Bijlage no. 31. Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. 4 beoogt geen winst" en vermoeden dat op grond van dit artikel deze post in het ontwerp der begrooting is weggelaten. Yolgn. 74". Ingevolge besluit van den Raad van 27 September 1904 zal alhier moeten worden opge nomen Eene tijdelijke geldleening tot voorloopige dekking van uitgaven voor werken aan hot Nieuwe Kanaal tot een bedrag van 17170.wegens voorgestelde wijziging van volgn. 1. Yolgn. 77. In de 3e sectie werd de opmerking gemaakt, dat burgemeester en wethouders hebben toegezegd eene afzonderlijke exploitatie-rekening van de bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal aan te leggen, terwijl aan die toezegging tot heden geen gevolg is gegeven. Rapporteurs nomen de vrijheid bovenge noemde opmerking bij burgemeester en wethouders over te brengen. Leeuwarden, den 20 October 1904. H. BEUCKER ANDREJE, Rapporteur der le sectie en algemeen rapporteur. L. A. TROMP, Rapporteur der 2e sectie. I). TIGLER "WTJBRANDI, Rapporteur der Se sectie. Stoomdruk N. Miedema Co„ Leeuwarden. 1 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. Bijl. no. 31. MEMORIE VAN ANTWOORD op het sectie-verslag omtrent de ontwerp- gemeente-begrooting voor 1905. Wij erkennen de wenschelijkheid dat de sectiever gaderingen zooveel mogelijk door alle leden worden bijgewoond. Het uitschrijven dier vergaderingen ge schiedt dan ook vroegtijdig. Indien kort vooraf een raadsvergadering plaats heeft, worden de leden nog al eens geraadpleegd over den te kiezen dag. Meer kan moeilijk worden gedaan. De wensch werd uitgesproken, dat.het saldo der rekening van 1903, waarmede de begrooting begint, beter ware gespecificeerd. Wij zijn zoo vrij op te merken, dat de wijze van specificatie niet afwijkt van die van het vorige jaar. De opbrengst van den ver koop van bouwterreinen wordt daarin vermeld en verder wordt specifiek opgegeven welke bedragen moeten worden gereserveerd voor werken, waarvoor de uitgaven in de begrooting van 1903 waren uitge trokken, doch die in 1904 zullen worden uitgevoerd. Om aan te toonen waaruit het saldo der rekening is ontstaan, zou men voor elk onderdeel, zoowel wat de uitgaven als wat de ontvangsten betreft, de uit komsten moeten mededeelen. Die uitkomsten vindt men echter in „de Verantwoording" van burgemeester en wethouders, die jaarlijks bij de gemeente-rekening wordt overgelegd. De meeningdat de buitengewone aflossing door de gasfabriek van circa ƒ18.000 (zuiver ƒ18,551.305, zie volgn. 38 der rekening van 1903) strikt genomen had moeten dienen voor aflossing van gemeenteschuld, volgens raadsbesluit van 8 Juli 1902, kan niet worden gedeeld. Dat besluit bepaalt alleen, dat het voordeelig saldo van de exploitatie der gas fabriek zal worden aangewend tot buitengewone aflos sing van de schuld der fabrieJc, terwijl verder zelfs is bepaald, dat, wanneer de fabriek geen schuld meer heeft af te lossen, het voordeelig saldo zal komen ten bate der gemeente, tenzij de raad daaraan eene andere bestemming geeft. Hoe dit zijn mogenu de begrooting reeds niet anders dan door belastingverhooging sluitende is te maken verdient het zeker geen aanbeveling daarin eene buitengewone aflossing van schuld op te nemen, hoe wenschelijk dit op zich zelf ook moge zijn. De bewering, dat het saldo van vroegere dienstjaren als eene buitengewone ontvangst moet worden beschouwd, in den zin dat dit niet gebruikt mag worden tot dek king van gewone uitgaven van een volgend dienst jaar, deelen ook wij niet. Als van dat saldo wordt afgezonderd dat deel, dat moet strekken tot het dekken van uitgaven voor nog niet uitgevoerde zaken, welke in eene vroegere be grooting waren opgenomen en de overschotten van werkelijk buitengewone uitgaven, dan is het restant eenvoudig ontstaan uit te lage raming van gewone ontvangsten of eene te hooge raming van gewone uitgaven, of wel door beide oorzaken te zamen en dan mag ongetwijfeld dit overschot onder de gewone middelen van een volgend dienstjaar worden begrepen. Indien al de opgave juist moge zijn, dat volgens de begrooting, na aftrek van het saldo van het dienst jaar 1903, de uitgaven de inkomsten met ongeveer 40,000 overtroffen, zoo zij opgemerkt, dat de begroo ting is eene raming van ontvangsten en uitgaven en elk dienstjaar gewoonlijk nog al een meer of minder belangrijk overschot oplevertdank zij overigens het saldo van een vorig dienstjaar, dat medewerkt om vrees voor een deficit ter zijde te stellen. Intusschen valt het niet te ontkennen, dat, ofschoon de gewone ontvangsten doorgaande met elk jaar toenemen, deze niet altijd gelijken tred houden met de steeds stijgende uitgaven, een toestand, die onze gemeente met vele andere gemeen heeft en waarin slechts afdoende ver betering is te brengen door verhooging der rijks bijdragen. Omtrent de denkbeelden van den heer Hubert Veth over de inrichting der begrooting kunnen wij nog niet oordeelen. Een lid der eerste sectie liet het werk van dien heer enkele dagen in onze handen, doch de tijd heeft ontbroken om dit vrij lijvig boek te lezen. Dit zal dus tot later moeten worden uit gesteld, waarna zal kunnen worden overwogen in hoever de denkbeelden en voorstellen van den schrijver van practische waarde kunnen worden geacht. Verder het verslag volgende, zullen we aan de hand daarvan onze opmerkingen mededeelen omtrent hetgeen daarin ten aanzien der afzonderlijke posten in het midden wordt gebracht, voorzoover dit ons noodig of wenschelijk voorkomt. Dus vooreerst wat de uitgaven betreft. Volgn. 83. In de hierachter volgende nota van wijziging zal de verhooging met f 200.worden opgenomen. Volgn. 90. Na den algemeen uitgesproken wensch, om ook voor het vervolg het kohier van den hoof- delijken omslag en de gemeenterekening als bijlagen tot het verslag van 's raads handelingen op te nemen, zal mede de voorgestelde verhooging worden aan gebracht. Volgn. 91. Aan eene restauratie van de Nieuwe Zaal is meermalen gedacht. Met het oog op den stand der begrooting zal die restauratie echter voor eerst wel achterwege moeten blijven. Het verven van de buitenzijde van het gemeente huis is zeker gewenscht, doch daar andere meer drin gende zaken reeds zoo groote uitgaven vorderen, is daarvoor op de begrooting voor 1905 geene som uit getrokken. Als steeds zal echter wat bepaald noodig is worden bijgewerkt. Volgn. 111. In 1903 werd op dezen post uitbetaald 690.30, waaronder voor buitengewoon schrijfloon 128.Ook met het oog op de reeds voor 1904 op dit artikel gedane uitgaven, is het niet wenschelijk dezen post tot een lager bedrag uit te trekken. Volgn. 121. Het bestraten wordt steeds in 't open baar aanbesteed, maar om den aannemer belang te doen hebben bij het goed onderhouden van de verstrate oppervlakte, waartoe hij gedurende een jaar verplicht is, kan hem elk jaar opnieuw het bestraten op dezelfde voorwaarden worden opgedragen, wat gewoonlijk ge schiedt indien men over het geheel over zijn werk tevreden is. Intusschen bestaat het voornemen in het laatst van dit jaar weder eene openbare aanbesteding to houden. De levering van riolen wordt steeds aanbesteed en de uitvoering van het werk gewoonlijk eveneens onder de daarmede belaste werklieden. Het is wenschelijk, dat men bij het aanleggen van rioleeringen in de bebouwde kom alles in één hand heeft. Ook kan dan met één opzichter worden volstaan, terwijl anders een van den aannemer en een vanwege de directie bij het werk moet zijn. In nieuw aangelegde straten worden riolen en gas- en waterleiding gelegd. De daarvoor gedane ontgra vingen beklinken nog menig jaar daarna geen wonder dus, dat die straten meermalen geheel of gedeeltelijk vervloerd moeten worden. Meerdere voorzieningen dan reeds genomen worden in den vaak slappen bodem, zouden ongetwijfeld tot veel hoogere uitgaven leiden. Bij den aanleg van nieuwe riolen wordt steeds gelet op mogelijke uitbreiding. De in de laatste jaren in de binnenstad gelegde riolen zijn echter slechts onder-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 78