Bijlage No. 19. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1895. 1 VOORSTEL van burgemeester en wet houders tot vaststelling van voor waarden van verpachting der op komsten van de bruggelden, voor het draaien der bruggen over het nieuwe kanaal. Mijne heeren Wij hebben de eer hierbij ter overweging en vaststelling aan te bieden onlwerp-voorwaarden van verpachting der opkomsten van de bruggelden voor het draaien der bruggen over het nieuwe kanaal. Leeuwarden, den 8 October 1895. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden VAN HARINXMA Burgemeester. P. A. BERüSMA, Secretaris. Aan den gemeenteraad. VOORWAARDEN waarop burge meester en wethouders zullen ver pachten de opkomsten der brug gelden voor het draaien van elk der bruggen over het nieuwe ka naal en wel van de eerste Kanaal- brug liggende in den Grachtswal en van de tweede Kanaalbrug liggende in den weg Achter de Roven. Art. 1. De pacht gaat in en eindigt den dertigsten Juni 1800 zeven en negentig. Voor den geheelen pachttijd moet in ééne som worden ingeschreven. Art. 2. De pachtpenningen moeten door den pachter aan het kan toor van den gemeente ontvanger worden betaald in zestien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op 12 Januari 1800 zes en negen tig, de tweede op 12 Februari 1800 zes en negentig en zoo vervolgens. Art. 3. Indien bij het betalen van den laatsten termijn der pachtsom blijkt, dat de doorvaart door de brug gedurende den geheelen pachttijd meer dan veertig dagen is gestremd geweestzal voor het aantal dagen, dat de doorvaart meer dan 40 dagen is gestremd geweest, eene korting worden toegestaan. Deze korting bedraagt voor iederen dag het één zeshonderstc gedeelte van de geheele pachtsom vermeerderd met vijfhonderd pachtsom ƒ500 gulden 1 en za' 111 "e maand Mei vau o(X) het .jaar 1897 worden verrekend. Art. 4. De pachter zal zonder schriltelijke vergunning van de ver pachters de pacht aan geen ander persoon mogen overdoen. Art. 5. De pachter moet zich stipt houden aan de bepalingen van het besluit tot heffing en invordering der bruggelden vastge steld bij raadsbesluit van den 9 April 1895, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 17 Juni 1895 no. 72, van welk be sluit en van welke verordening den pachter een exemplaar zal worden ter hand gesteld. De pachter is verplicht dit exemplaar steeds voorhanden te hebben en op de eerste aanvrage aan ieder belanghebbende ter inzage te geven. In geen geval mag de pachter meer vorderen dan bij genoemd besluit is bepaald. Art. G. Dc pachter moet de brug, zoodra zulks door de schipperij verlangd wordtopendraaien en telkens daarvoor wegens elk doorvarend vaartuig, dat zonder opendraaien van de brug niet had kunnen passeeren invorderen het bruggeld bij genoemd besluit tot heffing bepaald. Het opendraaien zal door den pachter zeiven moeten geschie den. Hij is verplichtzooveel mogelijk op de brug aanwezig te zijn. Indien de pachter tengevolge van ziekte of ontstentenis ver hinderd is zijne function waar te nemen of indien ter oor- zake van gebreken de beweging der brug wordt bemoeilijkt, geeft hij daarvan kennis aan den directeur der gemeentewer ken, die iemand aanwijst om hem te vervangen of hulp te verleenen. Zijn die gebreken het gevolg van door den pachter verwaar loosd onderhoud, dan wordt door hem voor dien aangewezen werkman, evenals bij vrijwillige absentie, vijftien cents per uur aan de gemeente betaald. Moet de pachter wegens ziekte worden vervangendan betaalt hij voor dien plaatsvervanger vijf cents per uur aan de gemeente. Zelf mag hij geen plaatsvervanger stellen. Art. 7. De pachter is verplicht dè brug voor de scheepvaart geslo ten te houden op de door burgemeester en wethouders te be palen en hem op te geven tijdstippen. De pachter zorgtdat op bedoelde tijdstippen van sluiting het bord, voorzien van het woord „gesloten", wordt opge steld vallen die tijdstippen van sluiting tusschen zonsonder- en opgang, dan wordt dat bord verlicht door een roode lan taarn. Het bord en de lantaarn worden door verpachters verstrekt; het onderhoud en schoonhouden, evenals het voorzien van den lan- laarn met petroleum of olie, zijn voor rekening van den pachter. Art. 8. De pachter moet zooveel mogelijk naar de aankomende vaar- en rijtuigen uitzienzoo noodig de schippersvoerlieden en voetgangers tijdig waarschuwenhij moet ieder met be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1895 | | pagina 92