Bijlage No. 14. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1892 Mijne Heeren Het verslag van de commissie van rapporteurs uit de sectën van den gemeenteraad omtrent het onderzoek der gemeente- begrooting voor 1893 heeft ons geen aanleiding gegeven tot het indienen van eene memorie van beantwoording der gemaakte op- en aanmerkingen. Wij hebben het alleen noodig geacht inlichtingen te vragen van den directeur der gemeentewerken omtrent hetgeen in het verslag is gememoreerd bij de volgnummers G6 100 en 149 letter b. Die ambtenaar heeft die inlichtingen verstrekt bij missive van den 13 October 1.1. No. 510/7 waarvan een afdruk hieronder volgt. Leeuwarden 20 October 1892. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden VAN HARINXMA Burgemeester. P. A. BERGSMASecretaris. No. 510/7. Leeuwarden, 13 October 1892. Bij deze heb ik naar aanleiding van UWEds. schrijven van den 12 October j.l. de eer te berichten dat ten opzichte van het in de 2de en 3de sectie bij het onderzoek der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1893 gerelateerde als zou door den hoofdopzichter en de opzichters op bedenkelijke wijze door het verrichten van particulier werk worden getreden op den weg van den particulieren architect kan worden medegedeeld dat door dezen hoofdopzichter na daar toe van UWEds. de vereischte vergunning te hebben verkregen, zijn opgemaakt de plannen en het bestek voor twee woonhui zen die momenteel in aanbouw zijn op de bouwterreinen V en VI van de herberg „de Klanderij." De uitvoering daarvan wordt op kosten der besteders geleid door den heer Kalma alhier. Ook heeft de opzichter Faber eveneens met UWEds. vergun ning ten vorigen jare en in het begin van dit jaar zich belast met twee zeer bescheiden verbouwingen van een winkel in de Groote Kerkstraat en van 't woonhuis van den heer Mr. P. A. Bergsmahet winkelhuis behoorde aan Siebrands. Verder zijn mij geene bemoeiingen van eenige beteekenis van particulieren aard, waarbij door die ambtenaren finantiëel voordeel wordt behaald, bekend. Wel weet ik dat zij daartoe dikwijls worden aangezocht en dan geheel belangeloos schetsen geven voor gevelopstanden aan bazen die een behoorlijk geveltje willen opstellen ja zelfs par- De Heeren Burgemeester en Wethouders ticuliere architecten behulpzaam zijn, om opgewerkte teekenin- gen aan hunne clientèle te leveren. Gevels als die van Habekottee, de kapper, en van der Woude, slager aan de Voorstreek behooren daaronder. Verschillende schetsen voor décoratief aan particuliere huizen tijdens het bezoek van HH. MM. de Koninginnen werden mede belangeloos verstrekt. Zij doen dit geheel in den tijd die hun restna afdoening der dagelijksche bezigheden. Naar mijne bescheiden meening pleit dit voor hunne ambitie en capaciteit. Waar zij dan ook mijne ondersteuning hebben gevraagd tot het bekomen van UWEds. vergunning voor particulieren bouw, heb ik die steeds gaarne verleend omdat ik de overtuiging heb, dat daarvan geen misbruik wordt gemaakt en hunne ambtelijke bezigheden daaronder niet lijden mij daarbij niet plaatsende op het standpunt om die particuliere bezigheid te bevorderen docji ook niet te verbieden. Wanneer verder wordt nagegaan, dat gedurende het viertal jarendat de hoofdopzichter hier werkzaam isde bouw aan den Stationsweg zijn eerste werk is, en de opzichter Fabergedurende zijn tienjarigen werkkring, alleen vergunning vroeg voor de twee bovenvermelde vertim meringen, dan kan zeker niet worden beweerd dat op beden kelijke wijze wordt getreden in den werkkring van particuliere architecten. Wat betreft de vermindering van den post voor het buiten gewoon onderhoud van den Harlinger trekweg kan verder wor den medegedeelddat die bepaald noodig is voor het onder houd van de tiltjes en bruggen in dien weg voorkomende en het opzetten van ingespoelde walkantenwaaraan, wil men niet in grootere uitgaven vervallen, zoo noodig de hand moet worden gehouden. De gedeelten van den weg, die moeten worden verbeterd en waarvoor een deel van het bedrag noodig is, liggen tusschen de Sneekervaart en Ritzumazijl ten Oosten van Dronrijp en in het gedeelte tusschen Dronrijp en de aardappelmeelfabriek bene vens de herstellingen die aan brugjes noodig zijnvermeld in het door mij ingezonden rapport bij de indiening eener con cept-begrooting voor 1893. Deze staan in geen verband met eventuëele verlegging van gedeelten van den Trekweg zooals die zijn opgenomen in het plan tot verbetering van de Harlingervaartvan wege de Pro vincie. Verder acht ik het noodig, UWEds. aandacht te vestigen op het onder volgno. 149 lett. b voorkomend voorstel in het verslag van de commissie van rapporteurs, omtrent het onder zoek der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1893 om de ƒ475, geraamd voor het maken van een ijzeren hekwerk in plaats van de houten deuren in den toegang naar den Prinsen tuin in het Tournooiveldniet in de begrooting op te nemen, omdat dit noch noodig noch gewenscht wordt geacht. Den zeer slechten toestand van de deuren in aanmerking nemende, is eene uitgaaf noodig voor de vernieuwing daarvan met het metselwerk geraamd op 300.Een ijzeren hekwerk is voorgesteld, omdat dit in de eerste plaats meer passend is in de omgeving, waar houten deuren niet op hunne plaats zijn en in de tweede plaats, omdat de onderhoudskosten met toepassing van ijzeren hekwerk belangrijk minder zijn 't is daarom dat ik vrijheid vind UWEds. het behoud van die post a ƒ475 in overweging te geven. De Directeur der Gemeentewerken J. E. G. NOORDENDORP. Boekdrukkerij van A Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1892 | | pagina 88