4
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1897.
Kosten van verlichting, verwarming en schoonhouden
dor lokalen van de landbouwwinterschool f 190.
Het totaal van afd. II van hoofdst. VII uit te trekken
tot een bedrag van f 199,385.
Volgno. 209 te verhoogen met 56 en nader uit te
trekken op f 4856.
Het totaal van afd. IV, hoofdstuk VII, nader uit te
trekken op 5046.
Het totaal van hoofdstuk VIIuitgetrokken op
f 280,918.65, nader te bepalen op f 278,664.65.
Volgno. 227 te verhoogen met 387 en nader uit te
trekken op 5542.
Het totaal van afd. III, hoofdstuk VIII, te bepalen op
6134, en dat van hoofdstuk VIII op f 250,724.
Volgno. 233. Onder do hiervermelde begrootings-
artikelen nog op te nemen: Hoofdstuk I, afdeeling 1,
artikel 3.
Het totaal der uitgaven geraamd op f 904,206.65
nader uit te trekken op f 904,165.65.
Aldus vastgesteld den 10 November 1897, door
Burgemeester en Wethouders.
Stoom Doek- en Steendrukkerij van N. MIKDEMA Co.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden1897.
1
Bijlarje No. 27.
VOORSTEL van burgemeester en wethouders,
tot wijziging der voorwaarden van
uitgifte van bouwterreinen aan weêrs-
zijden van het Nieuwe Kanaal.
Mijne Hecren
Bij de behandeling der gemeentebegrooting voor het
dienstjaar 1898 is uitvoerig van gedachten gewisseld over
de vraag of, evenals in 1897, een cijferpost op de be
grooting zoude worden gebracht voor opbrengst van te
verkoopen bouwterreinen aan weerszijden van het Nieuwe
Kanaal.
Tot bet aanbrengen van dien post is echter niet over
gegaan op grond van de opgedane ondervinding, dat er
zich weinig gegadigden tot aankoop voordoen waarvan
dan ook een gevolg is geweest, dat er, in plaats van
f 20000, slechts f 360Ö in 1897 is ontvangen.
Wat hiervan de juiste oorzaak isis ons niet uit ver
trouwbare gegevens gebleken, maar het schijnt, dat de
door U bij besluit van den 14 April 1896, no. 18,
vastgestelde minimumprijzen van de verschillende bouw
blokken op het tot heden verkregen resultaat invloed
hebben uitgeoefend.
Het in eene der sectiën bij de behandeling der ge
meentebegrooting voor 1898 geopperd denkbeeld om de
prijzen van een bouwblok te verlagen berust ook op de
veronderstelling, dat de gefixeerde koopprijzen te hoog
zijn en aanleiding geven dat er nagmioeg geene aan
vragen voor terreinen inkomen.
De directeur der gemeentewerken vestigde dan ook
reeds bij zijne missive van den 26 October 1897no.
721/1, onze aandacht op de wenschelijkheid, om zoo spoedig
mogelijk over te gaan tot eene verlaging van de prijzen
van alle bouwperceelen.
Hij gaf in overweging, die verlaging een tijdelijk karak
ter te doen dragen waarin voor belanghebbenden een
prikkel zou bestaan om spoedig aanvragen tot aankoop
te doen.
Terwijl wij de voorstellen van den directeur der ge
meentewerken in overweging namen, kwam er bij ons
een adres d.d. 4 December j.l. in van H. G. Brouwer en
T. Bijlsmaaannemers alhierdie daarbij verzochten, het
geheele bouwblok I aan hen in koop af te staan voor
een prijs van f 14.000.
De directeur der gemeentewerken over dit verzoek
gehoord adviseerde tot afwijzing bij zijne missive van 6
December j.l. no. 825/1.
Volgens den door u vastgestelden prijsbedraagt de
koopsom van het bouwblok I f 24.137.50.
Wij meenden echter hierover geen besluit te moeten
nemen alvorens daarover uwe commissie voor openbare
werken te hebben gehoord.
De commissie was eenparig met ons van oordeeldat
er op de door den directeur der gemeentewerken in zijne
aangehaalde missive ontwikkelde gronden geene termen
bestonden, aan u een voorstel te doen tot inwilliging van
het bovenomschreven verzoek.
In verband hiermede hebben wij aan de adressanten
te kennen gegeven, dat hun verzoek werd afgewezen.
Bij de beraadslagingen over- dat verzoek was de com
missie voor openbare werken evenals wij van gevoelen
dat er in de door u bij besluit van den 14 April 1896
no. 18 vastgestelde voorwaarden van uitgifte van bouw
terreinen leemten bestaan die zoo spoedig mogelijk be-
hooren te worden verbeterd en aangevuld.
Uit het verzoek van H. G. Brouwer en T. Bijlsma
bleek onder anderendat er in die voorwaarden eene
bepaling wordt gemist omtrent de regeling van den prijs
voor bouwterreinen indien door één belanghebbende een
geheel bouwblok of eene betrekkelijk groote oppervlakte
te gelijk wordt aangevraagd.
De gemeente heeft er immers belang bijdat de ter
reinen spoedig worden verkocht en bebouwd.
Het verdient in verband daarmede aanbevelingdat
bijvoorbeeld eene bouwvereeniging op voordeeliger voor
waarden een groot terrein kan verkrijgen. Doch in het
algemeen achten wij eene prijsverlaging voor alle terreinen,
ook die afzonderlijk worden uitgegeven, in het belang der
gemeente. Wij zouden deze verlaging een tijdelijk karakter
willen geven, zóó, dat de toegestane procentsgewijze re
ductie op de vastgestelde prijzen van jaar tot jaar zal
verminderen.
Aan koopers van geheele bouwblokken of van eene
groote oppervlakte terrein zouden wij boven do tijdelijke
reductie nog eene vermindering op de minimum prijzen
willen geven.
Maar ook om andere redenen is wijziging van de voor
waarden van uitgifte wenschelijk.
Op de gronden, door den directeur der gemeentewerken
bij zijn Kabinet schrijven' van den 3 December 1897 no.
2/1 aangevoerd, achten wij het in het belang der gemeente,
dat deze, bij den verkoop van terreinen, welke door slooten
zijn gescheiden van gronden van derden, eigenares blijve
van die slooten of halve slooten met eene strook grond
ter breedte van één meter. Deze slooten of halve slooten
met de meter breedte grond zal echter tot wederopzegging
aan de koopers of verkrijgers der vóérgelegen bouwter
reinen in gebruik kunnen worden gegeven.
Deze bepalingen wenschen wij niet toe te passen ten
aanzien van de slooten, ten noorden van het bouwblok VI.
Van de uitgifte in koop of erfpacht moet worden uit
gesloten de smalle strook grondgelegen tusschen de
bouwblokken I en IIwelke strook grond eigendom der
gemeente moet blijven.
Ditzelfde moet worden bepaald omtrent eene oppervlakte
van het bouwblok IIover eene lengte van 10 Meter
langs den weg gemeten en van dien weg strekkende tot
de aan de noord westzijde bestaan ie sloot.
Verder achten wij wijziging van de voorwaarden van
uitgifte wenschelijk wat betreft het bouwblok II.
I)it terrein is volgens art. 17 der voorwaarden aange
wezen voor de stichting van villa's of op zichzelf staande
gebouwen.
Op blok I zullen echter aaneengesloten huizen worden
gebouwd, en is dit blok in de toekomst volgebouwd, dan
zal de aandacht van bouwondernemers vallen op het daar
aan grenzend blok II.
Ten einde gelegenheid te kunnen geven, om ook op dit
blok aaneengesloten huizen te stichtenwenschen wijin
overeenstemming met het advies der commissie voor
openbare werken, in de voorwaarden eene bepaling op te
nemen, dat de raad aan zich het recht voorbehoudt, om,
indien daarvoor aanvragen inkomen terrein van blok II
uit te geven voor de stichting van aaneengesloten huizen.
In dat geval moet de rooilijn op 5 meter uit- en even
wijdig aan den weg worden bepaald.
Als gevolg van deze wijziging zullen de vroeger door
u vastgestelde minimumprijzen per centiare verhoogd
moeten wordenten einde die in overeenstemming te
brengen met de prijzen voor terreinen op bouwblok I
enz. bepaald.
In ons straks te formuleeren voorstellen zijn die prijzen
aangegeven.
Voor de koopers van een geheel bouwblok wenschen
wij in de voorwaarden eene bepaling op te nemendat
aan hen andere voorwaarden van bebouwing kunnen
worden toegestaan.
Hiervan moet evenwel uitgezonderd worden de kooper
van bouwblok V.
Voorts moet nog in de voorwaarden eene bepaling
worden opgenomen dat het terrein gelegen ten noord
westen van het verlegde Molenpad, van de uitgifte wordt
uitgesloten.
Aangezien gebleken is, dat de breedte van enkele wegen