2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1896. zou het overweging verdienen dit te doen in erfpacht of zoo zij dien grond verkochtde opbrengst te besteden voor aankoop van andere vastigheden of voor inschrijvingen op het Grootboek der Nationale Schuldopdat de inkomsten van dien grond bestendigd werden. Ook het voorbeeld van Kampen legt geenerlei gewicht in de schaal ten voordeele van landnationalisatie of uitgifte van grond in erfpacht als algemeene maatregel. Het zegt alleendat Kampen rijk isen het bestuur dier gemeente zal uit zich zelf wel zoo wijs zijn, om de mooie bron van inkomsten, die haar rijkdom haar verschaft zooveel mogelijk te behouden. In het adres wordt op Vlaardingen gewezen en worden de volgende vragen gesteld „Wat zal de gemeente (Leeuwarden) „met die gronden (de bouwterreinen ter weerszijden van hei „Nieuwe Kanaal) doen Zal het bestuur ze in verschillende „perceelen als bouwterreinen verkoopen of zou de raad, ophet „voetspoor der gemeente Vlaardingende gronden voor bouw terrein slechts in erfpacht uitgeven en wel met veranderlijken „canon, zoodat, bij stijging van de waarde van den grondde „gemeente na verloop van zekeren termijn van die stijgende „grondwaarde de voordeelen kan genieten Met het oog op de tweede vraag moeten wij op r.ieuw de brochure raadplegen. Wij hebben omtrent de uitgifte in erfpacht inlichtingen ge vraagd van het Gemeentebestuur van Vlaardingen die ons welwillend zijn verstrekt. Wat de schrijver der brochure daaromtrent op blz. G en 7 mededeelt, is grootendeels juist; de noot op bladz. 0 maakt echter de voorstelling der zaak mooier, dan zij inderdaad is doch daarop komen we aanstonds terug. Jammerdat de schrijver één zaak niet releveertdie toch voor dc bcoordeeling van de handelwijze van het gemeente bestuur van Vlaardingen van groot gewicht is. Indertijd heeft die gemeente van den heer D. van Leijden Gael aangekocht zekere cijnsen bekend onder den naam van bruggeldenwelke rusten op bepaalde pcrceelenalle af komstig uit de vorige eeuw, verder verscheidene erfpachtsrechte?i, die voor verre het grootste gedeelte ook reeds in dc vorige eeuw zijn gevestigd. Uit een aan ons overgelegd concept- contract blijkt voorts, dat de perceelen, die in de laatste jaren in erfpacht worden uitgegeven reeds in 1830 door de ge meente zijn aangekocht, zoodat mag worden aangenomen dat de daarvoor indertijd uitgeschreven geldleening gesteld dat dit heeft plaats gehad reeds voor lang is afgelostzoodat gezegd kan worden dat al die gronden en die vroegere erf pachten reeds voor zeer geruimen tijd in het onbezwaard be zit der gemeente zijn. Nu verkeert Vlaardingen in de gunstige omstandigheid, dat het bebouwde gedeelte zich juist tracht uit te breiden aan de zijde waar de gemeentegrond is gelegen zoodat hel aantal aanvragen tot bekoming van gemeentegrond in erfpacht in de laatste jaren in steeds klimmende mate toeneemt. Zóó schrijft ons het gemeentebestuur van Vlaardingen, bij brief van 4 Mei 1895. Het voegt er aan toe, dai reeds in het laatst der vorige eeuw aldaar gemeentegrond in voortdu rende erfpacht werd uitgegevenwaarmede men steeds is voortgegaan terwijl slechts bij liooge uitzondering in bijzon dere gevallen enkele perceelen gemeentegrond zijn verkocht. Wij zien dus al weder, dat ook de gemeente Vlaardingen in cene bijzondere positie verkeert. Zij heeft eigendommen waarop geen bezwaren van rentebetaling en aflossing drukken; hare financiën schijnen over het algemeen gunstig te zijn, en zoo kan zij door de vele aanvragen om bouwterrein de eenzij dige uitgifte in erfpacht handhaven en zelfs het crfpachtsrecht successievelijk hooger stellen. En onder die omstandigheden handelt het gemeentebestuur zooals het behoort. De erfenis van een vroeger geslacht verkregen bewaart liet en levert die over aan een volgend geslachtniet nalatende die zoo pro ductief mogelijk te maken. In het adres wordt gesproken van „een" veranderlijken ca non. Het woord „canon" zal in den zindie adressanten daaraan hechten, moeten beteekenen„een veranderlijk be drag voor de in erfpacht uitgegeven perceelen grond". Uit hetgeen in het adres verder wordt gezegd omtrent de waarde-vermeerdering der gebouwen op den Eewal enz. tenge volge van de demping van grachten schijnt te blijken dal adressanten in de meening verkeerendat men een eenmaal vastgesteld erfpachlsrecht kan verhoogen of verlagen. Dit zou kunnen geschieden bij uitgifte van terrein voor een bepaalden tijd maarnaar onze meening zouden er zeer weinigen zijn, die, grond in erfpacht nemende, om er een huis op te bouwen, dit zouden willen doen voor bepaalden tijd, om daarna bloot te staan aan eene verhooging van het te betalen recht. Misschien zijn adressanten ten aanzien van dit punt in dwa ling gebracht door de noot van den schrijver der brochure op blz. G waarop wij hiervoren doelden. Art. 783 van het Burg. Welb. bepaalt, dat erfpachtsrecht op dezelfde wijze te niet gaatals bij de artt. 7G5 en 7GG ten aanzien van het recht van opstal is bepaald. Volgens dit laatste artikel nu kan de eigenaar van den grond het recht van erfpacht doen eindigen na verloop van dertig jaren, indien geen bijzondere bedingen of bepalingen omtrent het eindigen van het recht gemaakt zijn. Hierop teekent de schrijver aan: „dat dit een mooie gelegenheid is om dan het pachtcijfcr in „overeenstemming te brengen met de dan geldende werkelijke „huurwaarde van den grond". Nu wordt in de pachtvoorwaarden van Vlaardingen wel art. 783 Burg. Wetb. aangehaald, maar aan art. 7GG wordt gederogeerd ivant volgens de pachtvoorwaarden wordt alle grond in voortdurende erfpacht uitgegeven. In Vlaardingen past men dan ook slechts in zooverre een veranderlijken canon toe, dat bij uitgifte van grond gelet wordt op de waarde daarvan tijdens de uitgiftemaareenmaal hel bedrag van hel erfpachtsrecht bepaald zijndeblijft dit voor altijd onveranderd hetzelfde. Wat het derde punt betrefthet vergemakkelijken van hel stichten van goede arbeiderswoningenmeenen wij te moeten doen opmerken datwaar adressanten ten aanzien van andere gebouwen wcnschendat steeds een erfpachtsrecht worde be taald evenredig aan de waarde van den grond zij schijnen te bcoogen dat voor het stichten van arbeiderswoningen van dien regel worde afgeweken. Het is zeker aan bedenking onderhevig of het gemeentebe stuur de burgers naar tweeërlei maatstaf mag behandelen doch vooral rijst de vraag of het in liet welbegrepen belang der gemeente kan worden geachtdat van harentwege de bouw van arbeiderswoningen worde aangemoedigd. Vooral in de laatste jaren is het getal dezer woningen hier zeer vermeerderd zoodat thans reeds 53^ó van alle perceelen en perceelsgedeelten wegens te geringe huurwaarde in de ter men van vrijstelling voor de personeele belasting vallen en onder de werking der tegenwoordige voorschriften omtrent het bouwen van woningen mag worden aangenomen, dat de laatst gestichte arbeiderswoningen aan behoorlijke eischen voldoen. Had het afbreken of onbewoonbaar verklaren van onvoldoende woningen gelijken tred gehouden met het stichten van nieuwe, dan zou de lagere volksklasse in het geheel beter zijn gehuis vest dan vroeger. Maar tegenover 100 nieuwe arbeiderswonin gen zijn vrij zeker geen 10 oude verdwenen en bijna geen enkel krot, dat den naam van woning draagt, is onbezet. Bij ruimte van arbeiderswoningen heeft er eene opschuiving plaats, waardoor een deel der arbeiders wel beter wordt ge huisvest maar de verlaten slechte woningen worden dadelijk weder door anderen ingenomen. Dit is dc ervaring. Overvloed van geringe woningen werkt plaatselijke overbevolking in de hand. En de toenemende schamele bevolking is ten nadeele der gemeente in het algemeen en ten nadeele van de arbei dersbevolking in het bijzonder. De nieuw ingekomenen vragen meestal dadelijk kosteloos onderwijs voor hunne kinderen en melden zich bovendien' vaak spoedig aan om onderstand of kostelooze geneeskundige hulp. Dit is ten nadeele der ge meente. Vele der nieuw aangekomenen worden dc concurren ten van de hier gevestigde arbeidersbevolking, wat aanleiding geeft tot lagere verdiensten en grootere werkloosheid. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1896. 3 Dit is in 't nadeel der werklieden. Hoeveel waarde wij dus ook hechten aan flmkc en gezonde arbeiderswoningen, vooial ook uit een zedelijk oogpunt, meenen wij dat de geopperde bezwaren niet over liet hoofd mogen worden gezien. Na mededeeling onzer opmerkingen en bedenkingen omtrent de punten, in het adres voorkomende, zal het U i eeds duidelijk zijn tot welke conclusie wij zullen komen ten aanzien van den in het adres uilgedrukten wenschom de bouwterreinen ter weerszijden van het Nieuwe Kanaal uitsluitend in erfpacht uit te geven. Bij de bebouwing van de Zuid- en Noord-Willemskade en aangrenzende stralen is gebleken dat niemand gebruik heeft gemaakt van de toen gegeven gelegenheid om terrein op grond rente te bekomen, een vorm van uitgifte, vrijwel overeen komende met uitgifte in erfpacht. Dit feit schijnt op zich zelf reeds voldoende om aan den wensch van adressanten geen gehoor te geven. Het is geblekendat de gegadigden de voorkeur geven aan koop, en hiermede moet rekening ge houden worden. Deze gemeente verkeert niet in de positie van Vlaardingen, waar groote aanvraag is om bouwterrein en men dus meer beperkte eischen kan stellen. Daarom behoeft men uitgifte in erfpacht niet uit te sluiten. Het zou kunnen zijn dat er particulieren of vcreenigingen warendie aan deze wijze van uitgifte de voorkeur zouden geven en daar het spoedig bouwen en bewonen van panden op den voorgrond moet staan, kan men vrijheid laten lusschcn koop- en erfpacht. Verkeerde de gemeente ten aanzien van de bewuste bouw terreinen in de positie van Rotterdam met betrekking tot Feijenoordof in die van Vlaardingenn.l. dat die terreinen het volle onbezwaarde eigendom der gemeente waren en er groote aanvraag om bouwterrein bestond dan zou er aanlei ding kunnen bestaan om ze uitsluitend bij wijze van erfpacht uit te geven. Maar voor den aankoop dier terreinen, het gra ven van het kanaal en het aanleggen van straten enz., zijn of moeten nog belangrijke sommen geleend worden waarvoor rente moet worden betaald en waarvan jaarlijks moet worden afge lost, en bovendien zijn de belastingen hier reeds tot eene tamelijke hoogte gestegen. Het is dus niet alleen wenschelijk, dat de bouwterreinen vlug van de hand gaan, maar ook tegen betaling van den vast te stellen prijs, opdat de opbrengst kan aangewend worden tot aflossing en rentebetaling. Geschiedt dit niet, dan blijft het tegenwoordige en het eerstvolgende geslacht bezwaard met de linancieele lasten der onderneming en latere geslachten zullen er de lusten van genieten. Aangenomen, dat een groot gedeelte van het beschikbaar terrein onmiddellijk in erfpacht kon worden uitgegeven dan bleef het evengemelde bezwaar nog grootendeels bestaan want de jaarlijksche opbrengst van het recht zou nog geheel onvoldoende zijnom de jaarlijksche aflossing en rente der opgenomen kapitalen te dekken. Was de schuld na 40 of 50 jaren afgelost en konden dan jaarlijks op de gemeente-begrooting eenige duizende guldens aan erfpachtsrecht worden uitgetrokkendan zou het dan le vende en het verdere nageslacht kunnen spreken van „een mooie bron van gemeente-inkomsten zonder belastingverhoo- ging", te meer omdat dat geslacht dan ook nog op andere wijze waarschijnlijk zou profitceren van het Nieuwe Kanaal en de uitbreiding van het bebouwde gedeelte der stad maar in - tusschen ware dit geschied ten koste der thans levenden en die onmiddellijk na hen komen, zoodat de aangeprezen wijze van uitgifte zeer onbillijk zou werken. Na al het voorafgaande komen wij tot de conclusiedat voldoening aan den wensch van adressanten ernstig moet wor den ontraden. Zooals wc echter reeds te kennen gaven zien wij er geen bezwaar in ook uitgifte in erfpacht mogelijk te maken. Wij hebben mitsdien de eerU voor te stellen behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten dezer provincie 1°. vast te stellen de hierbij overgelegde bepalingen en voorwaarden omtrent de uitgifte en het bebouwen van de terrei nen ter weerszijden van hel Nieuwe Kanaaltusschen den Grachtswal en de brug in den weg van Achter de Hoven voor zoover plan en indeeling daarvan zijn vastgesteld bij raads besluit van 2 Maart j.l. 2°. goed te keuren de minimum-prijzen in koop en bij uit gifte in erfpacht, op bijgaande lijst uitgetrokken. Eindelijk stellen wij U vooraan de Bestuursleden der af- deeling Leeuwarden van den Nedeilandschen Bond voor Land nationalisatie en aan S. Dijkstra c.s. alhier te kennen te geven, dat op hun adres is gelet. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 31 Maart 189G door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden VAN HARINXMA Burgemeester. P. A. BERGSMA Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1896 | | pagina 32