Memorie van Toelichting.
Bijlage No21.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1903. 1
LEEUWARDEN, Augustus 1903.
Aan den Baad.
Mijne Heeren
Wij hebben de eer U hiernevens ter vaststelling te doen toekomen een ontwerp tot wijziging van de veror
dening, regelende het getal en de bezoldigingen van de ambtenaren ter gemeente-secretarie van Leeuwarden, z >o-
uiede van de beambten voor den verderen dienst in het gemeentehuis.
Voor de gronden, waarop deze wijziging steunt, verwijzen wij naar de bij het ontwerp gevoegde memorie
van toelichting. Een nominatieve staat van het secretariepersoneel zal op de gebruikelijke wijze ter visie liggen.
Du rye meester en Wethouders van Leeuwarden,
A. ROELL, Burgemeester.
IJ. A. BERGSMA, Secretaris.
Bestaande bepaling.
Artikel 1.
Ten behoeve van de Secretarie der gemeente Leeu
warden kunnen worden aangesteld
a. op het hoofdbureau:
twee commiezen, ieder op eene jaarwedde van 1200
tot ƒ1500,
drie adjunct-commiezen op eene jaarwedde van ƒ800
tot ƒ1200,
zes klerken, ieder op eene jaarwedde van ƒ400 tot
ƒ800;
h. op het bureau van den burgerlijken stand
twee adjunct-commiezen, ieder op eene jaarwedde van
ƒ800 tot 'ƒ1200,
twee klerken, ieder op eene jaarwedde van f 400 tot
ƒ800;
c. op het gemeente-archief
een archivaris op eene jaarwedde van 800 tot 1200.
De nadere bepaling van het bedrag der jaarwedden
geschiedt door burgemeester en wethouders.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Overwegende, dat de „Verordening, regelende het ge-
„tal en de bezoldigingen van de ambtenaren ter gemeente
secretarie van Leeuwarden, zoomede van de beambten
„voor den verderen dienst in het gemeentehuis," vast
gesteld bij raadsbesluit van 8 Maart 1898 (Gemeenteblad
no. 5) en gewjjzigd bij raadsbesluit van 13 Maart 1900
(Gemeenteblad no. 13), herziening behoeft;
BESLUIT
Voormelde verordening te wijzigen door artikel 1 te
lezen als volgt
Artikel 1.
Ten behoeve van de Secretarie der gemeente Leeu
warden kunnen worden aangesteld
a. op het hoofdbureau
drie commiezen, ieder op eene jaarwedde van ƒ1300
tot 1700,
vier adjunct-commiezen der eerste klasse, ieder op eene
jaarwedde van 900 tot ƒ1300,
drie adjunct-commiezen der tweede klasse, ieder op eene
jaarwedde van 000 tot 900,
drie klerken, ieder op eene jaarwedde van ƒ300 tot
ƒ000;
h. op het bureau van den burgerlijken stand
een commies, op eene jaarwedde van 1300 tot 1700,
een adjunct-commies der eerste klasse, op eene jaar
wedde van ƒ900 tot ƒ1300,
een adjunct-commies der tweede klasse, op eene jaar
wedde van 000 tot 900,
een klerk, op een jaarwedde van 300 tot 000
c. op het gemeente-archief
een archivaris, op eene jaarwedde van 900 tot 1300.
De nadere bepaling van het bedrag der jaarwedden
geschiedt door buurgemeester en wethouders.
Deze wijziging treedt in werking met den lsten Januari
1904.
De Baad voornoemd.
Reeds geruimen tijd is ons college bedacht op eene
wijziging van de verordening betreffende het secretarie-
personeel, die eene verbetering, zoowel in de ambtelijke
als in de finantieele positie der ambtenaren kan tenge
volge hebben en die tevens kan leiden tot eene meer
systematische indeeling van dc werkzaamheden.
v
Artikel 1 sub a. Zooals deze bepaling thans luidt, is
de kans op promotie bij de aan het hoofdbureau verbon
den ambtenaren veel te gering; zij is in de laatste jaren
zelfs verkleind, nu het regel is geworden, om oen der
beide commiesplaatsen door een ambtenaar met acade-
misehen graad te doen vervullen. Voor de zes klerken,
die volgens het artikel aan het hoofdbureau verbonden
zijn, en waaronder personen worden aangetroffen met 10
tot 17 dienstjaren, staan thans slechts vier plaatsen van