Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1893.
den invloed der werkstakingen waren bedragen per hectoliter
vrij in het magazijn ruim 63 cents. Er blijft dan over ruim
ƒ5500.— voor den aankoop van cannelkoolwelk bedrag bij een
zeer spaarzaam gebruik daarvoor ongeveer noodig zal zijn. Bij eene
geringe prijsverhooging der steenkool zal de uitgetrokken som
dus niet eens voldoende zijn. Burgemeester en wethouders
meenen dus verlaging van het in de begrooting uitgetrokken
bedrag ernstig te moeten ontraden.
Volgno. 136. Zooals terecht wordt opgemerkt, kan deze post
met ƒ366.worden verminderd. Deze som betreft echter
niet alleen het patentrecht van den directeur der fabriek, maar
tevens dat der gemeente als gasfabrikant.
Volgn. 145. Op de vraag, of eerlang althans in het begin
van 1894, de aanbesteding van het kanaal Grachtswal—Tynje
zal kunnen plaats hebbenmeenen burgemeester en wethou
ders toestemmend te kunnen antwoorden.
Volgno. 150a. Burgemeester en wethouders herinneren, dat
reeds voorstellen zijn gedaan en door den raad aangenomen
tot amotie van enkele woningen.
Daar ten aanzien van dit punt bepaalde voorstellen worden
gedaan meenen zij zich thans te moeten onthouden van een
antwoord op de gemaakte opmerking. I
Volgno. 1506. Bij het samenstellen der begrooting is de toe
stand der toegangsdeuren in het Tournooiveld zeer breedvoerig
met den directeur der gemeentewerken besproken, ook naar
aanleiding van het ten vorigen jare gevallen besluit omtrent
dezen post.
De directeur verklaarde zeer stellig, dat de bestaande deuren
geen dienst meer konden doen.
Volgno. 188. Ter voorkoming van misverstand, deelen bur
gemeester en wethouders mededat het antwoord van den
voorzitter der 2e sectie in dien zin moet worden opgevat, dat
hij, zonder terug te willen komen op eenmaal genomen beslui
ten, gaarne zal medewerken tot eene milde toepassing der be
doelde verordening.
Volgno. 193. De militaire oefeningen op het terrein oni den
vijver aan den Oostersingel geschieden steeds op behoorlijken
afstand van het hekwerk bij de gemeenteschool no. 11. Voor
het droogleggen van het terrein is langs het bedoelde hekwerk
een greppel gegraven, die echter aan het hekwerk geen nadeel kan
toebrengen en er geen vrees voor omvallen behoeft te bestaan.
Desnoodig echter zullen de vereischte maatregelen worden ge
nomen.
Volgno. 210. De hier gegeven wenk zal aan den Comman
dant der schutterij worden overgebracht.
Volgn. 226. De opmerking is juistbedoeld artikel dient nog
onder de omschrijving van hoofdstuk XI te worden opgenomen.
INKOMSTEN.
Volgn. 18<2. Zooals in het verslag wordt medegedeeld zul
deze post met ƒ1000,— kunnen worden verhoogd.
Volgn. 35. Rapporteurs stellen voor, dezen post te veihoogen
met 5000op grond dat mag worden aangenomen dat het
voor 1894 geraamde verbruik van 1,593,500 stère, ten gevolge
van de prijsverlaging van het gas met 4°/o zal stijgen. Die
vermeerdering zou dan bedragen 63,740 stère. Het vermoede
lijk gasverbruik zou dan zijn 1,657,240 stère. Naar 6 cent zou
de opbrengst bedragen ƒ99434.40.
Volgens de memorie van toelichting is uitgetrokken eene som
van ƒ95610, wat een verschil geelt van 3824.40. Daar over
de overige onderdeelen van dezen post geene bemerkingen
zijn gemaaktzou het totaal bedragdat volgens de bereke
ning van rapporteurs op de begrooting kan worden uitgetrokken,
moeten zijn 170618 -+- ƒ3824.40 ƒ174,442.40. Op de
begrooting is uitgetrokken ƒ173000.— geeft slechts een ver
schil van 1442.—.
Burgemeester en wethouders begrijpen dus niet, hoe rappor
teurs kunnen voorstellen om dezen post gerust met ƒ5000.
te verhoogen en alzoo op ƒ178000.uit te trekken.
De raming van het gasverbruik is gebaseerd op de uitkomst
van 1892. Maar over de verloopen maanden van 1893 is het
gasverbruik 4J °/o minder dan over dezelfde maanden van 1892.
Zooals burgemeester en wethouders de raming hebben gemaakt,
moet over 1894, in vergelijking met 1893, het gasverbruik onge
veer 7 °/o klimmen. Er is dus reeds ruim gerekend op een
meerder verbruik tengevolge verlaging van den prijs. Het uit
trekken van eene hoogere opbrengst dan f 173000 zou geheel
ongemotiveerd zijn.
Volgns. 5 en 20. Burgemeester en wethouders meenen al
dadelijk te kennen te moeten geven dat zij zich niet zullen
kunnen vereenigen met een voorstel, om het te kort alleen te
vinden door verhooging van de plaatselijke directe belasting op
het inkomen ook niet, indien het voorgestelde straatgeld mocht
worden verworpen.
Opgemaakt den 28 October 1893.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden
VAN HARINXMA Burgemeester.
P. A. BERGSMA Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1893.
mjlage Xo. 36.
VOORSTEL der raadscommissie voor
het ontwerpen van strafverorde
ningen tot vaststelling van een
besluit tot geldigverklaring van
bestaande verordeningentegen
welker overtreding straf is be
dreigd.
Aan den Gemeenteraad
In Uwe vergadering van den 8 Mei 1888 werd vastgesteld
:ene verordening tot geldigverklaring der verordeningentegen
velker overtreding straf is bedreigd.
Ingevolge art. 178 der gemeentewet moet dus in den loop
ran dit jaar gelijke verordening worden vastgesteld.
Na de in de laatste jaren daarin aangebrachte wijzigingen
behoeven de verordeningen naar ons oordeel voorloopig geene
[nieuwe wijziging te ondergaan.
Evenmin komt ons intrekking van één of meer der verorde
ningen noodig voor.
Wij hebben mitsdien de eer, u ter vaststelling aan te bie
den het hierbij overgelegd ontwerp-besluit tot geldigverklaring
van bestaande verordeningen tegen welker overtreding straf is
bedreigd.
Leeuwarden den 14 November 1893.
De commissie tot het ontwerpen van
strafverordeningen
VAN HARINXMA.
A. DUPARC.
J. L. VAN SLOTERDIJCK.
J. C. MEIJER.
VAN KETWICH VERSCHUUR.
ONTWERP-VERORDENING, houdende gel
digverklaring van bestaande veror
deningen, tegen welker overtreding
straf is bedreigd.
Boekdrukkerij van A. Jongbloedte Leeuwarden.
De raad der gemeente Leeuwarden
Gezien art. 178 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad no 85).
Herzien de plaatselijke verordeningen dezer gemeentetegen
welker overtreding straf is bedreigd;
Besluit
Te verklarendat nog gelden de volgende plaatselijke ver
ordeningen
1. Verordening van politie op het hegraven en de begraaf
plaatsen in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raads
besluit van den 23 Juni 1870, afgekondigd den 26 Juli 1890,
gewijzigd bij raadsbesluit van den 24 April 1873 afgekondigd
den 15 Mei 1873, en bij raadsbesluit van den 16n Augustus
1887 afgekondigd den 6 September 1887.
2. Verordening betreffende de verdeeling der gemeente Leeu
warden in wijken en nummering der gebouwenvastgesteld bij
raadsbesluiten van den 23 Maart en 13 April 1876 afgekon
digd den 12 en 14 April 1876, gewijzigd bij raadsbesluit van
den 9 Mei 1877 afgekondigd den 2 Juni 1877 en bij raads
besluit van den 16 Augustus 1887 afgekondigd den 6 Septem
ber 1887.
3. Verordening op de huizen van ontucht en de publieke
vrouwen te Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit van den
26 October 1876, afgekondigd den 23 November 1876, in
werking getreden den 1 Juni 1877 krachtens raadsbesluit van
den 5 Mei 1877 afgekondigd den 29 Mei 1877 en gewijzigd
bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887, afgekondigd den
6 September 1887 en bij raadsbesluit van den 28 Februari
1893, afgekondigd den 18 Maart 1893,
4. Verordening tot instandhouding van de goede orde op de
buitenpleinen van en de toegangen tot het spoorwegstation
vastgesteld bij raadsbesluit van den 9 November 1876, afge
kondigd den 25 November 1876, gewijzigd bij raadsbesluit van
den 16 Augustus 1887 afgekondigd den 6 September 1887.
5. Verordening op het houden of mesten van varkens binnen
de bebouwde kom der gemeente Leeuwarden vastgesteld bij
raadsbesluit van den 27 November 1879 afgekondigd den 13
December 1879, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus
tus 1887 afgekondigd den 6 September 1887.
6. Verordeningregelende de politie op de openbare ver
makelijkheden plaatsen van vereeniging voor personen en ver
lotingen in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbe
sluit van den 24 Januari 1884, afgekondigd den 11 Februari
1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887,
afgekondigd den 6 September 1887.
7. Verordening regelende de politie op den in- en vervoer
den verkoop enz. en de keuring van vleesch visch en vruchten
vastgesteld bij raadsbesluit van den 8 April 1890 afgekondigd
den 30 April 1890 gewijzigd bij raadsbesluit van den 14 Oc
tober 1890, afgekondigd den 30 October 1890, bij raadsbesluit
van den 9 December 1890, afgekondigd den 9 Januari 1891
bij raadsbesluit van den 28 Februari 1893, afgekondigd den
18 Maart 1893 en bij raadsbesluit van den 24 October 1893,
afgekondigd den 10 November 1893.
8. Verordening op de marktpolitie te Leeuwardenvastge
steld bij raadsbesluit van den 13 Maart 1884 afgekondigd den
25 Maart 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus
tus 1887 afgekondigd den 6 September 1887 bij raadsbesluit
van den 14 Juli 1891 afgekondigd den 27 Juli 1891 en bij
raadsbesluit van den 9 Mei 1892 afgekondigd den 20 Mei 1892.
9. Verordening, regelende de verplichting tot kennisgeving
van de verhuizingen binnen de gemeente Leeuwardenvastge
steld bij raadsbesluit van den 13 Maart 1884, afgekondigd den
25 Maart 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus
tus 1887 afgekondigd den 6 September 1887.
10. Verordening van politie op het leggen der schepen en op
de scheepvaart in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij
raadsbesluit van den 24 April 1884, afgekondigd den 13 Mei
1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887
afgekondigd den 6 September 1887 en bij raadsbesluit van den
25 April 1893 afgekondigd den 17 Mei 1893.
11. Verordening tut voorziening tegen en bij brand vast
gesteld bij raadsbesluit van den 12 Maart 1885, afgekondigd
den 31 Maart 1885, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Au
gustus 1887 afgekondigd den 6 September 1887, bij raadsbe
sluit van den 11 Augustus 1891 afgekondigd den 28 Augus-