36
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
diiecteur en den betrokken werkman omtrent de oorzaat
der schade.
Art. 8.
Indien een vaste werkman door ziekte of ander lichame
lijk letsel volgens verklaring van een geneeskundige niel
in staat is zijn arbeid te verrichten wordt aan hem als
ziekengeld uitgekeerd: gedurende de eerste 30 dagen het
volle vaste weekgeld, over de volgende 40 dagen het s/a
gedeelte en daarna nog gedurende 30 dagen de helft van
dat loon.
Mocht verdere ondersteuning noodzakelijk zijn, dan kan
dit geschieden onder nadere goedkeuring van burgemees
ter en wetnouders.
Indien een werkman, die na een ziekte den arbeid heeft
hervat, binnen een maand weder ziek wordt, beslissen
burgemeester en wethouders naar omstandigheden omtrent
het bedrag, dat gedurende die ziekte aan hem zal worden
uitgekeerd.
Het als ziekengeld uit te betalen loon gaat in met den
daarvoor door een geneeskundige aan te geven dag, doch
in geen geval vroeger dan met den dag voorafgaande aan
dien waarop de werkman bij den geneeskundige in be
handeling is genomen.
Art. 9.
Ten aanzien van het als ziekengeld uit te betalen loon
gelden voorts de volgende bepalingen
Elke week moet op den gewonen betaaldag aan den
betrokken directeur eene verklaring van een geneeskundige
worden overgelegd, waaruit blijkt, dat de patiënt nog niet
geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.
Bij het niet overleggen van deze verklaring wordt geen
loon uitbetaald.
Mede wordt geen loon uitbetaald en wat reeds uitbe
taald mocht zijn op later uit te betalen loon verhaald
a. indien drankmisbruik of andere buitensporigheden
oorzaak van de ziekte of ander lichamelijk letsel zijn
b. indien blijkt, dat de voorschriften van den genees
kundige niet in acht zijn genomen
c. indien de werkman, nadat de geneeskundige hem
voor gezond verklaard heett of uit andere omstandigheden
blijkt, dat hij zijne werkzaamheden weder zou kunnen ver
richten, zich niet dadelijk bij zijn directeur aanmeldt;
d. indien een werkman, ofschoon nog niet geschikt
voor zijn gewonen arbeid, weigert, om met behoud van
zijn gewoon loon, werkzaamheden te verrichten, die hem
door zijn directeur, in overleg met den geneeskundige,
die hem heeft behandeld, worden opgedragen.
Art. 10.
De directeuren zijn bevoegd aan eiken onder hen gestel
den werkman ten hoogste zeven dagen in het jaar verlof
tot afwezigheid te verleenen of vrijaf te gevenzonder
inhouding van loonmits de dienst dit toelaat en alzoo
geheel op hunne verantwoording.
Art. 11.
De directeuren stellen eene instructie voor de onder
hen staande werklieden vast, bevattende tevens eene rege
ling van den arbeidsdag.
Deze instructie en elke daarin later aangebrachte wijzi
ging behoeft de goedkeuring van burgemeester en wet
houders.
Voor eensluidend uittreksel
M ij bekend,
De Secretaris van liet gemeentebestuur
van Leeuwarden
P. A. BERGSMA.
De belooning voor het werken in extra uren is door
H. H. burgemeester en wethouders als volgt geregeld:
1. Voor overwerk als timmerman, als metselaar, als
tuinman enz, dus in eigen werk, wordt betaald als volgt
a. Voor elk uur, vallende op een der rusturen tusschen
het begin der daguren op werkdagen tot tien uur des
avonds het '/so deel van het voor eiken werkman vast
gestelde weekloon.
b. Voor elk uur na tien uur des avonds en voor het
begin des anderen morgens, alsmede voor alle uren op
Zon- en alg. erk. Christ, feestdagen V40 deel van.genoemd
weekloon.
2. Voor het bewijzen van diensten als plantsoenwachter
en als zandstrooier wordt door alle werklieden genoten
13 cent voor elk uur als sub la. bedoeld en 16 cent per
uur als sub lb bedoeld.
3. Voor het vervangen van brugwachters wordt betaald,
12 cent voor elk uur overwerk per dag tot 10 uur des
avonds en 6 ets voor elk nachtuur.
Een en ander is den werklieden medegedeeld begin
November 1900 door
den Directeur der gemeentewerken
W. C. A. HOEKAMP.
In genoemde Instructie komt o.m. ook voor het verbod
1 van gebruik van sterken drank gedurende hun werktijd,
ook al wordt die hun als geschenk aangeboden, en, dat
dronkenschap en in het algemeen misbruik maken van
sterken drank buiten dienst aanleiding kan geven tot
schorsing of ontslag. De loonen worden jaarlijks door
burgemeester en wethouders vastgesteld en bestaan voor
de vaste werklieden
a. in een vast weekgeld
b. in eene vergoeding wegens werkzaamheden buiten
den vastgestelden werktijd, terwijl voor hen, wier vast
weekgeld niet meer dan f 10 per week bedraagt, en die
met hunne gezinnen in het algemeen ziekenfonds „Een
dracht maakt Macht" zijn opgenomen, de verschuldigde
contributie bij wijze van loonsverhooging van wege de
gemeente wordt betaald. Aan de Instructie is nog een
geschreven toevoeging verbonden regelende betaling van
overwerk, welke aan de werklieden is medegedeeld door
den Directeur der Gemeentewerken begin November 1900.
Verder merkt de Commissie met betrekking der door
de gemeente aan te besteden werken nog op, dat uit de
aan haar door den Directeur verstrekte bestekken blijkt
dat verzekering van alle werklieden tegen ongelukken
den aannemer wordt opgelegd
dat de aannemer eveneens verplicht is een minimum
loon, dat voor verschillende vakken afzonderlijk is opge
geven, te betalen
dat de eisch van dubbele inschrijving, n.l. zonder, doch
ook met de verplichting niet langer dan 12 uren per dag
te doen werken, en in dat geval de minimumloonen met
één cent per uur te verhoogen, voorkomt in de volgende
bestekken, waarbij werd aanbesteed
24 Maart 190u. Bestek No 5. a. Het vergrooten van
het weeggebouw, door aanbouw van een kantoortje
b. Het maken van 16 hokken tot uitbreiding der scha
pen markt.
c. Het plaatsen van veejukken voor een aan te leggen
paardenmarkt.
d. Het plaatsen van 66 cementsteenen palen en ijzeren
hekken, een en ander tot uitbreiding van de veemarktplaats.
No. 16. Aanleg van een weg aan het Nieuwe Kanaal
met bijkomende werken en het leggen van een riool in de
Sakramentstraat.
7 Juli 1900. No18. Het doen van verfwerken aan
en in verschillende gemeentegebouwen, 5 perceelen.
12 Sept. 1900. No 20. Idem. idem. 13 perceelen.
1 Mei 1901JVo 9. Het doen van eenige vernieuwin
gen, leveringen en herstellingen aan verschillende ge
meentegebouwen, scholen enz.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden.
37
en dat die dubbbele eisch niet is gesteld in bestek
30 Maart 1901. No. 8. Witten van plafonds en muren
van gemeentegebouwen, 7 perceelen;
terwijl de bestekken
13 Octob. 1900 No. 21. Leggen van een riool in de
Spanjaardslaan en het maken van een duiker in den Noor
dersingel
15 Dec. 1900. No. 1. Aanbesteding van het werkloon
voor het leggen en het onderhouden van de kei- en de
blinkerbestratingen in de gemeente voor den tijd van 2
jaren, 1 Mei 1901 30 April 1903,
de toepassing van een minimumloon en een maximum
werktijd onvoorwaardelijk voorschrijven,
dat verbodsbepalingen met betrekking tot het gebruik
van sterken drank zijn opgenomen in de bestekken
No. 15, 18, 20, 8, 9, en 1 en ontbreken in de bestek
ken no. 16 en 21, dat in de nieuwste bestekken getracht
is door nauwkeuriger omschrijving te voorkomen, dat werk
lieden welke slechts middellijk in dienst van den hoofd
aannemer zijnbuiten de bepalingen zouden kunnen
worden geplaatst.
dat voor controle op de naleving der bepalingen in de be
stekken is voorgeschreven „wekelijks en wel binnen 24 uur,
na het nader vast te stellen uitbetalingsuur zal hij (de aan
nemer) ten kantore van den Directeur der gemeentewerken
moeten inleveren, een door hem en de betrokken werklie
den onderteekenden staatvermeldende het loon dat hij
aan elk persoon per uur in de afgeloopen week heeft uit
betaald en den leeftijd der werklieden, welke opgaven alle
door de werklieden zeiven moeten worden ingevuld." Ge
drukte blanco staten hiervoor worden den aannemer koste
loos verstrekt. Wordt zoowel ten opzichte van het uit te
betalen loon, als in den leeftijd van de te bezigen werk
lieden fraude ontdekt, dan zal hij een boete verbeuren van
één tot vijfentwintig gulden voor elk feit, en hem telkens bij
niet tijdige inlevering der arbeidsstaten, voor eiken dag ver
zuim vijf gulden worden gekort van zijn aannemingssom.
Ten opzichte der minimumloonbepalingen is nog vast
gesteld, dat deze toepasselijk zijn voor werklieden, die
minstens 20 jaren oud zijn, terwijl met schriftelijke toe
stemming van den directeur der gemeentewerken voor jeug
dige en bejaarde personen (één bestek spreekt van voor
ten hoogste tien procent) een uitzondering op het bedrag
„dezer" loonen mag worden gemaakt.
Aan het hoofd der hiervoor genoemde staten is het
volgende gedrukt:
„De ondergeteekenden verklaren van den aannemer
der (omschrijving werk) van de Gem. Leeuwarden gedu
rende de week van..met..per uur een weekloon ont
vangen te hebben oveenkomstig het achter hunne namen
vermelde bedrag," waaraan na invoering der proeven ook
met bepaling van den dagelijkschen werktijd, nog in schrijf
letters is toegevoegd „en aan bedoeld werk per dag niet
langer dan twaalf uren per dag te hebben gewerkt."
Met betrekking tot de proeven met dubbele inschrijving,
gewone d.i. met minimum-loonen bovendien met inacht
neming der bepaling 12 uur per dag werken bleek uit
de overgelegde lijsten, dat door de inschrijvers slechts
weinig of in het geheel geen verschil in het bedrag dei-
ingeschreven sommen was gemaakt. Opgemerkt worde
hierbij, dat het bestedingen van kleinen omvang betrof.
Van den Hoofdingenieur van de Provincialen waterstaat
ontving de commissie het volgende antwoord:
Leeuwarden, 9 Maart 1901.
M. H!
In antwoord op Uw geëerd schrijven d.d. 6 dezer kan
ik U mededeelen
1 dat sedert de in 1895 door de Staten aangenomen
motie, door U in Uw schrijven aangehaald, bepalingen om
trent minimumloon in de bestekken van werken, die daar
toe aanleiding gaven, zijn opgenomen enals gevolg van
het verlangen om den invloed daarvan op de kosten in
het algemeen dier werken te beoordeelen, de inschrijving
geeischt werd n.l. van het bedrag met en zonder de toe
passing dier bepalingen,
2. dat bij de bepaling der loonen rekening werd ge
houden met de in de betrokken streken normale arbeids-
loonen en nagenoeg zonder uitzondering de betaalde loonen
steeds hooger waren, op grond, dat de arbeider dikwijls ver
van huis verblijf hield. Zoodoende werden nagenoeg al
tijd dezelfde cijfers opgegeven bij de tweeërlei inschrijving.
Waren er verschillende cijfers opgegeven, dan werd dit
zonder bepaalde redenen gedaan terwille van de gestelde
voorwaarden of ter wille van de meer omslachtige admi
nistratie.
Mijn persoonlijk oordeel over minimumloon en maxi
mum-arbeid is te vinden in de notulen van de zomerzit-
ting der Staten van 1895, bijlage J.
Kortsheidshalve neem ik de vrijheid daarnaar te verwijzen.
De Hoofdingenieur
van den provincialen ivaterstaat,
S. J. VERMAES.
Aan de Commissie uit den Gemeenteraad van
Leeuwarden omtrent een onderzoek over minimum-loon
en maximum-arbeidstijd.
Ter aanvulling van het rapport van het Bureau v. S. A.
met betrekking tot toepassing bij onderhoudswerken, diene,
dat in een bestek van de gemeente Sneek betreffende
het dagclijksch onderhoud en het verrichten van eenige
vernieuwingen aan de gemeentewerken en gebouwen ge
durende het dienstjaar 1901, ook loon en werkduur be
palingen zijn opgenomen. De dagelijksche werktijd is aldaar
gesteld op elf uren.
Thans kan de vraag gesteld worden
Welke gevolgtrekkingen liggen nu, na voorgaande uit
voerige beschouwingen en teiteu het meest voor de
hand? De Commissie is van oordeel, in aanmerking
nemende de aanleidende oorzaak veranderde produc
tiewijze, op de spits gedreven individueele vrijheidspredi-
king, met daaruit verscherpte concurrentiestrijd, vooral
tusschen de geheel afhankelijke arbeiders verder daarmede
in verband brengende de als gevolg van die richting
opkomende reactie, als het ware door de natuur zelve
geboden, omdat de mensch op den duur den drang naar
werkelijk mensch zijn niet kan onderdrukken, dat nu niet
meer past de handhaving van hot zoogenaamde „vrije
arbeidscontract" d.i een arbeidscontract zonder hulp van
staat, gemeente of ander publiekrechtelijk lichaam ge
sloten, omdat daarvan een noodzakelijk element moet zijn
het vrije individu, en een individu, dat een vrij arbeids
contract sluiten kan,in het heerschende stelsel niet denk
baar is.
Zij is overtuigd, dat bij een sijsteem,
waarbij hij, die hot egoistisch beginsel het scherpst door
voert, ten slotte het loon bepaalt voor allen, en waardoor
de beter gezinden in een toestand worden gedrongen,
van lage loonen te moeten betalen tegen hun zin,
waarin de arbeiders, door het slechte voorbeeld hun
gegeven ook elkander bekampen in een strijd op leven
en dood,
het niet anders dan hoogst onzedelijk moet worden ge
acht, te profiteeren van menschen, welke slechts de keuze
J hebben tusschen werk of geen brood, en wijl toch ook
de menschelijke arbeidskracht niet als gewone koopwaar
beschouwd mag worden
dat met de verheffing van den werkmansstand gepaard
j gaat toename van het weerstandsvermogen en het besef
van persoonlijke verantwoordelijkheid van dien stand,
dat verheffing er van tevens insluit verheffing van de
J nijverheid zelve en dus verheffing van de arbeidende klasse
is een zaak van algemeen belang.
j Om alle die redenen is de commissie van oordeel, dat
het noodzakelijk is, dat rijks-,provinciale-, gemeente-, water-