Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1904. Kan dus met deze dame een overeenkomst getroffen worden, dan is de zaak in orde, althans dan bestaat de mogelijkheid tot uitvoering. Eeii tweede voordeel wordt hiermee behaald en wel, dat dan de mogelijkheid ontstaat de brug zoo hoog te leggen, dat deze een vaste brug zal kunnen worden. De trambrug was ontworpen op een hoogte van 1.87 M' boven P. Z. 1'. en dat was met het oog op de omringende gebouwen al zoo hoog mogelijk. En bij het volgen van dat plan zou de onderkant nog slechts Ü.87 M». boven peil blijven en derhalve een beweegbare brug noodzakelijk zijn. Nu we op een vrjj terrein kunnen werken, kan het bruggedek zonder veel opoffering tot 3 Mi -f ver hoogd worden en als we een vaste brug bouwen, heeft bet dok niet meer dan 0.50 M' dikte noodig wat bij een tramdraaibrug 1 meter is. De doorvaartshoogte blijft dan nog 2.50 Mb, wanneer het water op peil is. Bijna alle schepen en booten die het Vliet bevaren, kunnen er dan zonder hinder onderdoor. Alleen de allergrootste schepen, die bij van der Meij, Koopmans, Pel en Finke komen, zouden van de zijde der Boomsbrug moeten invaren en dat doen ze tegenwoordig reeds bijna alle. Eén vaste brug over 't A liet hindert hier dunkt mij niet. De vaart op dit water is zeer gering, althans de doorvaart en de enkele zeer groote schepen die hier moeten lossen en die te gel ijk van den Groninger kant komen, zijn zeer gering in aantal. Deze kunnen toch ook wel de gracht omvaren. Een vaste brug heeft zeer veel voor. De aanleg is goedkooper. Het onderhoud vordert niet zooveel toezicht en veel minder onderhoud en last not least, er is geen brugwachter bij noodig. Ik meen dan ook een vaste brug te mogen voorstellen. De goedkoopste vaste brug, die ook voor rijtuigen geschikt is, moet (J,0U0.gulden kosten, maar deze is geheel van hout en rust op palen. De liggers boven de doorvaart zijn van ijzer gedacht, omdat deze anders te veel te lijden hebben. Een brug met gemetselde land hoofden en een gewelf' van cement en ijzer kost 9,5üU.gulden en die is natuurlijk in 't geheel geen onderhoud noodig. Daarom zou deze zeer zeker te verkiezen zijn. Ik wil evenwel het plan er niet door in gevaar brengen en begin mot een houten brug voor te stellen, zooals F bjj inzage der begrooting zult zien. Bij de Oosterbrug is ook de houtconstructie gevolgd om ze tot stand te brengen en wie zou nu deze willen missen, desnoods voor veel meer geld De goedkoopste beweegbare rjjbrug zal ten minste 14,000. gulden moeten kosten. Hiervoor verwijs ik naar de ontwerpen voor de Uosterbrug, waarbij ik een plan indiende van een houten klapbrug met ijzeren liggers. De opritten naar de hooge brug heb ik ontworpen in bestrating, omdat grint daar te zwaar zou trekken. Ik acht hier keibestrating zeer gewenscht, omdat de melkwagens, die hier dagelijks eenige keeren zullen passeeren, de klinkerbestrating te veel aantasten. Op de teekening zijn deze opritten in kruisarcure aangegeven. Zij hebben een helling van 1 op 50, die niet hinderlijk is, maar voor grint lijkt mij dit toch minder goed. De overige wegen zijn alle gedacht om in puin en grint bewerkt te worden en evenals de bestrating over 5 nieter breedte. De puin is nog ruim voorhanden aan de werf van de gemeente en behoeft dus niet gerekend te worden. Beplanting is gedacht met iepenboomen om de 7 meter ter weerszijden van den weg. Slooten worden geprojecteerd alleen daar, waar het land van de gemeente wordt gepasseerd en de bebouwing nog in een verwijderd tijdperk ligt. lil het land van mej. Beekhuis en zuidelijk van 't Vliet werd een veekeerende afrastering ontworpen en een kleine greppel ter weerszijden daarvan op het land. De onteigening wordt dan het minst bezwarend. Misschien zal mej. Beekhuis nogal niet veeleischend zijn, omdat zij van plan is den grond te verkoopen en wanneer haar overblijvend terrein bouwterrein wordti zal zij de door de wegen in te nemen oppervlakte misschien wel voor niets kunnen geven. Ik heb daarom ook voor onteigening slechts een memoriepost gezet. Alleen zal de gunstige omstandigheid, dat mej. Beekhuis nu wil verkoopen, de gemeente nopen spoed te maken met een besluit in deze, want wil zij nog in dit seizoen verkoopen, dan begint het tijd te worden. Over de richting van de wegen valt m.i. niet veel te zeggen. Alleen meen ik er nog op te moeten wijzen, dat een tram over de llde Kanaalbrug in de richting van den Groninger straatweg, ook nu altijd nog mogelijk blijft ook over de nu ontworpen brug. De van af de 2e Kanaalbrug loopende stippellijn volgt ongeveer de richting, die een tramlijn zou kunnen volgen. De door den heer A. G. van der Meij ontworpen straten zullen in de toekomst doorgetrokken, zich op een regelmatige wijze kunnen verbinden met de nu door mij ontworpen oprit naar de brug. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1904. liyl.no. o b. Voor het verbinden van den landweg van „de Lange Negen" met den liooger gelegen weg moet na tuurlijk ook eenige verhooging gemaakt worden en is een nieuw bruggetje noodig over de vaarsloot. Dit alles is in de begrooting begrepen. Kesumeerende geef ik U beleefd in overweging, zoo mogelijk met eenigen spoed, aan den Raad een voorstel te doen tot de uitvoering van het hierbij overlegde plan, derhalve de 22000 gulden beschikbaar te stellen plus hetgeen voor de onteigening eventueel noodig zoude zijn en daarbij mee te deelen, dat deze 22000gulden zonder bezwaar gebracht kan worden op de rekening der aan 't Nieuwe Kanaal nog beschikbare bouwterreinen. Deze zullen immers daardoor veel beter van de hand gaan en derhalve een hoogeren prijs kunnen gelden. Eindelijk ligt er nog groot voordeel voor de gemeente in de totstandkoming dezer verbinding door de te verkr'gen ontlasting van het zware verkeer over de drie bruggetjes aan liet Noordvliet. De vrachtwagens, ook die van den heer J. G. van der Mejj, worden steeds zwaarder beladen eu de be doelde drie bruggetjes genaamd Bakkersbrug, Looijorsbrug en Oranjebrug, die in de eerste jaren nog steeds losse barten zullen moeten blijven, omdat ze over vaarslooten liggen, kunnen niet sterker gemaakt worden omdat ze dan te zwaar worden. Worden de voorgestelde brug eu wegen gemaakt, dan zullen de bedoelde bruggetjes van veel zwaar vervoer ontlast worden. Ook van dezen kant bezien dus een voordeel, maar 't moet m.i. ook dadelijk in 't oog vallen, dat eene betere verbinding tusschen twee voorname stadsgedeelten eene verbetering moet worden. I)i- Directeur eter Gemeentewerken W. (J. A. HOFKAMP. A nn Heémi Burgemeester en Wethouder.s van Leeuwarden. Advies van de Connnissië voor Openbare Werken. Leeuwarden, 11 November 1904. Hot om advies in onze handen gesteld adres van J. G. v. d. Mejj en anderen, met schrijven van den Directeur der Gemeentewerken d.d. 15 October 1904 hierbij terugzendende, heeft de commissie voor de openbare werken de eer te berichten, dat zij met groote belangstelling kennis nam van de plannen in dat schrijven ontwikkeld. In twee vergaderingen der commissie, waarvan de laatste werd bijgewoond door den Directeur, zijn deze plannen van verschillende kanten bezien en beoordeeld. Ten slotte bleek, dat één lid zich met de voorstellen van den Directeur, op de door hem aangevoerde gronden, kon verccnigon, terwijl de 4 andere leden daartegen overwegende bezwaren bleven handhaven. Waar het lid, dat in dezen de minderheid uitmaakt, verklaarde zijn standpunt voldoende aangetoond en toegelicht te vinden in het bovengenoemd schrijven, kunnen wij volstaan met de mcdedecling van hetgeen in hoofdzaak tegen deze plannen is aangevoerd. Zooals ook uit meergenoemd schrijven blijkt, was voor den Directeur de verbetering van de Poppebrug geen hoofddoel, maar meer de aanleiding om terug te komen op een reeds lang door hem voorgestaan plan, ter verbinding van de kanaalterreinen met den Groninger straatweg. Ofschoon deze verbinding ook de commissie in het algemeen gewenscht voorkomt, zoo mag toch ge vraagd worden, of de finautiöele nood, waarvan de Directeur spreekt, niet meer bestaat, 't Zal wel vol doende zijn, te verwijzen naar de laatst vastgestelde begrooting, om het tegendeel te bewijzen. Nu meent de Directeur, dat de kosten van dit werk zonder bezwaar verhaald kunnen worden op de nog beschikbare bouwterreinen aan het kanaal. De meerderheid der commissie acht daartoe deze verbinding met den Groninger straatweg minder geschikt. Men bedenke slechts, dat de ontworpen grintweg E. J. f. K. N. G. P. aansluit aan het Kal verdijkje en dat men, dit Volgende, eindelijk bij de herberg „het Oud-tolhuis" den Groninger Straatweg bereikt. Wel zal deze verbinding eenigen invloed ten goede hebben op den prijs der aangrenzende ter-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1904 | | pagina 91