51 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1895. 1 Bijlage No. 17. VOORSTEL van burgemeester en wethouders omtrent eene nadere regeling van de financieele ver houding van de gasfabriek te genover de gemeente. Bij de behandeling der begrooling van het jaar 1895 werd in de secties en in de vergadering van den raad door den heer Beucker Andreae de wenschelijkheid uitgesproken tot verande ring van de financieele regeling tusschen de gemeente en de gasfabriek. Wij brachten deze opmerking ter kennis der raadscommissie voor de gasfabriek met verzoek, ons te willen dienen van advies. Teneinde de bedoeling in dezen beter te kunnen omvatten heeft de raadscommissie den heer Andreae uitgenoodigd, zijn gedaan voorstel schriftelijk te willen uiteenzetten, waaraan werd voldaan bij missive van den 26 Februari 1895. Daaruit blijkt, dat zijn voorstel in verband staat met het bij herhaling gebleken verschil van meening, zoowel in de sectiën als in den gemeenteraad, omtrent het winstcijfer der exploitatie van de fabriek, hetwelk soms aanleiding gaf tot voorstellen om den gasprijs te \erlagen. Naar zijne meening is het overschot der rekening van de gasfabriekzooals die thans is ingerichtniet als eene zuivere winst te beschoawen, omdat alles wat door de gasfabriek ten behoeve der gemeente wordt verricht of geleverd o a. vergoeding voor straatverlichting, vergoeding voor gelegde straatbuizen enz. in rekening wordt gebrachtterwijl in de uitgaven der fabriek geen enkele post te vinden is, omtrent hetgeen zij verschuldigd is voor datgene, wat van gemeentewege is geleverd of verricht. Wanneer dit laatste, zegt de heer Andreae, in cijfers werd gebracht, dan zou, naar zijne meening een geheel ander resul taat verkregen worden. Daartoe wenscht hij den post: Intrest van kapitalen door de gemeente aan de gasfabriek verstrektnu berekend van de som die gedurende den geheelcn duur der exploitatie door de gemeente beschikbaar is gesteld, te doen vervallen en te vervan gen door: 1Vergoeding van rente der voor de gasfabriek aangegane geldleeningen, voor zooveel die nog niet zijn afgelost. 2. Vergoeding voor het gebruik van gemeentegrond ten be hoeve der buizenleiding. (Gelijk dit ook te Utrecht en te 's Gravenhage geschiedt.) Hij beweerde, dat deze nieuwe regeling meer in overeenstem ming met de werkelijkheid zoude zijn terwijl daardoor tevens een vaak ongemotiveerde aandrang om den gasprijs te verlagen zou kunnen worden voorkomen. In overeenstemming met de raadscommissie merken wij op dat wij ons, met het voorstel zooals dat is liggendeniet kun nen vereenigen. Wel zijn wij het met den heer Andreae eensdat de bere kening der rente, die jaarlijks door de gasfabriek aan de ge meente wordt vergoed, niet op goede grondslagen steuntdaar blijkens de gemeenterekening het bedrag dier rente van jaar tot jaar hooger wordt en dit, gelijk bij iedere particuliere on derneming die gelijk de gasfabriek alhier eene meer of mindere belangrijke winst oplevert, juist het tegenovergestelde geval behoorde te zijn waar steeds een deel dier winst tot delging van schuld wordt aangewend. Volgens de memorie van toelichting op de gemeentebegroo- ting voor 1868 is in dat jaar ƒ13000,— ten laste van de gasfabriek gebracht wegens 5 °/o rente van de kapitalen die de gemeente a. volgens rekening-courant op 1 Januari 1867 meer ten behoeve der gasfabriek had betaald dan uit de inkomsten dier fabriek aan de gemeente was uitgekeerd. b. wegens de in 1866 aangevangen werken tot uitbreiding der fabriek op 1 Januari 1867 nog had te betalen, en c. ter zake de in den loop van dat jaar vastgestelde uit breiding der fabriek zal moeten voldoen. Bij de gemeente-begrooting voor 1869 is de geraamde rente ad ƒ12500,— naar 5 toegelicht als volgt: „Ten vongen jare was op dit artikel in uitgaaf gesteld een „bedrag van 13000,wegens 5 rente van een kapitaal „ad260000.— „hierbij gevoegd de daaronder niet begrepen aan- „nemingssom van het tweede gedeelte der wer- „ken tot uitbreiding der fabriek ad- 20480.— „Zamen ƒ280480.— „Van dit bedrag dient echter te worden afge trokken „a. de zuivere winst over 1867 door de fabriek „verkregen en beloopende eene som van ƒ18916.1 de winst over 1868, voorloo- „pig begroot op- 11563.801 „Zamen - 30480. „zoodal wegens een kapitaal van250000. „over 1869 rente aan de gemeente zal verschuldigd zijn be rekend naar 5 ad ƒ12500, Indien deze laatste wijze van renteberekening ook in latere jaren ware toegepastdan kou in den loop der tijden een g 2- heel ander resultaat verkregen zijn, dan thans het geval is, doch reeds in 1870 is daarvan afgeweken, zonder dat de re denen daarbij zijn vermeld. Van toen af is de rente berekend van het geheele bedrag dat door de gemeente is verstrektvertegenwoordigende de geschatte waarde der fabriekvermeerderd met het bedrag gedurende de verloopen jaren uitgegeven voor uitbreiding en verbetering der fabriek, toestellen, buizenleiding enz. Het behoeft niet met vele woorden te worden aangetoond dat deze wijze van berekening aan gegronde bedenking onder hevig is omdatjader gemeente wel behoort het geheele kapitaal van tijd tot tijd aan de fabriek verstrekt en daarvan eene billijke rente behoort te worden berekendmaar daar tegenover had tevenszoo niet het geheele bedrag der winst van de fabriekdan toch een deel daarvan in mindering van de schuld behooren te zijn gebracht. Bovendien schijnt het niet billijk dat waar de gemeente vooral in de laatste jaren slechts 3a rente van geleende kapitalen betaaltmet eene berekening van 5 ten laste van de fabriek wordt voortgegaan. Wij zouden ons daarom wel met een royement van liet begroo- tingsartikel „Vergoeding van rente enz." kunnen vereenigen. Maar daarentegen kunnen wij met den heer Andreae niet mede gaan, waar deze in de plaats daarvan wil aanbrengen een post wegens rente van het per resto bedrag der leeningen voor de gasfabriek, want waar uit de winsten van de gasfabriek rente wordt betaald van een zeker kapitaal wegens leeningen ten haren behoeve aangegaandaar dient uit die winst ook de aflossing der bestaande schuld gevonden te worden. De gemeente is aansprakelijk voor rentebetaling en aflossing der door haar aangegane geldleeningen, die gevonden moeten worden uit de plaatselijke inkomsten, waartoe onder meer, ook het overschot der exploitatie van de gasfabriek behoort, Dit is in 't kortnaar onze meeningde financieele verhou ding tusschen de gemeente en de gasfabriek. Voor eene juiste beoordeeling van wat werkelijk overschot is, behoort in de eerste plaats uit de opbrengst der fabriek te worden gekweten het bedrag der kosten van alles wat ten dienste van de fabriek noodig is, waarvan de fabriek genot heeft. De gasfabriek heeft genot van de gemeentegrond waarop de fabriek is opgericht en van dien welke zij noodig heeft om het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1895 | | pagina 88