Ontvangsten. NOTA VAN WIJZIGING. Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. 2 deelen van het vroeger aangenomen stelsel, waarvan de groote hoofdriolen reeds lang geleden gelegd zijn. Onder den begrootingspost is begrepen eene som voor de verdere reiniging van het riool ouder het Raadhuisplein. Dat het wenschelijk zou zijn nog meer riolen aan te leggen wordt geenszins ontkend, maar ook te dezen opzichte moet te rade worden gegaan met den stand der begrooting. Intusschen is men sedert een paar jaar begonnen met voor gezegd doel een zeker bedrag onder den betrekkelijken begrootings post te brengen. Aan rioleering van de Put en het Jacobijner kerkhof werd reeds vroeger gedacht, doch met het oog op de belangrijke kosten is de uitvoering achterwege moeten worden gelaten. Het opnieuw bestraten van de Korfmakersstraat is vooreerst niet aan te bevelen, omdat daarin pas in dit jaar riolen zijn gelegd. De gemaakte rioolsleuven dienen eerst voldoende bezakt te zijn. Ook al met het oog op de financiën zal eene ver- strating van het Zaailand in elk geval moeten wachten tot een volgend jaar. Het plaatson van borden als hier wordt bedoeld, zal misschien zijn nut kunnen hebben en zal dan ook worden overwogen. Volgn. 122. Do Potmargebrug verkeert in minder gunstigen toestand. De Ned. Tramwegmaatschappij nam op zich eene nieuwe brug te leggen, doch daar er al zeer weinig kans bestaat dat van die zijde de bestaande brug door eene nieuwe zal worden vervan gen, zal er ernstig aan gedacht dienen te worden om dit vanwege de gemeente te doen. Aan de opmerking omtrent den ongunstigen toestand van den wal voor do boerenplaats, in gebruik bijHotsma, zal de noodige aandacht worden geschonken. Het schoonmaken van vuile slooten is een onder werp, dat voortdurend bij burgemeester en wethouders in bespreking komt. Herhaaldelijk worden pogingen aangewend tot het reinigen van slooten en steeds wordt daartoe de hulp van de gemeente-reiniging aangeboden. Veelal stuit men echter op den onwil van eigenaren om in de kosten bij te dragen of op andere wijze mede te werken. Alleen bij het bestaan van meer dwingende bepalingen schijnt hot mogelijk hierin verbetering te brengen. Volgn. 123. Enkele bewoners van de Nieuwestad (Deinumer-Zuupmarkt) hebben verzocht de boomen aldaar op te snoeien, waaraan is of zal worden vol daan. Intusschen zij opgemerkt, dat dit opsnoeien zijne grenzen heeft, wil men niet een kruinboom ver anderen in een kale mast. De boomen langs het Vliet zijn populieren met vrouwelijke bloesems. Men let er tegenwoordig meer op dan vroeger, voor dergelijke beplantingen manne lijke te bezigen. Het schijnt overweging te verdienen om langs het zoo smalle Vliet alle boomen te ver wijderen en geen nieuwe weer in te planten. Volgn. 124. Wij zijn nog niet overtuigd, dat de zoogenaamde drinkfonteinen in den zomor niet in eene bepaalde behoefte voorzien. Intusschen zal de drink- fontein van het Waagplein verplaatst worden naar de noordzijde van de oude waag, wat zeker eene verbete ring zal zijn. Volgn. 138. Met rapporteurs komt het ons voor, dat, in verband met de gepresteerd wordende diensten, de jaarwedde van dezen beambte voldoende kan worden geacht. Volgn. 140. Het is niet aan te bevelen de uitgaven meer dan noodig is te splitsen in afzonderlijke arti kelen. Ook naar ons oordeel is er geen het minste bezwaar om de kosten voor het maken van een tweede telephooncel onder dezen post op te nemen. Volgn. 146. De directeur der gemeentereiniging, nader door ons gehoord, verklaarde opnieuw, dat de bestaande brander noodzakelijk door een nieuwen moet worden vervangen. Hij acht een brander noodig, die kan voorzien in de tegenwoordige behoeften en heeft bij zijne raming tot grondslag genomen den verbran dingsoven op het terrein van het abattoir te Nijme gen, waaromtrent hij voor het beoogde doel de meest voldoende inlichtingen heeft gekregen. Volgn. 154. Daar, zoo als is opgemerkt, het con tract met den eigenaar van de zwem- en badinrichting met ulto. Decembor 1906 eindigt, zal eerst tegen dien tijd beslist kunnen worden of de inrichting, die de gemeente aldaar heeft gemaakt, al of niet in stand zal worden gehoudon. De verzekering wordt gegeven, dat inmiddels het onderhoud der getimmerten zich tot het hoog noodige zal bepalen. Volgn. 156. Het komt ons voor, dat het in het algemeen niet noodig is om de plannen tot bebou wing der terreinen en het maken van nieuwe straten langs het Nieuwe Kanaal in de sectiën te onderzoe ken. In den regel zal het wel voldoende zijn, dat de in te dienen voorstellen vooraf door de commissie voor de openbare werken worden onderzocht. Wij herinneren overigens, dat de belangrijke plannen omtrent de bebouwing van „het grasveld" aan de noordzijde van het Nieuwe Kanaal in de afdeelingen zijn onderzocht, waarvan het rapport nog moet worden uitgebracht. Zoo zal ook bij het indienen van verdere plannen voor elk geval afzonderlijk door den raad kunnen worden besloten tot een onderzoek in de sectiën. Volgn. 158. Het denkbeeldom in het hier bedoelde gedeelte der gemeente brandbluschmiddelen beschik baar te stellenzal worden medegedeeld aan de direc tie van de brandweer, met verzoek ons daaromtrent te adviseeren. Voorts kunnen wij mededeelen, dat bij brandmeesters eene nieuwe regeling omtrent het alarmeeren van brand enz. in bewerking is. Naar ons oordeel bestaat er geen reden om het instellen van een beroepsbrandweer in overweging te nemen. Zoodanige brandweer zou ongetwijfeld ook meer uitgaven vorderen. Volgn. 160. Met de opmerkingen van rapporteurs kunnen wij ons geheel vereenigen. Volgn. 161. Mot het oog op het voorgevallene in den Prinsentuin zullen wij overwegen of en op welke wijze de surveillance nader dient te worden geregeld, ten einde herhaling van het gebeurde te voorkomen, daarbij op den voorgrond stellonde, dat strikte orde in den tuin worde verzekerd. Volgn. 170. Nu, naar wordt medegedeeld, door de Gezondheids-commissie voorstellen aangaande een verscherpt toezicht op den verkoop van vleesch enz. zullen worden ingediend, schijnt het raadzaam deze af te wachten. Volgn. 171. De uitvoering van het besluit betref fende de bestrijding van besmettelijk hoofdzeer is opgedragen aan de commissie van toezicht op het lager onderwijs. Het is niet aan te nomendat deze de toegestane gelden ook ter genezing of bestrijding van andere ziekten zal doen aanwenden. Er wordt dan ook slechts gesproken van „eene meening" te dezen opzichte. Zonder nadere aanduiding, gegrond op feitenkan dan ook moeilijk nota van het mede gedeelde worden genomen. Volgn. 203. Door de benoeming van den heer Baron tot directeur der burgeravondschool dient de jaar wedde van een der leeraren in het teekenen te wor den teruggebracht op 480. Door het groot aantal leerlingen, waarmede de cur sus 1904/5 begon moest echter de eerste klasse wor den gesplitst, waardoor aan de leeraren meer lesuren moesten worden opgedragen. Hiervoor moet worden uitgetrokken f 360. Het artikel moet daardoor met 140 worden ver hoogd en gebracht op 2710. 8 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. Bijlno. 31. De specificatie van dit bedrag vindt men in de hierna volgende nota van wijziging. Volgn. 236. Er bestaat bij ons geen bezwaar om het uitgetrokken salaris van den gemeentelijken in specteur voor het woningtoezicht voorloopig te ver minderen. Echter zal dat dan moeten worden uitge trokken tot een bedrag van 1500, aangezien de titularis met 1 October 1903 in functie is getreden. Volgn. 237. Onder dezen post is begrepen een be drag van ongeveer 1200.voor eventueelen gelde- lijken steun ingevolge art. 29 der Woningwet. De rest wordt noodig geacht voor bureaukosten van den inspecteur voor het woningtoezicht. Volgn. 256. Zooals is opgemerkt is bij raadsbesluit van 27 September j.l. de geldleening vastgesteld op 239,000.—. Tevens is bepaald dat de rente ingaat met 15 December e.k. en dat de rente tot 1 Januari zal wor den begrepen in de eerst verschijnende Juli-coupon. Bijgevolg zal in 1905 wegens rente van deze lee ning worden uitbetaald f 8,735.45, zoodat het voor loopig geraamde bedrag van 8400.met 335,45 moet worden verhoogd. In verband daarmede kan het totaal bedrag der rente worden gesteld op 79,700.—. Volgn. 260. Regel is, dat bij aanvragen om inva liditeitspensioen eene geneeskundige verklaring wordt overgelegd. Bij ontslag wegens gevorderden leeftijd kan dit in vele gevallen overbodig worden geacht. Intusschen zullen burgemeester en wethouders gaarne den uitgedrukten wensch, om in die gevallen, aan waarin dit wenschelijk moet worden geacht, een bepaald geneeskundig onderzoek door een gemeente lijken geneesheer te doen instellen, voldoen. Wijziging der verordening schijnt hiertoe niet noodzakelijk. Na de beantwoording der opmerkingen in het ver slag voorkomende, voor zooveel de uitgaven betreft, dient nog het volgende te worden medegedeeld Volgn. 192. Bij circulaire van Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 8 October 1904 (Prov. blad no. 86) is onder meer te kennen gegeven, dat eene over eenkomst met het Gemeentebestuur van Franeker zal worden aangegaan, waarbij het verpleeggeld voor het geneeskundig gesticht voor behoeftige krankzinnigen zal worden bepaald op 80 cent per dag en per patient, en dat met 1 Januari 1905 in werking zal treden de wijziging van art. 1 der Verordening op de bijdrage in de kosten van verpleging van behoeftige krank zinnigen en idioten, welke voor rekening van de gemeenten in deze provincie worden verpleegd. Door deze wijziging (Prov. blad van 1904 no. 78) is de provinciale bijdrage gebracht op f 100.per jaar en per patient. liet gevolg van een en ander is, dat het uitge trokken bedrag van 14.500.met 170.- moet worden verhoogd en alzoo moet worden vastgesteld op 14,670. De nadere specificatie van dit bedrag vindt men in de achtervolgende nota van wijziging. Volgn. 261. Tengevolge der bij raadsbesluit van 11 October j.l. aan de wed. Ebbens verleende jaar- lijksche toelage moet deze post met 50.worden verhoogd. Volgn. 1. Zooals is opgemerkt, moet tengevolge der laatst plaats gehad hebbende wijziging der begroo ting voor 1904, het aangebrachte batig saldo van 68,082.045 met f 17.170 worden verminderd en in verband daarmede het in de toelichting vermelde cijfer van 18,230.worden veranderd in ƒ35,400. De vereischte wijziging der specificatie zal opge nomen worden in de hierachter volgende nota van wijziging. Volgn. 6. Burgemeester en wethouders achten het mede wenschelijk dat er maatregelen worden genomen tegen den toenemenclen last van losloopende honden. Dit zal wel niet anders kunnen geschieden dan door het maken van strafbepalingen. De commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen gelieve dus op dit punt hare aandacht te vestigen. Volgn. 13. Meermalen is door een enkel lid in overweging gegeven, om, voor het gebruik maken van gemeentegrond tot het plaatsen van vrachtwagens, hondenkarren en meor dergelijke voertuigen, eene retributie te heffen. De Raad is echter nimmer op dit denkbeeld inge gaan en burgemeester en wethouders zijn nog steeds van oordeel, dat tot zoodanige heffing niet moet wor den overgegaan. Het betreft hier menschen die met moeite een karig stuk brood verdienen en die bovendien de afzet van goederen naar de omliggende plaatsen krachtig bevor deren, van groot belang voor de winkeliers. Volgn. 16. Indien bedoeld wordt dat somtijds kin doren, die kosteloos lager onderwijs genieten, geplaatst worden op eene school der 2de klasse dan zij opge merkt, dat de laatste alinea van art. 3 der verordening, Gemeenteblad no. 23 van 1904, in navolging van een vroegere bepaling, daartoe de bevoegdheid geeft. Die alinea luidt als volgt „Bij gebrek aan ruimte op de scholen der derde „klasse zijn burgemeester en wethouders bevoegd, de „commissie van toezicht op het lager onderwijs ge- „hoord, leerlingen kosteloos toe te laten op de scholen „der tweede klasse 6". Volgn. 28. Inderdaad is er, sedert de invoering der abonnementsgelden voor nieuwe regeling omtrent de den Prinsentuin met ingang van 1901, een merkbaren achteruitgang in de ontvangsten waar te nemen, zooals blijkt uit de volgende opgaven Abonnementsgelden. Entrée's. 1897 1898 1899 1900 1901 1902 1903 1904 f 4589.15 4847.80 4757.60 4850. 4702.50 '4462.70 4055.70 2983.20 491.05 477.85 559.90 733.50 466.60 475.40 652.25 860.90 Totaal. 5080.20. 5325.65. 5317.50. 5583.50. 5169.10. 4988.10. 4707.95. 3844.10. Burgemeester en wethouders zullen overwegen welke maatregelen te dezer zake dienen te worden genomen en de Raad met den uitslag daarvan in kennis stellen, casu quo met een voorstel tot wijziging der veror dening. Volgn. 74a. Onder dit volgnummer zal een nieuw artikel behooren te worden aangebracht voor het aan gaan eener tijdelijke geldleening tot voorloopige dek king van uitgaven voor voortzetting der werken langs het Nieuwe Kanaal tot een bedrag van 17,170, en zulks tengevolge van de wijziging van art. 1 van hoofdstuk I der inkomsten. Volgn. 77. Hot opmaken van eene afzonderlijke exploitatie-rekening van de bouwterreinen aan liet Nieuwe Kanaal is niet uit het oog verloren. De verwisseling van personeel aan de Afdeeling Financiën en de drukke ook aan deze Afdeeling steeds vermeerderende werkzaamheden zijn oorzaken, dat die niet in gereedheid is. rekening nog Inkomsten. Volgn. 1. Art. 1 van Hoofdstuk I „Batig slot der door den gemeenteraad gesloten rekening over het dienst jaar 1903 (zoover daaraan niet reeds eene bepaalde be stemming is gegeven) wordt verminderd mot 17.170 en nader uitgetrokken op een bedrag van 50.912,04$. *\3Èkll Ji

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 79