11
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905.
Art. 15.
Aanvaarding
liet terrein kan worden aanvaard, zoodra de in
het vorig artikel bedoelde acte is verteekend.
Van dat tijdstip af gaan de hoêd, noêd en het on
derhond van het terrein over op den verkrijger.
Art 1 0.
Levering.
De verkrijger moet het terrein ontvangen zoogoed
en kwaad als het moge wezen, naar de grootte, die
het in de acte is verklaard te hebben en in den toe
stand, waarin het is bij de verteekening der acte met
alle daaraan verbonden bekende of onbekende gebre
ken, lusten, lasten, actiën, heerschende en lijdende
erfdienstbaarheden, massaliteiten, bezwaren van onder
houdsrechten en verplichtingen en wat van dien aard
meer moge zijn, zonder dat de verkrijger eenig ver
haal zal kunnen uitoefenen tegen de gemeente, die
geene andere vrijwaring belooft, dan voor den eigen
dom of het volle genot van het terrein, indien de
verkrijger daarin mocht worden gestoord.
Art. 17.
Waarborg voor de gemeente.
Art. 19.
Overdracht bouwbepalingen.
De kooper of erfpachter en alle volgende recht
verkrijgenden zijn gehouden de verplichting, voort
vloeiende uit art. 6, laatste lid, zoomede de bepalin
gen van art. 19 tot en met 30 na te leven en die
bij overdracht hunner rechten in de acte van over
dracht op te nemen,
De gemeente heeft het recht om, wegens het niet
naleven dezer bepalingen, een boete op te leggen ten
bedrage van de koopsom of twintigmaal de jaarlijk-
sche erfpachtssom, zoomede om de ontbinding van
den koop of de vervallen-verklaring van het erfpachts-
recht te vorderen.
Art. 20.
Algemeene bouwbepaling.
De koopers of erfpachters zijn behalve tot naleving
der wetten en verordeningen op het bouwen en in
richten van woningen, mede gehouden te dier zake
de bepalingen in acht te nemen', vermeld in de vol
gende artikelen.
Art. 21.
Termijn voor het bouwen.
Binnen vijf jaren na de dagteekening der acte van
Tot waarborg voor de onbetaalde kooppenningen j koop of erfpacht moet de bebouwing van de daarbij om
en renten wordt door de gemeente het recht van
eerste hypotheek op het afgestane terrein voorbe
houden, met onherroepelijke volmacht om bij gebreke
van behoorlijke voldoening van kooppenningen en rente de bevoegdheid om het bepaalde bij art. 19, 2e lid,
op de aangewezen tijdstippen, het terrein met alle toe te passeD) voür icdero maand vertraging eene
schreven perceelen, met inachtneming van bet bepaalde
bij artikel 6, laatste lid, zijn voltooid.
De eigenaar of erfpachter verbeurt, onverminderd
daarop gestichte gebouwen of getimmerten in het
boete van 5 pOt. van de koopsom of het bedrag van
openbaar volgens de plaatselijke gebruiken te doen ja,u. ei.fpacbk
verkoopen, ten einde uit de opbrengst zoowel de koop
som als de renten en kosten te verhalen. j Art. 22.
Zoolang de koopsom niet volledig is voldaan, zal j
de kooper het terrein, bebouwd of onbebouwd, niet j Rooilijn.
anders dan met schriftelijke toestemming van Burge De roüihjn vool. de te stichten gebouwen is voor
meester en Wethouders mogen verhuren en zal inge- Je ver8chillende blokken vastgesteld, zooals op de
val van willigen verkoop, geene zuivering van hypo- situatiokaart met zwartl.00de lijnen is aangewezen,
thecaire inschrijvingen, ten voordeele van de gemeente ]Je inge8chreven getlllen duiden den afstand aan tus.
genomen, kunnen worden gevorderd. j gchen den kant yan deQ weg de roomjü
Waar op de kaart geen roode stippellijnen evenwijdig
Art. 18. j aan de wegen voorkomen, is de rooilijn voor bebou-
wing langs den weg.
Burgemeester en Wethouders kunnen afwijkingen
van het in dit artikel bepaalde toestaan.
Art. 23.
IJzeren hekken.
Voor zoover de voor de verschillende perceelen tus-
schen rooilijn en weg gelegen ruimten, 4 of 5 meter
Kosten.
Alle kosten op den verkoop of de uitgifte in erf
pacht, die der hypotheekstelling en inschrijving daar
onder begrepen, komen ten laste van den verkrijger.
De kosten van uitmeting van het terrein door een
landmeter van het kadaster komen echter ten laste
der gemeente.
300
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1905. Bipl.no.32.
diepte hebben, moeten deze onderling en van den weg verzoek een begin maken met den aanleg van dien
gescheiden worden door ijzeren hekkenwaarvan de weg.
1
Burgemeester en
teekening en samenstelling door
Wethouders moeten zijn goedgekeurd.
Deze ruimten moeten als tuin of grasveld worden
aangelegd, onderhouden en gebruikt.
Voor zoo ver deze ruimten 1.50 meter diepte heb
ben, moeten zij als stoep worden aangelegd en onder
houden en mogen hierop geen hekken worden ge
plaatst.
Burgemeester en Wethouders kunnen afwijking van
het in dit artikel bepaalde toestaan.
Art. 24.
Gevelhiogte.
De gevelhoogte der te stichten gebouwen moet ten
minste bedragenacht meter op de bloksgedeelten
XVIII a, b en cXIX a, b en c en vijf meter op
alle overige blokken en bloksgedeelten.
Art. 25.
Oppervlakte woning.
De te stichten woonhuizen moeten voor het door
één gezin te bewonen gedeelte eene oppervlakte heb
ben van ten minste
75 vierkante meter op de bloksgedeelten VI b, VII
a en b en op de blokken XVIJJ a, b, c en d XIX
a, b, c en d XX a en b XXI a en b XXII en
XXIII a, b en c. 50 vierkante meter op de overige
bloksgedeelten.
Onder deze oppervlakte mogen geen zolders of an
dere tot berging dienende ruimten gerekend worden
en ook geen zolderkamers, die minder dan 2.50 meter
verdiepingshoogte hebben.
Burgemeester en Wethouders kunnen afwijkingen
van het in dit artikel bepaalde toestaan.
Art. 20.
Peil.
De bovenkant vloer van den beganen grond in de
tot woning in te richten gebouwen moet ten opzichte
van de as van den vóórliggenden weg eene hoogte j scheidingen, zoowel als het onderhoud daarvan, geheel
hebben van ten minste
a. 0.25 M. voor die huizen, welke onmiddellijk
Art. 27.
Schuttingen enz.
Voor zoover in de voorgaande artikelen niet anders
is bepaald, zal voor de toepassing van art. 690 van het
Burgerlijk Wetboek de hoogte der muren of heinin
gen, van welken aard ook, dienende tot scheiding van
open naburige erven, worden bepaald op één meter
en negentig centimeter.
Ingeval eigenaren van nevens- of achter elkander
gelegen perceelen het over de wijze van afscheiding
der perceelen niet eens kunnen worden, moet zoo
danige scheiding op gemeene kosten gemaakt en on
derhouden worden en bestaan uit bet vroeger beschreven
ijzeren hek of uit eene houten schutting, hoog één
meter en negentig centimeter, gemeten uit den ge
middelden bovenkant der nevens elkander gelegen
open erven.
De schutting moet worden gemaakt van vuren
planken, zwaar drie centimeter, behalve de grondplank,
welke van Amerikaansch grenen hout moet zijn, alle
gespijkerd tegen palen van Amerikaansch grenen hout,
zwaar tien bij twaalf centimeter, lang drie meter, die
op afstanden van twee meter en om den anderen op
ieders erf moeten geplaatst worden.
l)e schuttingen en palen moeten aan alle kanten
tweemalen worden gegrondverfd.
Wanneer aan de eene of andere zijde van een
terrein een ijzeren hek of schutting of een gedeelte
daarvan bestaat, moet de kooper of erfpachter de
helft der waarde van het bestaande aan den eigenaar
daarvan vergoeden en voor de helft in bet voortdurend
onderhoud er van bijdragen.
Indien partijen het over de waarde van bestaande
afscheidingen niet eens kunnen worden, zullen zij op
hunne kosten die waarde doen bepalen door drie
deskundigen, ter wederzijde een, en de derde door
den Kantonrechter te benoemen.
Waar de perceelen grenzen aan terreinen, eigen
aan de gemeente, moeten de kosten der te maken
aan den weg staan
b. 0.30 M. voor die, waarvan de rooilijn is be
paald op 1.50 M. uit den weg;
e. 0.45 M. voor die, waarvan de rooilijn op 4 of
5 51. uit den weg is bepaald.
De hoogte van wegen, die nog niet zijn aangelegd,
wordt op aanvrage door Burgemeester en Wethouders
aangewezen. Zoodra aan eene der geprojecteerde
wegen een gebouw uitwendig voltooid is, overeen
komstig de door Burgemeester en Wethouders goed
gekeurde plannen, zullen deze op hun daartoe strekkend
worden gedragen door de eigenaren van die perceelen.
Art. 28.
Teekeningen.
Vóór tot het stichten van gebouwen, afsluitingen van
terreinen enz. wordt overgegaan zullen aan Burge
meester en Wethouders plattegrond-, gevel- en door-
snede-teekeningen moeten worden overgelegd, alle op
eene schaal van ten minste 1 a 100 voor de ge
bouwen en 1 a 50 voor de afsluitingen en met in
geschreven maten voorzien van lengte, breedte en
hoogte van alle vertrekken en verdiepingen.
301
«T - - j...
1*