Bijlage No. 4.
t
f
Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden 1898.
VOORSTEL van de commissie voor het ont
werpen van strafverordeningen tot aan
vulling der verordening op het bouwen
en op het inrichten van woningen en
tegen het bewonen van voor de gezond
heid nadeelige of voor het leven ge
vaarlijke woningen, van 13 Maart 1888
(Gemeenteblad no. 6), gewijzigd 7 Juli
1896 (Gemeenteblad no. 12).
De ondervinding in de laatste jaren opgedaan heeft
doen zien dat de bestaande verordening op het bouwen
en op het inrichten van woningen en tegen het bewonen
van voor de gezondheid nadeelige of voor het leven ge
vaarlijke woningen van 13 Maart 1888 gewijzigd den
7den Juli 1896, geen voldoende bepalingen inhoudt
voor het bouwen en aanleggen van straten op particuliere
terreinen. In die verordening toch zijn geen voorschriften
gegevendie in acht behooren te worden genomen
bij het bebouwen van particuliere erven ten opzichte van
naburige ervenbij de zorg voor den afvoer van het
regen- en menagewater en daardoor vervuiling van de
omliggende slooten en terreinenbij den regel matigen
aanleg van straten en de verbinding van deze met bestaande
of later aan te leggen straten bij do zorg voor de ver
lichting enz.
De commissie meentna de discussion in de laatste
raadsvergaderingen over dit onderwerp gevoerd kort te
kunnen zijn in de toelichting van haar voorstel.
In de eerste plaats heeft zij gemeend, dat strafbepalingen
in het leven moeten worden geroepen tegen hem, die bouwt of
doet bouwentenzij vooraf vergunning is verleend en
anders dan in overeenstemming met de aan die verleende
vergunning verbonden voorwaardendaar het in den
laatsten tijd meermalen is voorgekomendat reeds was
begonnen met bouwen vóórdat vaststelling van de rooilijn,
waarnaar moest worden gebouwd, had plaats gehad, zelfs
vóórdat deze was gevraagd, zoodat de vastgestelde rooilijn
niet werd gevolgd en later verzoeken inkwamen, om van
de vastgestelde rooilijn te mogen afwijken.
Voorts acht zij het wenschelijk, dat een goed geteekend
plan van de ontworpen bebouwing en wegenaanleg, op
eene behoorlijke schaal geteekend, bij de aanvrage worde
overgelegd voor eene juiste beoordeeling van de plaats
en den toestand van het terrein, waarop zal worden ge
bouwd, waardoor het in het vervolg niet meer noodig zal zijn,
dat, voor eene juiste beoordeeling door den gemeenteraad,
door den directeur der gemeentewerken of een zijner
beambten eene schetsteekening wordt gemaakt.
Over de bepalingen, die als algemeene regelen bij de
aanvrage in acht moeten worden genomen slechts het
volgende.
Daar de bestaande verordening blijft bestaan acht de
commissie het wenschelijk, naast deze, enkele bepalingen
aan te gevenwaarnaar de verzoekers zich bij hunne
aanvragen hebben te gedragen. Zij stelt daarom voor,
met afwijking van het bepaalde bij art. 1 dier verordening,
dat eene breedte tusschen de rooilijnen van tenminste 5
meter door bestrating of verharding voor verkeersweg
wordt ingericht. Zij meent, dat dit noodzakelijk is, met
het oog èn op een geregeld verkeer dn op het leggen van
een riool voor het regen- en menagewater en eventueel
van buizen voor gas- en waterleiding.
De wenschelijkheid te betoogen van het opleggen van
de verplichting tot het maken van een riool voor afvoer
van regen- en menagewateracht de commissie niet
noodig, waar zij uwe vergadering kan wijzen op den
toestand bij de onlangs gebouwde huizen aan de Spanjaards
laan en aan de Landbuurt, bij den Stienserweg, evenmin
als die van het opleggen der verplichting tot het zóó
aanleggen der straten, dat deze aan bestaande of later te
maken straten kunnen worden aangeslotenwaar zij kan
wijzen op den toestand in de Houtstraat en in naburige
straten.
Op bovenstaande gronden heeft de commissie de eer,
li hierbij ter vaststelling aan te bieden een ontwerp-besluit
tot aanvulling der verordening op het bouwen en op het
inrichten van woningen en tegen het bewonen van voor
de gezondheid nadeelige of voor het leven gevaarlijke
woningen.
Voorgesteld ter raadsvergadering van den 22 Februari
1898.
De raadscommissie voor het ontuerpni
van strafverordeningen
VAN HARINXMA.
A. DU PARC.
J. L. VAN SLOTERDIJCK.
VAN KETWICH VERSCHUUR.
W. IvOLFF.
ONTWERP.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat er noodzakelijkheid bestaat tot aan
vulling der verordening op het bouwen en op het inrichten
van woningen en tegen het bewonen van voor de gezond
heid nadeelige of voor het leven gevaarlijke woningen, van
13 Maart 1888 (Gemeenteblad no 6), gewijzigd 7 Juli 1896
(Gemeenteblad no. 12)
Gezien art. 135 der gemeentewet;
Besluit
Vast te stellen navolgende
VERORDENING tot aanvulling van de verorde
ning op het bouwen en op het inrichten
van woningen en tegen het bewonen
van voor de gezondheid nadeelige of
voor het leven gevaarlijke woningen.
Art. 1.
Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete
van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt gestraft hij
die bouwt of doet bouwen tenzijten gevolge van zijn
daartoe strekkend verzoek, de rooilijn voor de te stichten
gebouwen en de breedte, richting, peil en rioleering der
aan te leggen wegen en straten door den gemeenteraad
vooraf zijn vastgesteld en anders dan overeenkomstig de
hierna volgende bepalingen.
Art. 2.
Met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete
van ten hoogste vijfentwintig gulden wordt gestraft hij
die een of meer wegen of straten, op particuliere gronden
aangelegd, aan de gemeentelijke openbare straat aansluit
of doet aansluitentenzij met vergunning van den ge
meenteraad en anders dan in overeenstemming met de
aan die vergunning verbonden voorwaarden.
Art. 3.
De aanvragen tot de sub art. 1 bedoelde vaststelling en
tot de sub art. 2 bedoelde vergunning moeten schriftelijk
worden gedaan onder bijvoeging van een plan van de
ontworpen bebouwing en wegenaanleg op eene schaal van
één op vijfhonderd geteekend door een gediplomeerd
landmeter.
I
I