Bijlage No. 9.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1891.
VOORSTEL van burgemeester en
wethouders tot wijziging der ver
ordening regelende den rang
het getal, de bezoldiging en de
wijze van benoeming van de amb
tenaren en bedienden, belast met
de stadsreiniging en de exploits
tie van het aschland.
Mijne Heeren!
Wij hebben de eer hierbij over te leggen een adres van de
opzichters bij de stadsreiniginginhoudende het verzoek f wij
ziging te brengen in de regeling hunner bezoldiging.
De adressanten wijzen er op dattengevolge van de sedert
de laatste jaren verminderde opbrengst van de exploitatie der
stadsreiniginghunne bezoldigingdie voor een deel van die
opbrengst afhankelijk is aanmerkelijk is gedaald.
De bezoldiging n.l. bedraagt 375, benevens een en een half
ten honderd van hetgeen de bruto-opbrengst van den verkoop
van mestspecie en puin meer dan 10.000 bedraagt.
Tot voor een tiental jaren kon hunne bezoldiging per jaar
gemiddeld ƒ900 bedragen, doch sedert is dat cijfer, behou
dens in een paar jaren, niet bereikt.
Over 1893 genoten zij f 797 en de adressanten vreezer.dat
hunne belooning over het loopend jaar beneden dat cijfer zal
blijven.
Wij voegen bij dit voorstel een staat van de bruto-opbrengst
en van de bezoldiging van de opzichters over de laatste 18 ja
ren en hieruit zal u blijken dat zij over die jaren gemiddeld
per jaar ongeveer ƒ900 hebben genoten.
Wij achten het nu billijk dal hun eene bezoldiging tot dat
bedrag worde gewaarborgd daar het niet onwaarschijnlijk is
dat de omstandigheden, die in de laatste jaren den prijs van
de mestspecie hebben gedrukt vooreerst zullen blijven bestaan.
Wat ten opzichte van de adressanten wordt aangevoerd
geldt evenzeer van den directeur der stadsreinigingdie ook
voor een deel eene percentsgewijze belooning geniet.
Volgens den staal heeft deze over de laatste 18 jaren ge
middeld ongeveer 2400 genoten, doch ontving in 1892 2203.94
en in 1893 ƒ2125.83 bezoldiging.
Wij hebben derhalve de eer u voor te stellen te besluiten:
art. 4 der verordeningregelende den ranghet getalde
bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en
bedienden, belast met de stadsreiniging en de exploitatie van
het aschland in de gemeente Leeuwarden opgenomen in het
gemeenteblad no. 4 van 1882 te wijzigen door achter de twee'de
alinea letter a te plaatsen
„doch ten minste ƒ2400"
en achter de derde alinealetter b te voegen
„doch ten minste f 900"
met bepaling dat deze wijzijging in werking zal treden met
den 1 Januari 1895.
Voorgesteld ter raadsvergadering van den 24 Juli 1894 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
VAN HARINXMA Burgemeester.
MENKEMA1°. Secretaris.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed le Leeuwarden.