2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1895. werken en eigendommen van de gemeente Leeuwarden (ge meenteblad 1883 n°. 17 en 1890 no. 4). 2®. de instructie voor den directeur der gemeentewerken (gemeenteblad 1873 n°. 19 en 1881 n°. 8). 3°. de instructie voor den hoofdopzichter der gemeentewer ken (gemeenteblad 1873 n°. 20.) 4®. de instructie voor de opzichters der gemeentewerken (gemeenteblad 1873 n°. 11 en 1887 n°. 3). 5®. de bijzondere instructie voor den opzichter belast met het politietoezicht op de naleving der bouwverordening enz. (gemeenteblad 1887 n°. 6.) 6®. de instructie voor den opzichter van de plantsoenen (ge meenteblad 1888 no. 14). 7®. de instructie voor den schrijver op het bureau der ge- gemeentewerken (gemeenteblad 1874 n®. 6.) 8®. het besluit van burgemeester en wethouders tot rege ling van het getal de bezoldiging en de wijze van benoeming der bedienden en werklieden bij de gemeentelijke gasfabriek de stadsreiniging en de gemeentewerken van 21 Februari 1891 (Niet in het gemeenteblad opgenomen maar den raad mede gedeeld). 9®. de voorschriften voor de werklieden van den stadstim- merwinkel, de plantsoenarbeiders en de wegwerkers, in dienst van de gemeente Leeuwardendoor den directeur vastgesteld den 29 Juni 1891. (Niet in het gemeenteblad opgenomen). Wij vertrouwen, dat na het medegedeelde de voorstellen, die wij u hierbij aanbieden, weinig toelichting meer zuilen behoe ven. Waar wij dit noodig achtten, hebben wij de wenschelijk geoordeelde ophelderingen nevens het artikel geplaatst. Naar aanleiding van voorgaande beschouwingen en mededee- lingen hebben wij de eer u bij deze ter vaststelling aan te bieden 1®. eene verordening, regelende den rang, het getal, de be noeming de bezoldiging enz. der ambtenaren en werklieden van de gemeentewerken 2®. eene instructie voor den directeur der gemeentewerken. Leeuwarden, den 24 September 1895. Burgemeester en wethouders VAN HARINXMA;, Burgemeester P. A. BERGSMASecretaris. VERORDENING, regelende den rang, het getalde benoemingde be zoldiging enz. der ambtenaren en werklieden van de gemeentewerken. Art. 1. Tot de gemeentewerken worden geacht te behooren, behalve alle werkengebouwen of inrichtingen voor den publieken dienst of ten dienste van allen bestemd al hetgeen naar het burgerlijk recht eigendom der gemeente ismet uitzondering van datgene, waarvan het aanschaffen of het onderhoud krach tens de wet of wettelijke verordeningen aan bepaalde perso nen colleges of commissiën is of mocht worden opgedragen. Art. 2. Voor den dienst der gemeentewerken worden aangesteld a. een directeur b. een hoofdopzichter c. vier opzichters, waarvan een voor de plantsoenen d. een of twee klerken e. het vereischte getal vaste werkliedenwaaronder behoo ren de schoonmaaksters. Indien de werkzaamheden dit naar het oordeel van burge meester en wethouders vorderen kan het personeelonder lett. ce vermeld, tijdelijk door hen worden uitgebreid. Art. 3. TOELICHTINGEN. Ook om den titel der verordening te kunnen bekorten is in dit artikel zoo goed mogelijk omschreven wat geacht moet worden tot de gemeentewerken te behooren iets wat in de bestaande verordening, ondanks den langen titel, ontbreekt. De directeur wenscht, volgens zijne bij deze voorstellen over gelegde missive een der opzichters n.l. die welke met het toezicht op de naleving der bouwverordening enz. is belast den titel te geven van bouwkundig inspecteur. Wij achten dit minder gewenscht. Nu kan men voor dat toezie\t gevoe gelijk van opzichter verwisselen indien daarvoor termen be staan. Ook is in de bouw- en brandverord jningen wel sprake van opzichters1', maar niet van een „bouwkundig inspecteur", zoodat die verordeningen dan ook gewijzigd dienden te worden. Wij meenden te moeten voorstellen het getal klerken te bepalen op een of twee en zulks naar aanleiding van het in 's directeurs missive op bladz. 15 en 16 medegedeelde. Trouwens wij kunnen ons steeds overtuigen van het vele schrijfwerk dat aan het bureau der gemeentewerken moet worden verrichtzoodat twee klerken meestal ruimschoots werk zullen vinden, althans als één mede nog als zoogenaamde handlanger dienst zal moeten doen. De slotbepaling geeft gelegenheid om ook tijdelijk een op zichter, teekenaar of schrijver aan te stellen. Vooral een tij delijk opzichter is dikwijls noodig als er eenig belangrijk werk moet worden uitgevoerd. De directeur wordt door den raad benoemd alle overige Bij andere takken van dienst is het regeldat alleen de Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeüwarden1895. 3 TOELICHTINGEN. vaste en tijdelijke beambten en alle vaste werklieden door hoofdambtenaren door den raad worden benoemd. Zoo aan burgemeester en wethouders. De aanstelling van tijdelijke de secretarie alleen de secretaris aan het ziekenhuis alleen werklieden geschiedt door den directeur onder goedkeuring geneesheer-directeur, aan de bank van leening en de stads- van burgemeester en wethouders. reiniging alleen de directeuren. Wel wordt ook de boekhouder van de gasfabriek door den raad aangesteldmaar deze heeft eene comptabele betrekking. Er bestaat naar onze meening geen reden, om ten aanzien van het beheer der gemeentewerken van den regel af te wijken. Art. 4. De benoeming van een directeur geschiedt uit eene voor- Eene voordracht van drie personen komt ons wenschelijker dracht van drie personen door burgemeester en wethouders voor dan van tweez00als de bestaande verordening voor- in te dienen. schrijft. Art. 5. Burgemeester en wethouders doen geene benoemingen of aanstellingen dan na den directeur te hebben gehoord. Art. 6. De bezoldiging bedraagt voor den directeur ten minste ƒ2400 en ten hoogste ƒ2800, voor den hoofdopzichter ten minste ƒ1200 en ten hoogste ƒ1600, voor de opzichters ten minste ƒ800 en ten hoogste ƒ1200, voor de klerken ten minste 300 en ten hoogste 800. Het juiste bedrag der bezoldiging wordt voor ieder jaarlijks bij de behandeling der begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente bepaald. De loonen der werklieden worden door burgemeester en wet houders vastgesteld. Het bestaande organiek besluit (dat reeds dagteekent van 1873) bepaalt de bezoldiging der opzichters op ƒ600—ƒ1000 en dat van den tijdelijken teekenaar of schrijver op 400— ƒ600. In de memorie van toelichting op de gemeentebegrooting worden de bezoldigingen gespecificeerd. Daaruit zal men dus kunnen-zienof verhoogingen worden voorgesteld, terwijl voortaan de namen daarbij vermeld kunnen worden. Wordt de betrekkelijke post goedgekeurddan is daarmede ieders traktement voor het volgend dienstjaar bepaald. Dit is on getwijfeld het eenvoudigst. Uit onze en 's directeurs missive kan blijken, om welke re denen hier verhooging van minimum en maximum wordt voorgesteld. Art. 7. De raad stelt de instructie vast voor den directeur. De instructiën voor den hoofdopzichterde opzichters en de klerken worden vastgesteld door burgemeester en wethouders. Zij deelen die mede aan den raad. Art. 8. Bij ziekteafwezigheid of ontstentenis van den directeur wordt hij vervangen door den hoofdopzichter. Gedurende diens waarneming van de betrekking van directeur is de voor dezen vastgestelde instructie op hem van toepassing. Art. 9. De ambtenaren, in art. 2 lett. ad genoemd, leggen, alvo rens hunne betrekking te aanvaarden in handen van burge meester en wethouders den volgenden eed of belofte af „Ik zweer (beloof) dat ik de mij opgedragen betrekking van „(directeur, hoofdopzichter, opzichter of klerk) eerlijk en trouw „overeenkomstig mijne instructie zal waarnemen. „Zoo waarlijk helpe mij God almachtig (dat beloof ik)!" Art. 10. Het motief voor dit voorstel is in onze missive medegedeeld. (Bijzondere bepaling.) Een der opzichtersdaartoe door burgemeester en wethou ders aan te wijzen, wordt in het bijzonder belast met het hou den van toezicht op het nakomen der verordeningen omtrent het bouwen en inrichten van woningen en tot voorziening te gen en bij brand, alsmede van de voorwaarden verbonden aan Daar het raadsbesluit van 11 Januari 1887 moet worden ingetrokken en het daarop gebaseerde besluit van burgemees ter en wethouders (Gemeenteblad van 1887 no. 6) alsdan vervaltmeenen wij dat de inhoud van gemeld raadsbesluit hier een plaats moet vinden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1895 | | pagina 90