2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1898.
De breedte der bruggen wordt tusschen de leuningen
bepaald op zes Meter voor de Harlingervaartsbrug en vijf
Meter voor de twee andere bruggen.
Op elke brug moeten aan beide zijden trottoirs gemaakt
worden ter breedte van gedeelte der brug.
De bruggen moeten eene zesvoudige zekerheid bieden
voor stoom tram verkeer, waarin spoorwagens, beladen met
10,000 kilo, vervoerd worden.
Op alle beweegbare deelen der bruggen en verder, waar
het aan Burgemeester en Wethouders noodig voorkomt,
zullen soliede en nette gesmeed ijzeren leuningen ge
maakt moeten worden.
De oude bruggen met landhoofdenpijlers en verder
toebehoorenalsook de fundeeringen enz. moeten geheel
worden verwijderdkomende de afbraak ten voordeele
van den concessionarisdie tevens ten genoegen van
burgemeester en wethouders voor de nette en soliede
aansluitingen van de omringende kaden aan de nieuw te
maken brughoofden moet zorg dragen, in gelijke materialen,
als waarvan de belendende kaden gemaakt zijn.
Het wordt den concessionaris vergundvoor den tram
weg in de richting DrachtenVeen wouden gebruik te
maken van de tweede kanaalbrug. Vóór hij hiertoe over
gaat, moet deze brug met de landhoofden voor zijne
rekening op die wijze worden versterktdat zij met zes
voudige zekerheid voldoenden weerstand zal kunnen bieden
aan een stoomtramverkeer, waarin spoorwagens met eene
belasting van 10,000 Kg. voorkomen.
Alle in dit artikel genoemde bruggen met bijbehoorende
werken worden door de gemeente onderhouden.
De kosten van het onderhoud, zoomede van eventueele
vernieuwing der bruggen c.a. worden voor de helft door
den concessionaris gedragen.
De beslissing omtrent de noodzakelijkheid van vernieu
wing blijft aan burgemeester en wethouders.
Dadelijk, nadat de bruggen met bijbehoorende werken
zijn opgeleverd en door burgemeester en wethouders
goedgekeurd, worden zij bij afzonderlijke acte kosteloos
in vollen eigendom aan de gemeente overgedragen, vóórdat
het gedeelte van den tramweg, waarin elke brug voorkomt,
in exploitatie wordt genomen.
Van alle in dit artikel genoemde werken moeten de
teekeningen en bestekken door burgemeester en wethou
ders en, voor zooveel noodig, ook door Gedeputeerde Staten
van Friesland worden goedgekeurd en de teekeningen
daartoe op een schaal van 1 a 100 in triplo worden
ingediend.
De plaats, waar elke nieuwe brug zal worden gebouwd,
is onderworpen aan de goedkeuring van burgemeester en
wethouders en voor zooveel noodig, ook aan die van
Gedeputeerde Staten van Friesland.
De Harlingervaartsbrug moet ten minste 10 meter meer
westwaarts geplaatst wordendan do bestaandeterwijl
het den concessionaris vrij staat, ze ook zuidelijker te
plaatsen, maar niet meer, dan totdat ze in het verlengde
van de Willemskade komt.
De concessionaris is mede gehouden tot het op zijne
kosten verbreeden van de Harlingervaart en de gracht,
voor zooveel dit volgens het oordeel van burgemeester en
wethouders tengevolge van het verleggen van de brug
noodig zal zijn en tot het verleggen en uitbreiden van
stratendie hiervan het gevolg zijn. Ook de werken
welke aan andere wegen, straten enz. of ten behoeve van
particuliere eigendommen noodig zullen worden en een
gevolg zijn van den bouw der nieuwe bruggen of tram-
aanleg, komen ten laste van den concessionaris en moeten
ten genoegen van burgemeester en wethouders worden
uitgevoerd.
Bij den bouw dezer bruggen zal in de passage over de
desbetreffende vaarwaters moeten worden voorzien als volgt
a. bij de Harlingervaartsbrug alleen voor voetgangers
b. bij de Potmargebrug voor alle verkeer;
c. bij de nieuwe Poppebrug alleen voor voetgangers.
Voor het onderhouden der gemeenschap tusschen de
vaarwaters zullen in de Harlingervaart die voorzieningen
getroffen moeten worden, waardoor de passage voor schepen
van ten hoogste 4 meter breedte met staanden mast
voortdurend mogelijk is.
De Potmarge en het Vliet zullen, voor zooveel noodig
onder nadere goedkeuring van Gedeputeerde Staten ten
hoogste gedurende dertien achtereenvolgende weken voor
de passage van vaartuigen afgesloten mogen worden.
Art. 5.
De aankoop en vergoeding van den wegens den aanleg
van den tramweg benoodigden grondstoepen stekken,
boomen heestersgetimmerten als anderszinsaan par
ticulieren of corporatiën toebehoorendekomenevenals
alle door den concessionaris te maken werkengeheel
ten zijnen laste.
De concessionaris is gehouden, een aarden baan voor
den tramweg tusschen de tweede kanaalbrug en een punt
op den tramweg30 meter noordelijk van den noorde
lijken oever van het Vliet gelegente onteigenen en
aan te leggen op eene kruinsbreedte van 10 meter en
deze aarden baan geheel kosteloos aan de gemeente over
te dragen, die het recht zal hebben, hem als gewonen
verkeersweg in te richten en te onderhouden.
Als vergoeding daarvoor zal aan den concessionaris het
recht worden verleend, op de aan de gemeente zoowel
publiek- als privaatrechtelijk toebehoorende eigendommen
den tramweg kosteloos aan te leggen.
Hij moet evenwel de kosten dragen, welke de gemeente
volgens het oordeel van burgemeester en wethouders zal
hebben te besteden aan
a. het weer in voldoenden staat brengen van den versch-
watervijver met de daarbij behoorendo filters enz.;
b. het maken van een nieuwe schutting langs het
terrein tegenover de Fabrieksteeg, wanneer het daar staande
huis enz. zal moeten worden afgebroken
c. het maken van voldoende veekeerende scheidingen,
zoowel op de bouwterreinen, als op de bij de herberg
„de Bleek" behoorende gronden.
Art. 6.
Binnen 30 dagen na de definitieve vaststelling dezer
voorwaarden, moet de concessionaris als waarborg voor
de nakoming zijner verplichtingen in de gemeentekas
deponeeren f 5000 in geldswaardige papieren ten ge
noegen van burgemeester en wethouders.
De coupons van de gedeponeerde geldswaardige papieren
zullen, zoolang die het eigendom zijn van den concessio
naris, op de vervaldagen aan hem worden uitgereikt. De
helft van dat waarborgfonds wordt aan den concessionaris
teruggegeven zoodra de beide tramwegen in exploitatie
zijn gebracht. Het overige blijft gedurende den geheelen
duur van de concessie onder de gemeente berusten die
bevoegd is daaruit zonder eenigen vorm van proces te
verhalen alle kosten voor werken, die ingevolge de voor
waarden van deze concessie door de gemeente voor reke
ning van den concessionaris worden verricht en de boeten,
die hem krachtens die voorwaarden en die, welke hem
volgens het afzonderlijk reglement, in art. 27 bedoeld
mochten zijn opgelegd, terwijl het fonds door den conces
sionaris steeds op eene eenvoudige aanschrijving van bur
gemeester en wethouders binnen 8 dagen daarna tot het
bedrag van f 2500 moet worden aangevuld.
Hetgeen van het waarborgfonds bij het einde van de
concessie en nadat aan de bepaling van art. 31 is vol
daan, zal blijken over te zijn, wordt aan den concessionaris
teruggeven.
Het geheele waarborgfonds is ten behoeve van de ge
meente verbeurdindien de concessionaris op 1 Januari
1900 niet aan de hem bij do concessie of deze voor
waarden opgelegde verplichtingen heeft voldaan.
"i
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden1898.
Art. 7.
Aanleg en constructie, zoowel als onderhoud van weg
en werkenblijven voor rekening en risico van den
concessionaris, behoudens het recht van burgemeester en
wethouders om daar, waar het volgens hun oordeel ge
vorderd wordtof gebreken ontdekt worden, den conces
sionaris wegneming dezer gebreken te gelastendie deze
onmiddellijk zal moeten herstellen.
Behalve het onderhouden van eigen materieel en werken
en do bij andere artikelen bepaaldelijk aan hem opge
dragen onderhoudswerkenis de concessionaris mede
verplichtgeheel op eigen kosten in den besten staat te
onderhouden die gedeelten van aan de gemeente be
hoorende stratenwegen en bermendie tusschen de
rails en tot op 0.45 M1 daarbuiten gelegen zijn, alsook
do kunstwerken die door hem daarin aangebracht zijn.
Art. 8.
De concessionaris is gehoudenvolledig in alle deelen
uitgewerkte plannen van alle werken in den openbaren
weg ten minste drie maanden vóór het begin van uit
voering daarvan aan de goedkeuring van burgemeester
en wethouders te onderwerpen. Vóórdat die goedkeuring
op elk onderdeel verleend ismag met den aanleg niet
worden begonnen. Van den weg in 't algemeen moet een
overzichtskaart worden overgelegd op een schaal van
1 a 2500, met aanduiding van alle kadastrale perceelen
op en binnen 30 meter ter weerszijden van den weg.
Voor zooverre dit nader door burgemeester en wet
houders zal worden gevorderd moeten van onderdeelen
van den weg bovendien teekeningen op een schaal van 1 a
200 worden overgelegd en van kunstwerken op een schaal
van 1 a 100 een en ander met duidelijke omschrijving.
Elke verandering of noodig gebleken wijziging in de
in den openbaren weg gelegen werken moeten de goed
keuring van burgemeester en wethouders hebben ver
kregen vóór zij worden uitgevoerd.
Art. 9.
De concessionaris is verplicht, de ruimte tusschen de
rails, waar burgemeesters en wethouders dit noodig achten,
met klinkers te bestraten.
Art. 10.
Waar de afwatering van den weg of de bermen door
de ophooging of door de spoorstaven mocht worden be
lemmerd, moeten, binnen zes weken na de daartoe door
burgemeester en wethouders gedane aanschrijving en vol
gens hunne aanwijzing, onder den weg de noodige ijzeren
buizen met zinkkolken zijn gelegd, voor zooveel noodig
met goten van klinkers op hun kantbij gebreke waar
van zulks van gemeentewege op kosten van den conces
sionaris zal geschieden.
Art. 11.
De spoorstaven mogen geene belemmering opleveren
voor den overgang van uitwegen naar aansluitende wegen
en particuliere eigendommen. Waar deze overwegen niet
bestraat zijn, moet over drie meter breedte en tot 1.50
meter aan weerszijden van den tramweg daarin door klin
kers op hun kant worden voorzien en in dien staat
worden onderhouden.
Art. 12.
Het midden van den tramweg moet minstens 2.50
meter uit het hart van boomen en minstens 2 meter
uit den buitenkant van rasterwerkengebouwen enz.
verwijderd zijn.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wet-
houders hierop uitzonderingen toestaan.
Art. 13.
De te maken wissels moeten geheel buiten de kunst-
banen der wegen vallen.
In bijzondere gevallen of als burgemeester en wet
houders dit noodig voorkomt, kunnen zij hierop afwijking
toestaan.
Spoorstaven of andere onderdeelen van den tramweg, die
in de kunstwegen liggen, mogen noch ter buiten-, noch ter
binnenzijde der rails enz., daarboven uitsteken.
Waar burgemeester en wethouders dit, met het oog op
gewoon verkeer, noodig achten, zullen de rails moeten
worden voorzien van contra-rails.
Art. 14.
Waar de tramweg waterlossingen kruist, moeten voor
rekening van den concessionaris de duikers aldaar worden
verlengd, versterkt of afzonderlijke duikers of bruggen
gebouwd worden, van voldoende sterkte en afmetingen
ten genoegen van burgemeester en wethouderseen en
ander behoudens de rechten en verplichtingen van den
concessionaris tegenover derden.
Art. 15.
De concessionaris is gehouden, zich bij de uitvoering
der werken in 't algemeen stipt te gedragen naar de
voorschriften dezer vergunning en de goedgekeurde ont
werpen en bestekken.
Kleine noodzakelijke afwijkingen zijn toegelaten
mits onder voorafgaande machtiging van burgemeester en
wethouders.
Alvorens tot de uitvoering van eenig werk over
te gaan, verschaft de concessionaris aan burgemeester en
wethouders zoovele gewaarmerkte copieën van bestekken
en teekeningen als deze noodig zullen oordeelen.
Bovendien moet vóór den aanvang van den aanleg
der werken de richting en de hoogte van den weg nauw
keurig zijn uitgezet en goedgekeurd.
Elke schadedie tengevolge van den aanleg of de
exploitatie van den tramweg aan de gemeente-eigendom-
men wordt toegebracht, moet door en op kosten van den
concessional is onmiddellijk hersteld worden ten genoegen
van burgemeester en wethouders, bij gebreke waarvan
dit college bevoegd is, daartoe op kosten van den concessio
naris zelf over te gaan.
Waar de bestrating wordt opgenomenmoeten de
onbruikbaar gebleken steenen door geheel nieuwe besto
van dezelfde soort worden vervangen.
Bij elke afwijking in de voor de uitvoering gestelde
voorwaarden is de concessionaris verplicht, het in strijd
daarmede gemaakte op te breken en geheel overeen
komstig het goedgekeurde ontwerp opnieuw te maken.
Een en ander geschiedt ten genoege van burgemeester
en wethouders.
De concessionaris volgt de voorschriften op van dat
college.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, de werken
onmiddellijk te doen staken, zoodra in strijd met de goed
gekeurde bestekken of met de voorwaarden dezer ver
gunning, of met hunne bevelen gehandeld wordt.
Art. 16.
De concessionaris is verplicht, na schriftelijke kennis
geving van burgemeester en wethouders onverwijld die
herstellingen aan den weg, de bermen, de kunstwerken
enz. aan te brengen, welke door burgemeester en wet
houders noodzakelijk worden geacht, die daarbij een ter
mijn stellen binnen welken de herstelling moet plaats
hebben. Bij gebreke van herstelling binnen den bepaalden
termijn is de gemeente bevoegd, van harentwege het ge-