Bijlage No. 31.
Bylage tot het Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden 1896.
VOORSTEL van burgemeester en
wethouders tot wijziging van
verordeningen betreffende het
openbaar lager onderwijs.
Mijne He er en!
Bij missive van 27 Mei 189G vestigde de Commissie van
toezicht op liet lager onderwijs de aandacht van ons college
op eenige wijzigingen in de bestaande verordeningen op het
lager onderwijs, noodig door Uw besluit van 28 Januari 189G
(Gemeenteblad no. 3) houdende afschaffing van de openbare
les, en op eenige andere wijzigingen.
Op grond dat liet ons college r.iet raadzaam voorkwam te
dikwijls over te gaan tot partieele verandering der verorde
ningen en de geringe wijzigingen zonder schade voor het on
derwijs tot gelegener tijd konden wachten gaven wij aan de
Commissie van toezicht bij besluit van 24 Juni 1896 no. 25
te kennendat op den inhoud harer missive te zijner tijd
zou worden gelet.
Nu echter ons college van ter zijde heeft vernomen dat de
Commissie er belang in stelt de door haar voorgedragen wij
zigingen aan de orde gesteld te zienvooral met het oog op
den inhoud van artikel 8 der verordening van 4 September
1894 (Gemeenteblad no. 15) in verband met artikel 32 der
wet op het lager onderwijsaarzelen wij niet, u daartoe de
volgende voorstellen te doen
I. De verordening tot regeling van het openbaar lager on-
denvijs in de gemeentevastgesteld bij raadsbesluit van 4
September 1894 (gemeenteblad no. 15 van 1834) te wijzigen
door
a. in art. 5 als vakken van onderwijs te doen vervallen
de beginselen der vormleer en die der algemeene geschiedenis.
b. in art. 8 het woord „ontstentenis" te doen vervangen
door „tijdelijke verhfndering."
II. De verordening ter uitvoering van de nieuwe regeling
van het openbaar lager onderwijsvastgesteld bij raadsbesluit van
16 Maart 1889 (Gemeenteblad no. 5 van 1889), gewijzigd bij raads
besluiten van 4 September 1894 (Gemeenteblad no. 16 van
1894) en van 28 Januari 1896 (Gemeenteblad no. 3 van 1896)
nader te wijzigen, door
a. in art. 8 de woorden „bij het Koninklijk besluit van 30
Augustus 1880 (Stbl. no. 167)" te doen vervangen door de woorden
„bij den algemeenen maatregel van inwendig bestuur, bedoeld
in art. 4 der wet lot regeling van het lager onderwijs laat
stelijk gewijzigd bij de wet van 13 September 1895 (Stbl.
no. 159)".
b. in art. 12 nieuwe alinea 1 het woord „bovendien" te
doen vervangen cloor „behalve het getuigschrift], bedoeld in
art. 11."
III. a. De verordening tot heffing van schoolgelden voor
het onderwijs op de scholen van lager onderwijs in de ge
meente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit van 12 Mei
1881 (Gemeenteblad no. 17 van 1881), gewijzigd bij raadsbe
sluiten van 8 December 1891 (Gemeenteblad no. 4 van 1892)
en van 22 Maart 1892 (Gemeenteblad no. 5 van 1892), nader
te wijzigen, door in art. 7 de woorden „tot aan of bij de jaar-
lijksche openbare les", te doen vervangen door „bij de jaar-
lijksche uitreiking der getuigschriften."
b. Te verklaren dat de verordening op de invordering der
schoolgelden voor het onderwijs op de scholen van openbaar
lager onderwijs vastgesteld den 12 Mei 1881 onveranderd
van kracht zal blijven.
IV. De verordeningregelende de samenstelling, inrichting
en de bevoegdheid van de commissie van toezicht op het lager
onderwijsvastgesteld bij raadsbesluit van 27 October 1881
(Gemeenteblad no. 23 van 1881) gewijzigd bij raadsbesluiten
van 26 October 1882 (Gemeenteblad no. 10 van 1882) en van
24 Januari 1884 (Gemeenteblad no. 7 van 1884), nader te
wijzigen, door
a. art. 9 te doen vervallen.
b. in art. 18 de woorden „(Gemeenteblad no. 16 van 1881)",
te doen vervangen door: „(Gemeenteblad no. 5 van 1889)."
c. in art. 19 de woorden „iedere openbare les" te doen ver
vangen door„de jaarlijksche uitreiking der getuigschriften."
V. De verordeninghoudende bepalingen van orde en tucht
op de scholen van openbaar lager onderwijs vastgesteld bij
raadsbesluit van 17 Augustus 1892 (Gemeenteblad no. 9 van
1892), te wijzigen, door in art. 9 de woorden: „openbare les"
te doen vervangen door „uitreiking der getuigschriften.".
TOELICHTING.
Het meerendeel der voorgestelde wijzigingen is-door ons van
de commissie van toezicht onveranderd overgenomen en daarom
meenen wij te kunnen volstaan met ten aanzien der motieven
naar die missive te verwijzen.
Ten opzichte van een paar door de commissie voorgestelde
wijzigingen, wijkt onze zienswijze eenigszins van de hare af.
De commissie stelt o.a. voor, in art. 8 van de verordening
sub I, tusschen het eerste en het tweede lid een nieuwe alinea
in te voegen„Onder tijdelijke verhindering wordt verstaan
ziekte of afwezigheid van ten hoogste één maand."
Dit verdient naar ons oordeel geene aanbeveling, omdat het
begrip „tijdelijke verhindering" in alinea 3 van art. 32 der wet
op het lager onderwijs duidelijk is door de tegenstelling met
de woorden: „schorsing, ontslag of ontstentenis" in alinea 1
van dit wetsartikel.
Voorts wenschen wij de wijziging van art. 8 van de veror
dening sub II eenigszins anders dan de commissie. Hét
daarin aangehaald Koninklijk besluit is wel door dat van 30
Augustus 1884 (Staatsblad no. 197) vervangen, doch om te
voorkomen, dat, bij eventueel latere wijzigingen van dit besluit,
de verordening ook telkens weder zou moeten worden gewij
zigd, komt de redactie, zooals die door ons wordt voorgesteld
ons meer aanbevelenswaard voor.
Voorgesteld ter raadsvergadering van 22 December 1896, door
Burgemeester en Wethouders van Leeutvarden
J. TROELSTRA Lo.-Burgemeester.
P. A. BERGSMASecretaris.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.