4
Bijlage tot het Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1901.
vergunning zoude verleenen voor de overbrenging van
het aschland, en dat er geene bezwaren zullen zijn voor
het maken eener overlaadplaats te Wijlaarderburen dat
de noodige goedkeuring zal worden verkregen tot het
stichten van een aschland aan het Ouddeel, en eindelijk,
dat de vergunning zal worden verkregen van de betrokken
eigenaren om den overweg naar het Ouddeel te verharden.
Ik vrees echter, dat er nog al zwarigheden aan zullen
verbonden zijn, alvorens voor al het vorenstaande toe
stemming wordt verkregen.
Wat het finantieele betreft, zoo zijn de kosten van
aanleg en aanschaffing 94.350.een uitgaaf in eens,
maar de meerdere exploitatiekosten van 15 a 18 duizend
gulden, naarmate het een lange of korte winter is, komen
jaarlijks terug en worden, daar ze in het jaar 1900 bijna
ƒ44000.bedroegen, dan in hetgeheel ongeveer/59000.
a 62000.—
De slotsom mijner beschouwingen isdat het voorstel
om het aschland over te brengen naar een andere ge
meente met een overlaadplaats te Wijlaarderburen en
voor den winterdienst een nulp-aschland te stichten aan
het Ouddeel niet is aan te bevelen.
De Directeur der Stadsreiniging
SOUTENDAM.
Aan
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
DIENSTREGELING voor het vervoer der
pramen van de gemeente Leeuwarden
naar de Overlaadplaats te Wijlaar
derburen.
De 10 aschpramen moeten des namiddags vóór 1'/,
uur aanwezig zijn bij de le Kanaalbrug om van daar
naar de overlaadplaats te worden gesleept, vanwaar zij
na lossing te 6'/2 uur 's avonds naar de le Kanaalbrug
worden teruggesleept.
De 8 tonnenpramen met de ijzeren vuilnisbakkenpraam
moeten des namiddags te 3'/, uur bij genoemde brug zijn.
Deze 9 pramen worden dan gesleept naar de overlaad
plaats om, na lediging en schoonmaken der tonnen te 7
uur 's avonds teruggesleept te worden.
De praam met het straatveegsel en den slagersafval en
pie met de kolkmodder en den inhoud der urinoirs, waarbij
op Vrijdag de praam van de Veemarkt komt, moeten des
morgens vroeg naar de overlaadplaats worden gebracht
en na de lediging weder spoedig terug.
Hierbij doen zich de navolgende vragen voor
1. of die sleepdienst op drukke dagen en voorname
lijk des Vrijdags niet hinderlijk zal zijn voor de vaart op
het Nieuwe Kanaal.
2. of bij ruw weder met regen, hagel- en sneeuwbuien,
vooral bij Oost- en Westelijke winden de pramen geen
gevaar zullen loopen van averij te bekomen.
3. of te Wijlaarderburen, „de Tijnje" genoegzame
ruimte oplevert voor een veilige losplaats van 19 pramen
en twee groote vaartuigen, zonder belemmering van de
scheep- en stoomvaart.
4. of voornamelijk in het voor- en najaar en ook in
den winter voor deze 22 pramen een veilige ligplaats bij
de le Kanaalbrug kan worden gevonden.
In den zomer zouden de aschpramen naar de stations
in de buitengracht kunnen gebracht worden, hetgeen voor
de tonnenpramen minder wenschelijk is.
Ook moet hierbij worden opgemerkt, dat een verlen
ging van den arbeidsdag noodig zal zijn en daardoor ook
loonsverhooging.
Dus weder vermeerdering van exploitatiekosten.
Vervoer naar de Opslagplaats.
Het vervoer der asch- en faecalieschepen van de over
laadplaats naar op opslagplaats zal in ongeveer 2 uren
kunnen geschieden.
Bij ruw weder in het voor- en najaar en in den winter
bij open water zal dit vervoer des avonds geen plaats
kunnen hebben, maar den volgenden dag des morgens
vroeg.
Na aankomst aan de opslagplaats moet het aschvaartuig
door de aldaar wonende arbeiders worden gelost en het
faecaliënschip worden leeggepompt om dan weder spoedig
terug gesleept te worden.
Bij ruw onvaarbaar weder zullen de reserve-vaartuigen
dienst moeten doen, terwijl bij een onverhoopt gebrek aan
de sleepbooten, door huren van een boot in den dienst
moet worden voorzien.
iw«K'
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co. Leeuwarden.
V
y 7TW