O-;;*
Bijlage No. 24.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1899.
Hoofdstuk.
2
w
Q
Artikel.
OMSCHRIJVING
der
BEGROOTINGSARTIKELEN.
Geraamd
bedrag.
Begrootings-
som na
gedane af-
en over
schrijving.
Bedrag der
uitgaven.
Overschot.
I
Jaarwedden
31300
31300
31198 26
101 74
n
Kosten
van bestuur
18088 50
19304
50
18885 21
479 29
in
I
1
Onderhoud van wegen
3990
4110
4100 15
9 85
2
9
straten, pleinen enz.
13685
14510
14508 90
1 10
3
wallen, bruggen, grachten enz.
13160
11960
1119977'
760 22»
4
plantsoenen
5360
5360
5190 385
169,61'
5
pompen, standpijpen enz.
300
420
419 64»
0 35*
6
secreten en waterplaatsen
500
500
203 59»
296 10*
7
9
reddingsmiddelen, ijsbanen enz.
1450
450
248 26»
201 73*
8
1
torens, klokken enz
1040
1040
951 01
88 99
9
gereedschappen
180
235
220 43»
14 56'
10
Daggelden van werklieden
5900
6015
6010 10»
4 89*
11
Kosten
van straatverlichting
20110
20780
20777 96
2 04
II
der begraafplaats
3375
3375
2982 65»
392 34'
III
4905
5015
4419 30
595 70
IV
vischmarkt
210
210
81 65
128 35
V
gasfabriek
141845
1 l2o.V>
1 1176531»
289 68'
VI
reiniging
11050
41660
41265 68*
394 31
VII
9
veemarkt
6710
6870
6714 94»
155 05'
VIII
7>
volkszweminrichting
570
570
522 02»
47 97»
IX
buitengewone werken
53480 94'
54125 945
35565 99*
18559 95
IV
6987 50
6987
50
01 18 75
868 75
1
Onderhoud van gebouwen
s
2500
3300
3283 14
16 86
2
den Prinsentuin
1020
1160
115369*
6 30*
3—7
Belasting, brandverzekering enz
3825
3828
3584 01
243 99
I
Kosten
der kamer van koophandel
350
385
384 61»
0 38*
II
gezondheidspolitie
3170
3170
2646 33»
523 66*
III
plaatselijke politie
31900
31900
31097 40'
802 59*
IV
van invordering van belastingen
731 1
7349
7002 31
28669
VII
I
armwezen
62293
65
63153
65
61650 08
1503 57
II
1
hooger onderwijs
28810
28810
28542 45
267 55
2—4
middelbaar onderwijs
29395
29405
27119 59*
2285 40*
5-22
lager en voorbereidend onderwijs
141980
141926
140590 77
1335 23
IlIenlV
militie en schutterij
5280
5286
5014 70
241 30
V en VI
Uitkeeringen
J>
11250
11250
10792 21
457 79
y>
VII
Inschrijving op het grootboek
450
450
450 -
VIII
I
1 en 2
Rente
van geldlecningen
80896
80895
80786 83»
108 16»
9
3-6
Aflossing van schuld
326000
326000
319000—
7000 -
III
Pensioenen en gratificatiën
6534
6534
5979 15
554 55
IX
Kosten
van vermakelijkheden
5800
5800
559951»
200 18»
XI
1
Onvooiziene uitgaven
8845
4297
566 67'
3730 32»
Totaal
1131811 59"
1131811
595
108823380'
43577 79
De ontvangsten bedragen blijkens het daarvan gemaakt overzicht meer dan daarvoor
op de begrooting is geraamd, eene som vanf 5209 01®
Het saldo der begrooting bedraagtJ' 3 65
Maakt samen het saldo der rekening ad 48790 455
Opgemaakt naar aanleiding van art. 2i9 der gemeentewet.
Burgemeester en Wethouders vau Leeuwarden.
Stoom Uoik- en Steendrukkerij van N. MlEDE.MA Co.. Leeuwarden.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
1
Aan
den Raad der gemeente Leeuwarden.
Mijne lleeren
Vergezeld van eene memorie van toelichting, hebben
wij de eer u hierbij ter vaststelling aan te bieden ceno
ontwerp-verordening tot het heffen van waagreehten en
eene ontwerp-verordening voor de invordering dezer rechten.
Leeuwarden, don 22 Augustus 1899.
Rurgemeester en Wethouders,
A. RÖELL, Burgemeester.
P. A. BERGSMA, Secretaris.
ONTWERP-VERORDENING tot heffing van rech
ten aan de Waag te Leeuwarden.
De raad der gemeente Leeuwarden
Gezien art. 14, alinea 3 der wet van 24 Mei 1897
(Staatsblad no. 156), krachtens welke bepaling het besluit
tot heffing van rechten aan de waag te Leeuwarden van
den 28 Juli 1891, met l Januari 1900 van rechtswege
zal zijn vervallen
Gelet op de artt. 238 en 240 der Gemeentewet
Mede gelet op art. 10 der verordening, regelende het
gebruik van de waag (gemeenteblad van 1894, no. 5)
Besluit
vast te stellen de volgende verordening tot het heffen
van waagreehten.
Art. 1.
Ten behoeve der gemeente Leeuwarden worden rechten
geheven
a. voor het wegen en verwerken van aan de waag
aangevoerde waren
0. voor het bewaren van boter in de daarvoor in de
waag bestemde bergplaats
c. voor het gebruik van standplaatsen in de waag.
d. voor het gebruik van aanplakborden en muurvlakte
in de waag.
Art. 2.
Hot recht voor het wegen en verwerken van waren
bedraagt
voor boter
van een vat, bruto wegende 40 kilogram of meer f 0.16
20 tot beneden 40
kilogram- 0.08
van een vat, bruto minder wegende dan 20 kilo
gram 0.04
Voor het plaatsen en verwerken van aan de waag aan
gevoerde vaten boter, die reeds elders aan eene waag
zijn gewogen en waarvan het vereischte biljet wordt ver
toond, alsmede van vaten boter, waarvan geen weging
wordt verlangd, bedraagt het recht
van een vat, een bruto gewicht hebbende van
40 kilogram of meer- 0.05
van een vat, een bruto gewicht hebbende van
20 tot beneden 40 kilogram- 0.03
Van een vat, bruto minder wegende dan 20
kilogram- 0.02
voor kaas.
van een partij van 12'/, kilogram of minder ƒ0.03
boven de 121/, tot en met
25 kilogram- 0.05
van eon partij van boven de 25 tot en met 50
kilogram 0.08
van grootere partijen
voor de eerste 50 kilogram 0.08 en voor elke verdere
50 kilogram, gedeelten voor vol gerekend 0.06, behou
dens de volgende bepalingen
Bestaat een partij uit
1000 tot beneden 2000 stuks kazen, model Edammer,
of uit
500 tot beneden 1000 stuks nagelkazen of kazen
model Goudsche,
dan bedraagt het recht van elke 50 kilogram, gedeelten
voor vol gerekendf 0.05
en bij grootere partijen
voor do kazen boven de vermelde getallen
van elke 50 kilogram, gedeelten voor vol gerekend - 0.04
voor wol
Los of gepakt in zakken van minder dan 150 kilogram:
van een partij van 12'/, kilogram of minder 0.02
boven de 12'/, tot en met
25 kilogram - 0.04
boven de 25 tot en met
50 kilogram - 0.09
van grootere partijen
voor de eerste 50 kilogram 0.09 en voor
elke verdere 50 kilogram, gedeelten voor vol
gerekend- 0.07
gepakt in balen of zakken, per stuk, 150 kilo
gram of meer wegende
voor elke baal of zak- 0.30
voor geslacht vee en alle andere natte en droge waren
van een partij van 12'/, kilogram of minder ƒ0.02'/,
i boven do 12'/, tot en met
25 kilogram - 0.03'/,
9>»» boven de 25 tot en met
50 kilogram - 0.08
van grootere partijen, voor do eerste 50 kilo
gram 0.08'/, en voor elke verdere 50 kilogram,
gedeelten voor vol gerekend- 0.06
Art. 3.
Behoudens het bepaalde bij art. 8 is voor het uitstallen
van vaten boter en van kaas in de waag geen afzonder
lijk recht verschuldigd.
Art. 4.
Het plaatsen van goederen in de waag wordt geacht
het verzoek tot weging in te sluiten.
Deze bepaling is niet van toepassing op de vaten boter,
die reeds aan oenc andere waag zijn gewogen, noch op
die, waarvan bij den aanvoer is opgegeven, dat geene
weging wordt verlangd.
Art. 5.
Voor het door den waagmeester af te geven biljet van
weging, indien zoodanig biljet wordt verlangd, is ver
schuldigd 0.02'/,.
Art. 6.
Onder de rechten voor het wegen en verwerken van
boter vastgesteld, zijn niet begrepen de kosten, die krach
tens het provinciaal reglement op do botervaten tot vinding