VERANTWOORDING
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
bij de Ijekening van de Inkonisten en Uitgaven van die geipeente
DER GEMEENTE LEEUWARDEN,
OVEE filST DIENSTJAAR 1Ö03.
I
K
s
INKOMSTEN-
1 f 33767i82 De Gemeenterekening over 1901 is door Gedeputeerde Staten
van Friesland goedgekeurd bij resolutie van den 31 December 1902,
No. 38, met een saldo van 60.638,92. Van deze som is bij raads
besluit van 28 October 1902, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
van Friesland bij besluit van den 6 November d. a. v., No. 55, op
den dienst van 1902 overgebracht een bedrag van 14.186,10 en
bij raadsbesluit van 4 April 1903, goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Friesland bij besluit van 23 April d. a. v. No. 8, een
bedrag van ƒ12,685.— samen f 26.871.10. Hot resteerende ad.
f 33.767,82 is als eerste post van inkomst in de rekening over 1903
opgenomen.
24073 84 Bij raadsbesluit van 27 October 1903, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten van Friesland bij resolutie van den 5 November d. a. v.,
No. 8, is op den dienst van 1903 overgebracht een gedeelte van het
saldo der rekening over 1902 voorzooveel daaronder begrepen was
het beschikbaar gebleven bedrag voor
Werken langs het Nieuwe Kanaalf 12 021.35
Het eventueel maken van een dam in dePotmarge 4.000.—
Voortzetting der werken tot verbetering van de
Cichoreibuurt2.177,14
Aankoop van brandkranen600.—
De nog te verevenen gedeelten der aannemings
sommen van
Het maken van een brug over de gracht tusschen
Grachtswal en Oosterstaat578.40
De uitbreiding van de school op Oldegalileën 3.791.—
Het bouwen van een werkvrouwenwoning bij dieschool,, 300.
De levering van schoolmeubelenn 226.—
Het doen van verfwerken in liet gemeentehuis 10.—
Het onderhoud van ponten25.75
Verder ter verevening van de rekening van meer-
en minder werk betreffende de uitbreiding van de
school op Oldegalileën323.70
Als voren betreffende verbetering van het bestaan
gebleven gedeelte van de oude school aldaar 20.50
j Samen f 24.073.84
214061 65| De opbrengst van den hoofdelijken omslag is, naar eene heffing
van 3.5 ten honderd van het cijfer van aanslag ge
raamd opf 216.000.—
Hier afgetrokken voor ontheffingen, afschrijvingen
en oninbare posten9.000.—
Rest f 207.000.-
De kohieren zijn opgemaakt tot de volgende bedragen als
Primitief kohier220.207 51 j
le Suppletoir3.937.52
2e 1-601.21
Samen f 225.746.24^
Transporteeren f 225.746.24
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904.
bare vergadering van burgemeester en wethouders, op
een daartoe door hen te bepalen tijdstip.
Art. 5.
Voor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en
wethouders aannemelijk voorkomen, erlangt de hoogste
inschrijver de aandeden, waarvoor hij heeft ingeschre
ven daarop volgt degene, die na hem het hoogste
bod heeft gedaan en zoo vervolgens.
Indien door verschillende inschrijvers voor gelijken
prijs is ingeschreven en die inschrijvingen niet alle
in haar geheel kunnen worden aangenomen, omdat
daardoor het benoodigd bedrag zou worden overschre
den, wordt aan ieder dier inschrijvers een getal obli
gation toegewezen, evenredig aan het getal der door
hen voor gelijken prijs gevraagde obligation.
Binnen vier dagen 11a het openen der biljetten wordt
aan hen, wier inschrijvingen geheel of ten deele zijn
aangenomen, daarvan kennis gegeven.
Art. 6.
Indien niet voor het volle bedrag is ingeschreven,
of een deel der inschrijvingen door burgemeester en
wethouders onaannemelijk wordt geacht, zijn deze
bevoegd tot het aannemen der inschrijvingen, die hun
aannemelijk voorkomen en 0111 of de verdere deelne
ming in de leening te sluiten of voor het restant eeno
nadere inschrijving te openen, zoo noodig met wijzi
ging van het tijdstip van storting in art. 7 en van
het ingaan der rente in art. 8 bepaald.
Art. 7.
De storting der ingeschreven en aangenomen be
dragen moet plaats hebben op den 15 December 1904,
ten kantore van den gemeente-ontvanger te Leeuwar
den of van de kasvereeniging te Amsterdam. Zij
geschiedt tegen afgifte van het vereisehte getal obli-
gatiën.
Vóór den 7 December 1904 moet aan burgemeester
en wethouders worden opgegeven, aan welke der beide
kantoren men de storting wenscht te doen en tot welk
bedrag.
Art. 8.
De rente gaat in op den 15 December 1904.
Art. 9.
De raad behoudt zich echter voor, jaarlijks meer,
of wel het restant der leening in ééns af te lossen.
Art. 10.
Indien de 15 December of de 15 Juni valt op
een Zondag is de betrekkelijke coupon betaalbaar op
den volgenden dag.
De betaling geschiedt aan de kantoren in de eerste
alinea van art. 7 vermeld.
Art. 11.
De jaarljjksche aflossing geschiedt bij uitloting. De
uitloting heeft plaats in de maand October van ieder
jaar, in eone openbare vergadering van burgemeester
en wethouders.
De uitslag daarvan wordt in een of meer der in
deze gemeente uitkomende dagbladen, alsmede in twee
te Amsterdam of elders verschijnende effectenbladen,
bekend gemaakt.
Do uitgelote obligatiën zijn betaalbaar den daarop
volgenden 15 December aan de kantoren in de eerste
alinea van art. 7 vermeld.
De eerste alinea van art. 10 is op de betaling der
uitgelote obligatiën van toepassing.
Bij de ter aflossing aangeboden obligatiën moeten
zijn gevoegd de nog niet verschenen coupons met
bij behoorenden talon.
Art. 12.
Aan kassiers en handelaars in effecten wordt 1/4 °/o
provisie toegekend voor de door hen ingeschreven en
door burgemeester en wethouders aangenomen sommen,
te voldoen op daartoe in te dienen declaratie.
Art. 13.
De obligatiën en coupons, die niet binnen vijf jaren
na den termijn van aflossing en verschijning zijn aan
geboden, worden niet meer voldaan, maar komen ten
voordeele der gemeente Leeuwarden.
Leeuwarden, den 13 September 1904.
Burgemeester en Wethouders
J. TROELSTRA, L.-Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Op deze leening zal, aan te vangen met 1900, en
alzoo voor het eerst op den 15 December 1906, jaar
lijks worden afgelost 6000.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904.
Bijlaye No. 29.
VAN
1°
bc
S
WERKELIJK
BEDRAG
volgens de
REKENING.
la
II
III