte daaraan had gegeven. Wat in den loop van dit jaarnu onlangs was gedaan tot verbetering van de rioleering in eenige straten stond geheel op zich zelfwas geenszins onderdeel van eenig bepaald stelsel of algemeen plan. Even nuttig intusschen als de genoemde verbeteringwerd die van de riolen langs de Groeneweg en in de Amelandsstraat geoordeeld van daar het voorgedragen bedrag van 2,050. Of schoon geen der leden het nuttige der voorgestelde verbetering wilde ontkennenwerd op grond van den toestand der ge- meente-financiënmet algemeene stemmen besloten den post te schrappen. Rapporteurs vereenigen zich, op dezen grond eenparig met dit besluit, te meer omdatnaar hunne meeningde ervaring nog niet heeft geleerdof niet ook aan het nieuw gevolgde stelsel gebleken kleven. Volgno. 145. Blijkens de specificatie in de memorie van toe lichting wordt voor onderhoud van de huizen en andere aan de gemeente behoorende gebouwen noodig geacht 2,780 waar te gen als ontvangst slechts ƒ65,36.20 staat. Daarom werd inde 2e sectie de vraag gedaanof het behoud van al deze gebou wen wel noodig was? Zoo niet, dan verdiende het alleszins overwegingde niet noodige gebouwen van de hand te doen. Rapporteurs kunnen zich met dit laatste geheel vereenigen. Zij brengen in herinneringdat verleden jaar tengevolge van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1891 | | pagina 98